Naar inhoud springen

Gewoon ekstertje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Lonchura cucullata)
Gewoon ekstertje
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Gewoon ekstertje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Estrildidae (Prachtvinken)
Geslacht:Spermestes
Soort
Spermestes cucullata
Swainson, 1837
Verspreidingsgebied.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Gewoon ekstertje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Het gewoon ekstertje (Spermestes cucullata synoniem: Lonchura cucullata) is een vrij klein vogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae) dat voorkomt in grote delen van Afrika.

De vogel is gemiddeld 9 cm lang en weegt 7,7 tot 11,8 gram.[2] Het kopje en de keel van het gewoon ekstertje zijn zwart met een groene metaalglans, evenals de kleur van de schouders. De bovenzijde is grijsbruin en de staart is bruinzwart, de vleugels en de bovenborst zijn bruin, de onderzijde is wit. Op de flanken is hij bruin en wit gestreept, maar bij de ondersoort L. c. scutata ontbreekt deze streping. Het vrouwtje en mannetje zijn aan elkaar gelijk.

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn twee ondersoorten:[3]

Het is een vogel van half open landschappen, bebost gebied afgewisseld met vrij droge graslanden, ook wel in agrarisch gebied. Komt in Oost-Afrika ook in bergland voor, tot op 2200 m boven zeeniveau.[2] Verwildere populaties komen voor op Puerto Rico.[1]

Keulemans 1869
Keulemans 1869

De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. Men veronderstelt dat de soort in aantal stabiel is. Om deze redenen staat deze prachtvink als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]

Verzorging als volièrevogel

[bewerken | brontekst bewerken]

Deze vogel is levendig, maar vrij schuw, echter toch wel goed te houden in een grote kooi of (buiten)volière in gemengd gezelschap. Tijdens de broedtijd zijn ze vechtlustig.
Het voedsel bestaat niet alleen uit een zaadmengsel voor bijvoorbeeld tropische vinken maar ook uit gekiemd zaad. Water, grit en maagkiezel moeten vanzelfsprekend altijd voorhanden zijn.[bron?]