Prunus sibirica

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Prunus sibirica
Vrucht
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Prunus
Soort
Prunus sibirica
L. (1753)
Bloesem
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Prunus sibirica op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Prunus sibirica (synoniem: Armeniaca sibirica) is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De wetenschappelijke naam werd gepubliceerd door Carl Linnaeus in 1753 in Species plantarum.[1]

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Prunus sibirica is een kleine boom of struik die groeit tot een hoogte van 3 meter. De bladeren van de soort zijn ovaal, 2 tot 10 cm lang en 2 tot 7 cm breed. De bladrand is fijn getand. De bladstelen zijn dun en worden 2 à 3 cm lang. De bloesem is meestal roze en verschijnt in mei. Vruchten verschijnen in juli en augustus. Deze hebben een diameter van 1,2 à 2,5 cm en hebben binnenin een grote pit met daarin de zaadjes.[2] De zaadjes worden gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde, maar ook om producten als amandelmelk, huidverzorgingsproducten en biodiesel te verkrijgen.[3]

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De soort komt voor in Mongolië, het zuiden van de Transbaikalregio van Oost-Siberië, de regio Primorje in het Russische Verre Oosten en het noorden en noordoosten van China. De soort groeit er op droge rotshellingen of onder het bladerdak van open, droge bossen.[2]

Zie de categorie Prunus sibirica van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.