Boktorren

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Boktorren
Muskusboktor (Aromia moschata)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Coleoptera (Kevers)
Onderorde:Polyphaga
Superfamilie:Chrysomeloidea
Familie
Cerambycidae
Latreille, 1802[1]
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Boktorren op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De boktorren (Cerambycidae) zijn een familie uit de orde van de kevers.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Boktorren hebben als volwassen kever (imago) een langwerpig lichaam en sprieterige poten. Ze zijn vaak mooi gekleurd. Wat ze vrijwel altijd onderscheidt van andere langwerpige kevers als kniptorren en soldaatjes zijn de extreem lange tasters, die vaak minstens zo lang zijn als het lichaam maar meestal langer, hoewel er uitzonderingen zijn. Ze hebben sterk getande monddelen. De lichaamslengte varieert van 0,3 tot 15 cm.

Pop van de soort Anoplophora glabripennis in de popkamer.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn meer dan 33.000 soorten boktorren, die een grote variatie kennen aan kleuren en patronen. De basisvorm is meestal dezelfde. Sommige soorten imiteren wespen en mieren (mimicry), zoals de kleine wespenbok. De meeste boktorren eten als volwassen kever alleen boomsappen, nectar en stuifmeel; geen enkele soort jaagt actief op andere prooien. Sommige soorten eten in volwassen staat zelfs helemaal niets meer, en richten zich volledig op de voortplanting. De eieren worden een voor een onder boomschors afgezet.

Schadelijkheid[bewerken | brontekst bewerken]

De larven van vrijwel alle boktorsoorten zijn herbivoor, ze leven van planten, meer specifiek van hout, of dood hout, een voedingswijze die bekendstaat als xylofagie. Daarbij richten de larven met hun vraat soms grote schade aan. Zo kan de vraatzucht van grote aantallen boktorlarven veel schade aanrichten aan houten objecten als meubelen, dakconstructies, kunstvoorwerpen, en aan levende bomen, zoals in 2012 in Winterswijk, waar 300 bomen binnen een straal van honderd meter gerooid moesten worden door boktorvraat. Daarnaast worden door aan levend hout te knagen plantenziektes verspreid, waarvan de larven de vector (overdrager) zijn

Bekende soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende taxa zijn bij de familie ingedeeld:[2]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]