Resolutie 1287 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1287
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 31 januari 2000
Nr. vergadering 4094
Code S/RES/1287
Stemming
voor
14
onth.
1
tegen
0
Onderwerp Georgisch-Abchazisch conflict
Beslissing Verlengde de UNOMIG-waarnemingsmissie met 6 maanden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2000
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Bangladesh Bangladesh · Vlag van Canada Canada · Vlag van Jamaica Jamaica · Vlag van Maleisië Maleisië · Vlag van Mali Mali · Vlag van Namibië Namibië · Vlag van Nederland Nederland · Vlag van Tunesië Tunesië · Vlag van Oekraïne Oekraïne
Abchazië.

Resolutie 1287 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 31 januari 2000 door de VN-Veiligheidsraad aangenomen met veertien stemmen voor en de onthouding van Jamaica. De resolutie verlengde de UNOMIG-waarnemingsmissie in Abchazië met een half jaar.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Georgisch-Abchazisch conflict voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op het einde van de jaren 1980 wilde de Abchazische minderheid in Abchazië onafhankelijk worden van Georgië, waartoe ze behoorden, terwijl de Georgiërs wel de meerderheid van de bevolking uitmaakten. De Georgiërs zagen dat niet zitten en in 1992 leidde de situatie tot een gewapend conflict. Daarbij raakte ook grote buur Rusland betrokken, die het voor de Abchazen opnam. Begin 1993 braken zware gevechten uit om de Abchazische hoofdstad Soechoemi, die kortstondig waren onderbroken door een staakt-het-vuren.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Het gebrek aan vooruitgang in een aantal sleutelkwesties over Abchazië was onaanvaardbaar. De situatie was nu relatief rustig, maar bleef fragiel.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Secretaris-generaal Kofi Annan had een nieuwe Speciale Vertegenwoordiger aangesteld en de partijen werden aangemoedigd hiervan gebruik te maken zich opnieuw te verbinden aan het vredesproces. Zij moesten meer in dialoog treden, vooral over de verdeling van grondwettelijke bevoegdheden tussen Georgië en diens (opstandige) regio Abchazië. Dat die laatste op eigen houtje verkiezingen hield was onaanvaardbaar. Ook demografische wijzigingen ten gevolge van het conflict waren onaanvaardbaar.

Ten slotte werd het mandaat van de UNOMIG-waarnemingsmacht verlengd tot 31 juli 2000.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]