Resolutie 1877 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1877
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 7 juli 2009
Nr. vergadering 6155
Code S/RES/1877
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Joegoslavië-tribunaal
Beslissing Verlengde de ambtstermijnen van de rechters.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2009
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk · Vlag van Burkina Faso Burkina Faso · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Kroatië Kroatië · Vlag van Japan Japan · Vlag van Libië Libië · Vlag van Mexico Mexico · Vlag van Turkije Turkije · Vlag van Oeganda Oeganda · Vlag van Vietnam Vietnam
Voormalig Joegoslavië en de opvolgersstaten.

Resolutie 1877 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangenomen op 7 juli 2009 op Oostenrijks initiatief en verlengde de ambtstermijnen van de rechters in het Joegoslaviëtribunaal.[1]

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Oorlogen in Joegoslavië voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars en in 1991 verklaarde Bosnië en Herzegovina zich onafhankelijk. De Servische minderheid in het land kwam hiertegen in opstand en begon een burgeroorlog, waarbij ze probeerden de Bosnische volkeren te scheiden. Tijdens die oorlog vonden massamoorden plaats waarbij tienduizenden mensen omkwamen. In 1993 werd het Joegoslaviëtribunaal opgericht, dat de oorlogsmisdaden die hadden plaatsgevonden moest berechten.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad herinnerde aan de resoluties 1503 uit 2003 en 1534 uit 2004 waarin het Joegoslavië-tribunaal werd gevraagd te zorgen dat alle onderzoeken waren afgerond in 2004, alle rechtszaken in 2008 en al haar werk in 2010. Het tribunaal dacht nu haar werk niet meer in 2010 te kunnen voltooien. Met resolutie 1837 waren de ambtstermijnen van de permanente rechters al verlengd tot 31 december 2010 of eerder indien de zaak waaraan ze werkten eerder voltooid zou zijn.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Raad besloot tegen 31 december 2009 de verlenging van de ambtstermijnen van de permanente rechters die ook lid waren van de kamer van beroep te bekijken. Volgende ambtstermijnen werden verlengd tot 31 december 2010:

Ook de ambtstermijnen van de rechters die de Brit Iain Bonomy, de Guyanees Mohamet Shahabuddeen en de Belg Christine Van Den Wyngaert, die hun ontslag hadden gegeven, gingen opvolgen werden mee verlengd, alsook die van volgende ad litem-rechters die momenteel dienden:

En volgende ad litem-rechters die momenteel niet dienden:

De ad litem-rechters Harhoff, Lattanzi, Mindua, Prandler en Trechsel mochten ook na de cumulatieve periode die in artikel °13 van de statuten van het tribunaal was voorzien blijven dienen. Op vraag van het tribunaal zou de Veiligheidsraad ook bijkomende ad litem-rechters kunnen aanwijzen. Hun aantal zou dan tijdelijk het in artikel °12 voorziene maximum van twaalf overschrijden en maximaal dertien zijn.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]