Kegelsilene-associatie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kegelsilene-associatie
Kegelsilene-associatie met duinreigersbek en zwenkdravik
Kegelsilene-associatie met duinreigersbek en zwenkdravik
Syntaxonomische indeling
Klasse:Koelerio-Corynephoretea
(klasse van droge graslanden op zandgrond)
Orde:Cladonio-Koelerietalia
(fakkelgras-orde)
Verbond:Tortulo-Koelerion
(duinsterretjes-verbond)
Associatie
Sileno-Tortuletum ruraliformis
Doing 1993

De kegelsilene-associatie (Sileno-Tortuletum ruraliformis) is een associatie uit het duinsterretjes-verbond (Tortulo-Koelerion). De associatie omvat soorten- en bloemrijke pioniervegetatie van droge, kalkrijke maar ook mesotrofe zeeduinen. Het centrum van de verspreiding van deze associatie ligt in de kalkrijke Hollandse Duinen.

Naamgeving en codering[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam Sileno-Tortuletum ruraliformis is afgeleid van de botanische namen van twee belangrijke diagnostische plantentaxa van deze associatie. Dit zijn de kensoort kegelsilene (Silene conica), en de verbondskentaxon groot duinsterretje (Syntrichia ruralis var. ruraliformis, synoniem Tortula ruraliformis).

Fysiognomie[bewerken | brontekst bewerken]

De kegelsilene-associatie is een soorten- en bloemrijke, open pioniervegetatie waarin zowel de kruidlaag als de moslaag zeer goed ontwikkeld zijn. De boom- en struiklaag zijn afwezig.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

Deze plantengemeenschap komt voor op droge, kalkrijke duinen met een wat hogere voedselrijkdom in de bodem dan bij de nauw verwante duinsterretjes-associatie. Ze heeft haar bestaan te danken aan historisch menselijk ingrijpen, zoals het extensief hoeden van vee, het uitbaten van kleine akkertjes en andere kleinschalige menselijke activiteiten in het duinlandschap. Deze activiteiten zijn ondertussen reeds lang gestopt, maar recreatie is een moderne vervanging voor deze oude gebruiken.

Samen met de associatie van wondklaver en nachtsilene kenmerkt de kegelsilene-associatie het historische zeedorpenlandschap.

Subassociaties in Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

Van de kegelsilene-associatie komen in Nederland en Vlaanderen drie subassociaties voor.

Subassociatie met buntgras[bewerken | brontekst bewerken]

Een subassociatie met buntgras (Sileno-Tortuletum corynephoretosum) waarin buntgras (Corynephorus canescens) als differentiërende soort geldt. De syntaxoncode voor Nederland is r14Ca02a.

Subassociatie met echt bitterkruid[bewerken | brontekst bewerken]

Een subassociatie met echt bitterkruid (Sileno-Tortuletum picridetosum) waarin echt bitterkruid (Picris hieracioides) als differentiërende soort geldt. De syntaxoncode voor Nederland is r14Ca02b.

Arme subassociatie[bewerken | brontekst bewerken]

Een gedegradeerde, soortenarme subassociatie (Sileno-Tortuletum inops) waarin enkel de meest dominante soorten overblijven. De syntaxoncode voor Nederland is r14Ca02c.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De kegelsilene-associatie komt voor in een smalle strook langs de Nederlandse - en mogelijk ook Belgische en Noord-Duitse Noordzeekust.

In Nederland is ze vooral te vinden in de kalkrijke Noord-Hollandse duinen tussen Katwijk en Noordwijk en rond Zandvoort, en daarbuiten op enkele plaatsen in Zeeland en op de Waddeneilanden.

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

De kegelsilene-associatie heeft als voornaamste kensoorten de naamgevende kegelsilene, zwenkdravik en duinaveruit. Oorsilene en liggende asperge heeft ze gemeen met de associatie van wondklaver en nachtsilene. Deze worden aangevuld met een groot aantal soorten van de hogerliggende niveaus en van het verbond van droge, kalkrijke duingraslanden. Meestal is ook muurpeper aanwezig.

Ken- en differentiërende soorten voor de kegelsilene-associatie
Kensoort Diff.soort Presentie Triviale naam Botanische naam Opmerking Afbeelding
Boomlaag
Geen soorten
Struiklaag
Geen soorten
Kruidlaag
kA - > 60% kegelsilene Silene conica
kA - > 40% zwenkdravik Anisantha tectorum
kA - > 20% duinaveruit Artemisia campestris subsp. maritima
kA - > 20% liggende asperge Asparagus officinalis
kA - > 20% oorsilene Silene otites
kA - < 10% ruw gierstgras Milium vernale
kA - < 10% bleek schildzaad Alyssum alyssoides
kA - < 10% knolbeemdgras Poa bulbosa
kV - > 80% zanddoddegras Phleum arenarium
kV - > 40% kandelaartje Saxifraga tridactylites
kV - > 30% duinreigersbek Erodium cicutarium subsp. dunense
kO - > 70% smal fakkelgras Koeleria macrantha
kO - > 30% ruw vergeet-mij-nietje Myosotis ramosissima
kO - > 20% kruipend stalkruid Ononis spinosa subsp. repens
kO - > 10% duinviooltje Viola curtisii
kK - > 80% zandhoornbloem Cerastium semidecandrum
kK - > 60% zandzegge Carex arenaria
kK - > 40% geel walstro Galium verum
kK - < 10% vroege haver Aira praecox
- dS - echt bitterkruid Picris hieracioides subassociatie met echt bitterkruid
- dS - buntgras Corynephorus canescens subassociatie met buntgras
bg - > 60% muurpeper Sedum acre
Moslaag
kV - > 50% groot duinsterretje Syntrichia ruralis var. ruraliformis
kV - > 10% klein duinsterretje Syntrichia ruralis var. calcicola
kV - < 10% kalksmaltandmos Ditrichum flexicaule
kK - > 50% gewoon klauwtjesmos Hypnum cupressiforme
kK - > 20% gewoon purpersteeltje Ceratodon purpureus
kK - < 10% klein leermos Peltigera rufescens