Gebruiker:DerekvG/Zandbak/Antwerps/Antwerps Dialect

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
-- DE BRABANTSE DIALECTEN --
Verbreiding van het Brabants

Antwerps is de variant van het Nederlands zoals dat in Antwerpen gesproken wordt. Het is een vorm van het Brabants, en meer bepaald de subgroep van de "heirbaan-dialecten" (dialecten langsheen de Romeinse heirbaan naar het noorden (richting Dordrecht en 's-Hertogenbosch)). Het echte Antwerps wordt vaak en onterecht omschreven is een "typisch stadsdialect", dat duidelijk te onderscheiden is van de dialecten uit het omliggende gebied. Ergo Het Antwerps dialect is onderdeel van de zgn heirbaan dialecten. Het sluit zeer nauw aan bij dialecten langsheen de route van de oude heirbaan, het heeft een kenmerkende langwerkende invloed langsheen de route, en dus zeer duidelijk te onderscheiden van de dialecten van de aanliggende gebieden.

Spreken en Schrijven[bewerken | brontekst bewerken]

Antwerps wijkt af van het standaard Algemeen Nederlands qua uitspraak. Sinds de invoering van de opeenvolgende standaardspelling in het Nederlands en in het onderwijs van het Nederlands is het schrijven van dialect afgestorven. Vermits men in het Belgische (cq Vlaamse onderwijs) geprobeerd heeft om het gebruik van dialect-uitspraak maar ook de dialecten uit te roeien, hebben de jongeren (zeker sinds de jaren 50) hun roots met het dialect verloren, waardoor gramaticale en uitzonderingen in de spelling niet langer verstaanbaar zijn, en het taalgevoel wegebt. Bijvoorbeeld voelen leerlingen het verschil tussen een mannelijk, vrouwelijk of onzijdig naamwoord niet langer aan, hoewel ze best in staat zijn om in het dialect het juiste lidwoord te gebruiken : ne vengt en een vrau.

Op een aparte pagina zal een synopsis worden gegeven van een schrijfwijze voor het Antwerps dialect op basis van het boek "Antwerps Schrijven" van F. Camerman, waarnaar vele noten in deze artikelen referenties verwijzen.

Hieronder zal worden geprobeerd het Antwerps dialect zowel qua schrijfwijze als qua uitspraak visueel voor te stellen. Om de leesbaarheid en de uniformiteit in stand te houden een legende van de formattering die we hier na zullen hanteren:

  • Alle uitleggende tekst is in het Algemeen Nederlands geschreven
  • Dialect woorden Aentwaerps wördt cursiêf geschrêve en daarbij wordt in belangrijke mate gebruikgemaakt van de door F. Camerman [1] beschreven notatie-wijze.[2]
  • de uitspraak in IPA tekens staat tussen vierkante haken [hakən]
  • als we het in een zin over een letter of een bepaald woord willen spreken dan staat dat woord of die letter tussen enkele quotes : zoals bijvoorbeeld het woord 'woord' of de letter 'l' zonder dat we nog eens expliciet zeggen dat het om het woord of de letter gaat
  • een uitgesproken zin staat tussen dubbele quotes, zoals bijvoorbeeld
  • indien we het een Antwerps woord of Antwerpse zin opnieuw naar het AN vertalen dan staat die vertaling tussen gewone ( ) : zoals in het voorbeeld Aentwaerps(Antwerps)
  • indien we een woord in een vreemde taal gebruiken dan staat er eerst tussen haakjes de taalcode, en dan het woord onderstreept en tussen enkele quotes, zoals bijvoorbeeld: (en)'board'
  • als we in een woord een bepaalde letter willen aanduiden is die letter vet gedrukt : (fr)'fenêtre'

Fonologie[bewerken | brontekst bewerken]

De voorbeelden van de Antwerpse uitspraak zijn in een aparte pagina opgenomen.

Medeklinkers[bewerken | brontekst bewerken]

De uitspraak van de medeklinkers is meestal dezelfde als die van het Nederlands. Zo kent het Antwerps ook een soort eindklankverscherping aan het einde van een woord; net als in het Nederlands is daar geen verschil te horen tussen t/d, p/b; s/z, f/v, ch/g; en [g]/k [ʃ]/[ʒ]. Meestal worden ze inderdaad stemloos uitgesproken, met uitzondering van wanneer het volgende woord met een b of d begint - maar: s/z, f/v, ch/g worden ook stemhebbend uitgesproken als het volgende woord met een klinker begint.[3]

Klinkers[bewerken | brontekst bewerken]

Algemeen valt het op dat in het Antwerpse klinkerstelsel de korte klinkers vaak helder zijn en de lange dikwijls dof - in het Algemeen Nederlands is dat namelijk net tegenovergesteld. Bijvoorbeeld klinkt 'ziel' in het Nederlands als [ziˑl], maar in het Antwerps als [zɪˑl]. Als bronnen werd het werk van Filip Camerman gebruikt, en de fonetische notaties voor de centrerende diftongen zijn overgenomen uit Jan Nuyts "Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets".

Enkele verschillen qua woordenschat[bewerken | brontekst bewerken]

Enkele woorden die niet overeenkomen met de klankverhoudingspatronen boven:

  • 'drie' = drij [draə]
  • De uitgang '-heid' wordt verkort tot -ad[at] [4] (in jonger Antwerps dikwijls tot -ed [et][5]); het meervoud ervan is -ede(n)idə(n)].[6]
  • Bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd die op -n uitgaan, in plaats van op -en, krijgt de 1e persoon enkelvoud net als in het Oudnederlands[7] een vorm die gelijk is aan de infinitief.[8]. Deze infinitieven komen meestal voor in hun verkorte vorm, die al dan niet een velarisering (misschien onder invloed van de articulatieplaats van de klinker[9]) van de n met zich heeft meegebracht.
    • Namelijk deze (en hun samenstellingen): ik zen(zijn), ik gon(gaan), ik ston(staan), ik dùng(doen) en ik zing(zien).

Grammatica[bewerken | brontekst bewerken]

Hier worden enkele gevallen besproken waarin de Antwerpse grammatica afwijkt van haar Algemeen-Nederlandse tegenhanger.

Verbuiging[bewerken | brontekst bewerken]

In het algemeen zijn de Antwerpse verbuigingsverschijnselen te verklaren aan de hand van drie principes: accusativisme, n-deletie en e-deletie; soms heeft analogie ook een rol gespeeld.

Accusativisme[bewerken | brontekst bewerken]

De Antwerpse buigingsvormen gaan terug op die van de oude Nederlandse accusatief (4e naamval):

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-en -e -0
eenen eene[10] een
kleinen kleine klein
n-deletie[bewerken | brontekst bewerken]

In het algemeen valt de slot-n weg behalve vóór klinkers. In de mannelijke uitgang ’’-en’’ blijft ze echter ook bewaard vóór een paar medeklinkers: b, d, t, h[11][12].

Onder dezelfde condities kan een n wegvallen bij het onzijdige, als het woord eindigt op een lange klinker + n[13], zoals bij e klei kiŋd [ə klɑi kiŋt] (een klein kind). Klanken die in de hierop volgende paradigmata wegvallen volgens de n-deletie zijn geschreven binnen [ en ].

e-deletie[bewerken | brontekst bewerken]

De uitgang -e (vrouwelijk enkelvoud en meervoud alle geslachten) valt onder bepaalde condities weg.

  1. Het volgende woord begint met een klinker of tweeklank.[14]
  2. Het woord gaat uit op –er.
  3. Het woord gaat uit op –el.
  4. Het woord eindigt op een klinker of tweeklank.[15] Inclusief de onechte tweeklank oei (roei (rood), doei (dood), en goei)
  5. Het woord eindigt op een lange klinker of tweeklank gevolgd door een sonorant (-l, -n, -r, -m, -j, -w) [16]
  6. Het woord eindigt op –aer(e)m.[17]
  7. Mogelijk, maar niet al te courant, zijn de patronen -r(e)m en -l(e)m.[18]
  8. [19]

In de hierop volgende paradigmata wordt een e die wegvalt volgens de e-deletie geschreven binnen ( en )[20]

De samenval van -e en -en[bewerken | brontekst bewerken]

Behalve de vrouwelijke/meervoudige uitgang -e en de mannelijke uitgang -en, zijn -e en -en samengevallen tot -e(n). Bijdrage heet dus bijdrage(n) en toren tore(n). In deze nieuwe uitgang -e(n) wordt de n alleen maar uitgesproken vóór klinkers.[21]

Het onbepaald lidwoord[bewerken | brontekst bewerken]

mannelijk vrouwelijk onzijdig
ne[n] een e[en]

[11]

Een perfect voorbeeld van de drie bovenstaande principes: eenen ('nen) en een volgens dat der n-deletie, eene volgens dat der e-deletie.

Of ook: nen bruur, een zuster, e kot

Het bepaald lidwoord[bewerken | brontekst bewerken]

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
de[n] d(e) et, 't

[22]

Den is gereduceerd volgens de n-deletie, de volgens de e-deletie. Door zijn vorm is het niet getroffen door de n-deletie, maar de h is wel weggevallen.

Opm: over het algemeen gebruikt men bij persoonsnamen ook het mannelijke bepaald voornaamwoord, bijvoorbeeld De Lowie, Den Herman. Zoiets gebeurt niet bij vrouwennamen (*de Maria). Ook komen we dikwijls tegen dat in besloten kring, wanneer iedereen de persoon kent, een bezittelijk voornaamwoord gebruikt wordt. Dat wordt dan ook naar geslacht verbogen: Onze Lowie, Ons Maria. Zoals in de zin: Edde gij onze/de Lowie al gezing? (Heb jij Lowie al gezien?).

Het bezittelijk voornaamwoord[bewerken | brontekst bewerken]

persoon mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
1 ev mijne(n) mijn mij(n)
manne(n) man ma(n)
2 ev ùwe(n) [uʋə(n)] ù(w) [u(ʋ)] ù(w) [u(ʋ)]
auwe(n) [ɑʋə(n)] au(w)[ɑ(ʋ)] au(w) [ɑ(ʋ)]
3 ev eure(n) eur eur
zijne(n) zijn zij(n)
zanne(n) zan za(n)
1 mv onze(n) ons ons
2 mv olle(n) olle(n) olle(n)
3 mv unne(n) un un

[23]

Hun en heur zijn hun h verloren.
Mijn/mijnen en zijn/zijnen hebben n-deletie ondergaan. Onder de invloed van de tussentaal komen mij en zij echter steeds minder voor.[24]
De w in ouw (of auw, dat ook voorkomt) wordt alleen maar uitgesproken voor een volgende klinker.[25] De ontwikkelingsgang van deze twee woorden: auw[26] < ouw[27] < uw[28].
Vrouwelijk ons/un vermoedelijk naar analogie van de andere vormen in de tabel.
Olle(n) wordt verbogen als een adjectief dat op -e/-en uitgaat.
Opmerkelijke uitzondering is het mannelijke ‘’vader’’, dat een onzijdig bezittelijk voornaamwoord krijgt.[24] Als er een adjectief tussen komt, worden ze weer mannelijk verbogen: ons vader, maar onze moedige vader Of onzen ouwe vader .

Er komen vormen voor met andere stamklinkers (korter of van dezelfde lengte), maar de verbuiging blijft dezelfde.

Het aanwijzend voornaamwoord[bewerken | brontekst bewerken]

De uitgang {d} gedraagt zich als volgt:

  1. Hij valt normaal gezien weg; erop volgende fricatieven (v, g, z, zj) en d worden echter stemloos.
  2. Vóór een klinker klinkt hij als [d].
  3. Vóór ‘em en ‘er klinkt hij als [t].
  4. Vóór et wordt hij vervangen door een g [ɣ].[29]
Normaal gebruikt[bewerken | brontekst bewerken]
mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
deze[n] dees dees
diê[n] die da{d}

[30]

De e-deletie dees < deze valt niet te verklaren aan de hand van de boven vermelde regels; vermoedelijk is ze gebeurd naar analogie van andere functiewoorden.[31]
Diê[n] is waarschijnlijk gevormd naar analogie van andere functiewoorden: die + e[n].

Zelfstandig gebruikt[bewerken | brontekst bewerken]
mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
(den) deze(n) (de) dees (et) dees
(den) diê(n) (de) die da{d}

Behalve da{d} kunnen ze bij zelfstandig gebruik dus het bepaald lidwoord voor zich krijgen.[32]
Let op! Hier is de mannelijke uitgang -en verder gereduceerd en blijft zijn n alleen maar bewaard vóór klinkers.

Het betrekkelijk voornaamwoord[bewerken | brontekst bewerken]

- mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
onderwerp diê(n) die da{d}
voorwerp da{d} da{d} da{d}

[33]

Let op! Hier is de mannelijke uitgang -en verder gereduceerd en blijft zijn n alleen maar bewaard vóór klinkers. Zie boven voor verklaring van {d}.

Bijvoeglijke naamwoorden en andere verbogen woorden[bewerken | brontekst bewerken]

De verbuiging wordt in dit deel beschreven vanuit een synchroon perspectief, maar deletieregels worden genoemd ter opheldering. De onzijdige n-deletie wordt hier omwille van de duidelijkheid genegeerd.

De standaardverbuiging[bewerken | brontekst bewerken]
mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-e[n] -e -0

[14]

Hieronder vallen logischerwijze elk en welk.

De sonorantenverbuiging[bewerken | brontekst bewerken]
mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-e[n] -0 -0

[15]

Deze categorie is ontstaan uit de e-deletie. Omdat die niet echt is doorgedrongen in de tussentaal wordt ze door veel jonge sprekers behalve bij sommige functiewoorden slechts sporadisch toegepast[34]
Hieronder vallen logischerwijze iên, giên, aender en ieder.
Sommige woorden horen tot deze categorie om historische redenen en niet wegens hun tegenwoordige vorm

De verbuiging van bijvoegelijke naamwoorden op -d[bewerken | brontekst bewerken]

Deze verbuiging is ontstaan door de werking van de d-syncope en de e-deletie.

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig/predicatief
goeie[n] goei góed

goeie[n] gaat terug op "goeden", waarvan de d in een j is overgaan - daarenboven is de n door de n-deletie getroffen
goei gaat terug op "goede", met d > j en bovendien e-deletie na de hierdoor ontstane sonorant
góed heeft zijn vorm behouden, maar heeft ook dezelfde ontwikkeling ondergaan als bijvoorbeeld wad: de d valt weg behalve voor klinkers waar ze daadwerkelijk als een [d] klinkt en men bespeurt ze ook in de verstemlozing van erop volgende fricatieven. Dit was vroeger waarschijnlijk ook het geval met andere adjectieven op -d, maar in het hedendaags Antwerps is goed het enige geval.

De woorden met een w ter vervanging van de d worden op dezelfde manier verbogen:

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig/predicatief
ouwe[n] ouw oud

Verbogen zoals goed:

  • briêd
  • doêd (doei-)
  • kwaad
  • roêd (roei-)
  • ...[37]

Verbogen zoals oud:

  • blauw (met analogische -d in het onzijdig)
  • grauw (met analogische -d in het onzijdig)
  • koud
  • rauw
  • ...[37]
De verbuiging van de overtreffende trap[bewerken | brontekst bewerken]

(stam = grondwoord minus e)

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-e[n] -(e) -e(n)

Deze categorie bevat:

  1. De overtreffende trap (schoônste) [15]
  2. Rangtelwoorden (twiêde[38])
  3. Dezelfste [15]

Het enige verschil met de stofnamenverbuiging is -(e) in vrouwelijk en meervoud.

De stofnamenverbuiging[bewerken | brontekst bewerken]

(stam = grondwoord minus e(n))

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-e[n] -e(n) -e(n)

[39]

Deze verbuiging geldt voor alle adjectieven op -e(n), behalve die van de overtreffendetrapverbuiging.
Ze wordt ook toegepast op samenstellingen voor de keuze tussen -e- en -en-: boerentore (mannelijk), boeretores (meervoud).[40]

In populaire cultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]


  1. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven: Spelling en grammatica van het 21e-eeuwse Antwerps, blz. 15-17. ISBN 978-90-5927-175-3.
  2. Bij de keuze van grafemen gebruikt de auterur het AN gebruikt als vertrekpunt aangevuld met nieuwe "verzonnen" grafemen waar de AN-spelling er te weinig heeft.
  3. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven: Spelling en grammatica van het 21e-eeuwse Antwerps, blz. 178-181. ISBN 978-90-5927-175-3.
  4. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 178.
  5. Nuyts, J., Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets, blz. 36.
  6. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 49-50.
  7. Quak, A., J. M. van der Horst (2002), Inleiding Oudnederlands, blz. 178-181. ISBN 90 5867 207 7.
  8. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 110-113.
  9. Nuyts, J., Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets, blz. 27.
  10. eene wordt in zeker situaties wél gebruikt in het meervoud, bijvoorbeeld in "zoe'n boekke"
  11. a b Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 62.
  12. Voorheen hoorde ook r in die reeks.
  13. Ooms, Miet, Jaques van Keymeulen (2005), Taal in stad en land: Vlaams-Brabants en Antwerps, blz. 60. ISBN 9020960474.
  14. a b Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 71.
  15. a b c d Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 72.
  16. van Keymeulen, Jaques (2005), Taal in stad en land: Vlaams-Brabants en Antwerps, blz. 60.
  17. [1]; zoek op *aerm
  18. Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse spelling en grammatica - D'alternatieve verbuiging
  19. Meer gevallen?
  20. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 56.
  21. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 57.
  22. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 63.
  23. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 97-99.
  24. a b Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 99.
  25. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 97.
  26. de w getuigt ervan dat auw ontstaan is uit ouw.
  27. De lezer houde in gedachten dat <ouw> als [a:(w)] klinkt
  28. zie http://dbnl.org/tekst/wink002gesc01_01/wink002gesc01_01_0006.htm voor de ontwikkeling ouw < ûw (ev: < iuw)
  29. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 59-60.
  30. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 82-83.
  31. mannelijk: ə+n, vrouwelijk: geen ə, onzijdig: niks of n-deletie
  32. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 83-84.
  33. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 85-86.
  34. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 73.
  35. Antwerps.be - Woordenboek Antwerps-Nederlands
  36. Antwerps.be - Woordenboek Antwerps-Nederlands
  37. a b c gelieve deze lijst te verlengen
  38. http://www.aentwaerps.be/woord/865 http://www.aentwaerps.be/woord/866
  39. Camerman, F. (2007), Antwerps schrijven, blz. 73-74.
  40. http://www.aentwaerps.be/files/boek/Antwerps%20schrijven%20-%20III.7%20-%20De%20tussen-n%20in%20samenstellingen.pdf