Gebruiker:Allardo/Geschiedenis van de Flamenco

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Ontstaan en ontwikkeling van de Flamenco[bewerken | brontekst bewerken]

Een Flamenco-danseres

Vreselijke foto, iets van tekening met oude flamenco's (uit Don Quixote?)

Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]

De directe wortels van de flamenco zijn niet bekend: een grote hoeveelheid van diverse invloeden, welke over duizenden jaren mondeling werden doorgegeven leidde uiteindelijk tot de cultuurvorm die tegenwoordig flamenco heet. Nog tot halverwege de 20ste eeuw was Spanje grotendeels analfabeet, flamenco-artiesten waren geen uitzondering. Na de Spaanse burgeroorlog (1936 - 1939) volgde de alfabetisering snel.[1]

Vanaf ongeveer 1980 werd er vanuit de musicologische, sociologische en -uiteraard- de flamencohoek diepgaand onderzoek gepleegd. Over ontstaan is nog veel onbekend, maar de laatste tijd komen er meer en meer feiten boven water. Daardoor raken veel mythen ontkracht, wat voor sommigen enigszins afbreuk doet aan hun geromantiseerde visie op flamenco. [2]

Een groot probleem is dat er weinig geschreven bronnen zijn. Hierdoor komen historici, maar ook goed bedoelende "flamenco kenners" (reisverhaalschrijvers) nogal eens met verklaringen die op het eerste gezicht plausibel lijken, maar bij nadere verkenning vrij speculatief blijken. Zij verklaren in feite niets, maar projecteren hun romantische ideeën op de geschiedenis.[3]

Historische tijden [4] [5] [6][bewerken | brontekst bewerken]

In de ontwikkeling van de Flamenco is de geschiedenis van het Iberische schiereiland een belangrijke factor. Flamenco werd door de eeuwen heen gevormd uit een diep inwerkend samenspel van Iberische, Fenicische, Keltische, Gotische, Byzantijnse, Islamitische (Moorse), Sefardische, katholiek christelijke en -sinds 1415- Zigeuner (Sp.: Gitano) culturen welke in Andalusië bestonden vóór, tijdens en na de Reconquista. In dit complexe geheel van elkaar beïnvloedende culturen was de autochtoon (Andalusisch-) Spaanse cultuur altijd de organisatorische en bindende factor.

Feniciërs
Cádiz - Gadir, 1100 v.Chr. door de Feniciërs gesticht, is Europa's oudste, continu bewoonde stad. Was en is als havenstad (veel verschillende culturen), belangrijk centrum voor de ontwikkeling van Spaanse en flamencomuziek. De kringdansen, nog overal in Spanje uitgevoerd, lijken sterk op de dansen van de Feniciërs.
Grieken
Vanaf 550 v.Chr. in zuid Spanje. Potten uit deze tijd werden versiert met beelden van dansers met arm- en lichaamshoudingen gelijkend op die van tegenwoordige Spaanse dansers. Men ziet castañuelas(castagnettes)-achtige instrumenten, en handgeklap ter begeleiding van de dans. Veel Spaanse volksdansen zijn tot de Grieken te herleiden. Waarschijnlijk hebben zij de zogenaamde Frygische modus – ook wel zigeunertoonladder genoemd – in Spanje geïntroduceerd.
Romeinen
Spanje was van 201 vChr. tot 406 na Chr. deel van het Romeinse rijk. Cádiz werd door de Romeinen Gades genoemd, de inwoners Gaditanos (nog steeds hun naam). De cantica gaditanae - liederen van Gades- werden door Romeinen geroemd. Zij waren -evenals de vrouwen uit Gades, dansend op het ritme van crotales (bronzen slag-castanuelas) en handgeklap- zeer populair in Rome.
De Romeinen brachten de kithera, verwant aan de zither, naar Spanje. De kithera ontwikkelde zich tot de guitarra latina ( klein gitaar-achtig instrument met vier paar dubbele snaren), welke de basis is voor de huidige gitaar.
Verondersteld wordt dat de liederen uit Gades voorgangers van de Arabische jarchas en de zambras zijn, die in de Arabische cultuur werden opgenomen nadat Spanje door de Moren werd bezet.
Visigoten
Aan het einde van hun verblijf werden de Romeinen in het noorden belaagd door horden barbaren, waaronder Vandalen. Zij sloten een bondgenootschap met de Visigoten om Vandaalse invallen het hoofd te bieden. Vanaf 537 nC werd de controle over Spanje door de Visigoten, voormalige bondgenoten, over genomen. Deze droegen cultureel weinig bij; behalve dat onder hun bewind de Christenlijke godsdienst wel de religie van het land werd. De naam Andalusia -al Andaluz- betekent in het Arabisch "het land der Vandalen"
Moren
Van alle oude culturen had de Moorse veruit de belangrijkste invloed. De Moren (Arabieren, Syriërs en Berbers) vielen in 711 Spanje binnen, veroverden Spanje -op klein stukje in het noorden na- binnen een paar jaar met relatief weinig manschappen. Dit lukte deels door de medewerking van autochtone inwoners, hopend op een eind aan de bestuurlijke willekeur en anarchie die eeuwenlang heerste.
De Arabische cultuur heeft tijdens ruim 7 eeuwen aanwezigheid, officieel eindigend met de val van Granada (1492), op letterlijk alles in Spanje een enorme en nog altijd merkbare invloed uitgeoefend. Hierbij lag de nadruk op het zuiden, in al-Andaluz (land der Vandalen).
De Moren bleven altijd een relatief kleine minderheid in Spanje: zij vermengden zich al snel met de lokale bevolking. Over een periode van drie eeuwen werd de overgrote meerderheid der autochtone bevolking diepgaand geïslamiseerd en gearabiseerd: zgn. mozaraben of neo-moslims (muwalladûn). In het dagelijkse leven heerste er een tweetaligheid: Arabisch (alleen hogere kringen) en Romaans (voor de 'gewone burger').
Snel na de verovering werd al-Andaluz het culturele centrum van de westerse wereld. De moslims brachten wetenschap en kunst: poëzie, liederen en muziekinstrumenten -fluiten, drums en een luit-achtig instrument met drie gedubbelde snaren, de guitarra morisca genoemd. Deze werd "geplukt" bespeeld, en is mogelijk de inspiratie geweest voor de omzetting van de dubbelsnarige (4x twee snaren) guitarra ladina naar een enkel-snarig bespannen (4 enkele snaren) instrument in de 13e eeuw.
Zyryab
Zyryab stichtte tijdens het bewind van Abd al-Rahman II het eerste conservatorium ter wereld (± 800 nChr) in Córdoba, waardoor de Spaanse muziek nog generaties later werd beïnvloed. Ook introduceerde hij de Perzische luit met 4 snaren in Spanje, die uiteindelijk zou evolueren tot de Spaanse gitaar. Men ziet Zyryab als degene die de vijfde snaar aan dit instrument toegevoegde.
Arabieren droegen bij aan emotionaliteit en gevoeligheidsbeleving van Spaanse muziek. Geschriften uit deze periode beschrijven hoe zangers het publiek dermate in vervoering brachten, dat zij onder de invloed van 'tarab' -het Arabisch equivalent van duende- kruiken op het hoofd stuksloegen, kleding verscheurden en over de grond rolden.
Veel liederen in Spaanse muziek en de flamenco dragen Arabische namen: zambra, zorongo, zarabanda en fandango. De term 'zambra' werd gebruikt om groepen musici, maar ook de samenkomsten waar zij speelden, aan te duiden. In Granada noemen de zigeuners hun feesten nog steeds zambras, waar men dat elders juergas noemt.
Geschreven voorbeelden van Arabische muziek uit deze lange periode ontbreken, maar men neemt aan dat deze lijkt op de muziek die nu in delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten gespeeld wordt. Ook flamenco vertoont overeenkomsten met deze muziek.
Moren verdreven
Christenen in Noord-Spanje ontwikkelden intussen eigen vormen van muziek. Reizende troubadours in de 12e en 13e eeuw zongen balladen, cantigas genoemd, welke in volgende eeuwen evolueerden tot romances en villancicos (religieuze liederen worden nog als kerstliedjes gezongen).
Ofschoon Christenen en Moren het grootste deel van de tijd vredig naast en met elkaar leefden, waren er nu en dan schermutselingen tussen de ridders onderling. Deze verhevigden zich in de 15e eeuw waarbij de Moren langzaam aan naar het zuiden werden verdrongen. Uiteindelijk waren de Moren nagenoeg overal verdreven met uitzondering van Granada, dat uiteindelijk in 1492 -zonder strijd- "viel". <!--Voetnoot : Zwarte Renaissance p. 26 ev.--> Vanaf toen stond Spanje onder Christelijke heerschappij, waarna de de "Zwarte Renaissance" haar aanvang nam.
Gitanos - zigeuners
Volgens de oudste bronnen verschenen, waarschijnlijk via Egypte en Noord-Afrika, in 1447 de eerste gitanos zigeuners in Spanje.
In 1514 bereikten andere groepen zigeuners, de cingaros via de Noord-Europese route, Barcelona. Zij werden ook wel flamencos genoemd. In de paar honderd jaar erna zouden er nog meer in Spanje arriveren.
Dit elegante volk had een uitgebreide traditie van muziek en dans, waarom ze al ver voor hun vertrek uit India bekend waren. Hun manier van dansen, in het bijzonder de arm- en handbewegingen, maar ook het voetenwerk is kenmerkend voor de Indiaase Kathakdans. Flamenco verschilt met de Kathak vooral in het feit dat flamenco niet verhalend is; Indiase dansen zijn veelal een soort toneelstukjes.

Primitieve Periode (1800 – 1860)[bewerken | brontekst bewerken]

(La Etapa Primitiva)

Klassieke Periode of de Periode van de Cafés Cantantes (1860 – 1920)[bewerken | brontekst bewerken]

(La Etapa Clásica o de los Cafés Cantantes)

Periode van de Flamenco Opera (1920 – 1950)[bewerken | brontekst bewerken]

(La Etapa de la Ópera Flamenca)

Periode van de Wedergeboorte (1950 – heden)[bewerken | brontekst bewerken]

(La Etapa de Renacimiento)

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Commons heeft mediabestanden op de pagina Flamenco.