Cornelis Massijs

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De bekoring van de heilige Antonius, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

Cornelis Massijs (Antwerpen, ca. 1510 – tussen april 1556 en januari 1557)[1] ook Cornelis Metsys genoemd[2] was een Zuid-Nederlandse schilder, tekenaar en etser.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Hij was de zoon van Quinten Massijs (I) en Alyt van Tuylt en de jongere broer van Jan Massijs. Het is pas na de dood van hun vader in 1530 dat Cornelis en zijn oudere broer Jan zich inschrijven als vrijmeester bij het Antwerpse Sint-Lucasgilde. Voor 1531 is er geen enkel werk dat door een van beiden gesigneerd werd, wat erop wijst dat ze in het atelier van hun vader werkten.[3] Na zijn inschrijving bij de gilde is er geen spoor van hem meer terug te vinden in de documenten van Sint-Lucas.[4] Hij werkte in Antwerpen tot in 1544 toen hij de stad verliet in verband met de vervolging van protestanten.[5] Ze zouden aanhangers geweest zijn van Eligius Pruystinck ook bekend als Loy de Schaliedecker, die in 1544 werd aangehouden en tot de brandstapel veroordeeld. Cornelis Massijs zou dan in Engeland en Duitsland verbleven hebben, mogelijk in Italië, hij keerde niet meer terug naar Antwerpen.[6] In Engeland maakte hij ca. 1547 een gravure met een portret van Hendrik VIII, in Duitsland van Peter Ernst I van Mansfeld-Vorderort en zijn vrouw.

Stijlkenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn werken behoren tot de renaissancestijl. Cornelis was vooral bekend van zijn landschappen. Omstreeks 1537 begon hij met het maken van gravures. Hij werd hierbij sterk beïnvloed door motieven en de vormtaal van de Italiaanse renaissance.[4] Hij was een van de belangrijke schakels tussen de fantastische landschappen van Joachim Patinir en de realistische landschappen waarvan hij mee aan de basis lag. De landschappen hierbij illustreren dit zeer duidelijk. De Terugkeer van de verloren zoon wijst nog volop naar Patinir, terwijl de Aankomst van de Heilige Familie in Bethlehem, vijf jaar later geschilderd, een totaal vernieuwde stijl toont.[4]

Hij maakte ook een aantal gravures waarin geen historisch narratief werd afgebeeld en was daarmee een van de eersten die de weg naar het zuivere landschapsschilderij insloeg.[4]

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn drie monogrammen bekend die de kunstenaar gebruikte doorheen zijn carrière. Tussen 1537 en 1539 was dat 'COR. MET' dat teruggevonden werd op zijn schilderij De terugkeer van de verloren zoon. Zijn tweede monogram was 'CME' tussen 1539 en 1543 zoals onder meer op de Aankomst van de Heilige Familie in Bethlehem. Later, vanaf 1544, ging hij CMA gebruiken.[7]

Schilderijen[bewerken | brontekst bewerken]

Hierbij een çonvolledige) lijst van werken gesigneerd door Cornelis of toegeschreven aan hem.

Enkele gravures[bewerken | brontekst bewerken]

De gravures komt men in talrijke musea tegen, hierbij een kleine selectie uit de meer dan 150 bewaarde gavures toegeschreven aan de meester. Er zijn 109 gravures met een monogram bewaard gebleven.

  • Bedelaars Eetmaal, 1539, o.m. in het Rijksmuseum, Amsterdam en in Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam
  • Blinden leiden de blinden, 1544-1556, National Gallery of Scotland, Edinburgh
  • Vier struikelende blinden, Royal Scottish Academy, Edinburgh
  • Het leven van Samson (serie van 10 platen)
  • Vechtende Schooiers
  • De zeven vreugden, 1550, British Museum, Londen
  • Kreupele Dansers (12 platen), 1538, o.m. in het Rijksmuseum in Amsterdam, Museum Boijmans van Beuningen, National Gallery of Victoria, Melbourne
  • Discordia, 1540-1550, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam
Zie de categorie Cornelis Massijs van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.