Clelia

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Clelia
Een juveniele mussurana (Clelia clelia), Costa Rica.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Colubroidea
Familie:Colubridae (Toornslangachtigen)
Onderfamilie:Dipsadinae
Geslacht
Clelia
Fitzinger, 1826
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Clelia op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Clelia is een geslacht van slangen uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Dipsadinae.[1]

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Leopold Fitzinger in 1826. De slangen werden eerder aan andere geslachten toegekend, zoals Coluber, Brachyruton, Oxyrhopus, Pseudoboa en Boiruna. Er zijn zeven verschillende soorten, inclusief de pas in 2005 wetenschappelijk beschreven soort Clelia langeri. De bekendste soort is de mussarana (Clelia clelia). Er is echter ook een geslacht genaamd Mussurana.

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De schubben zijn glad, aan de bovenzijde van het lichaam zijn 17 tot 19 rijen schubben aanwezig. de buikschubben zijn niet sterk verbreed. De lichaamskleur is donker grijs tot blauwachtig zwart, de buikzijde is ongevlekt. De juvenielen hebben echter een rode kleur aan de bovenzijde en de staart. De nek heeft bij de jonge dieren een zwarte kleur, net als de bovenzijde van de kop, hiertussen zijn de schubben lichter tot geel van kleur. De lichaamslengte is ongeveer twee tot 2,5 meter inclusief staart.[2]

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De soorten komen voor in delen van Midden- en Zuid-Amerika en leven in de landen Mexico, Belize, Guatemala, El Salvador, Honduras, Costa Rica, Panama, Colombia, Frans-Guyana, Guyana, Venezuela, Ecuador, Bolivia, Uruguay, Paraguay, Argentinië, Brazilië, Peru, Antillen (Saint Lucia) en Nicaragua.[1]

De habitat bestaat uit vochtige tropische en subtropische bossen, zowel in bergstreken als in laaglanden, en droge tropische subtropische bossen. Ook in door de mens aangepaste streken zoals plantages kunnen de dieren worden aangetroffen.

Beschermingsstatus[bewerken | brontekst bewerken]

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan zes soorten een beschermingsstatus toegewezen. Vier soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC), een als 'onzeker' (Data Deficient of DD) en de soort Clelia errabunda staat te boek als uitgestorven (EX).[3]

Soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Mussurana
(Clelia clelia)
Daudin, 1803 Belize, Guatemala, El Salvador, Honduras, Costa Rica, Panama, Colombia, Frans-Guyana, Guyana, Venezuela, Ecuador, Bolivia, Uruguay, Paraguay, Argentinië, Brazilië, Peru, mogelijk in Nicaragua.
Clelia equatoriana Amaral, 1924 Costa Rica, Panama, Ecuador, Colombia, Peru
Clelia errabunda Underwood, 1993 Antillen (Saint Lucia)
Clelia hussami Morato, Franco & Sanches, 2003 Brazilië
Clelia langeri Reichle & Embert, 2005 Bolivia
Clelia plumbea Wied, 1820 Brazilië, Paraguay
Clelia scytalina Cope, 1867 Mexico, Belize, Guatemala, Nicaragua, Costa Rica, Colombia, Ecuador, mogelijk in Panama

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]