Vergadering van Notabelen (1814)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Voor de Vergadering van Notabelen kwamen op 29 maart 1814 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam 474 notabelen bijeen, die moesten beslissen over de ontwerp-Grondwet. Er waren 600 leden benoemd, maar niet allen verschenen. Sommigen bleven weg vanwege persoonlijke omstandigheden of ziekte (liefst 60 personen), terwijl drie benoemden al overleden waren. Een enkeling had er geen vertrouwen in dat vrijelijk over het ontwerp gesproken kon worden, en vreesde alleen 'ja' of 'nee' te mogen zeggen.

De leden van de Notabelenvergadering (formeel de Grote Vergadering representerende de Verenigde Nederlanden) waren benoemd op 2 maart 1814 door de soeverein vorst. De leden waren per departement (gewest) benoemd, waarbij nog de departementale indeling gold uit de Franse Tijd. Zo was er een departement Zuiderzee dat ongeveer het gebied van Noord-Holland en Utrecht besloeg en een departement Boven-IJssel dat overeenkwam met wat nu ongeveer Gelderland is.

Voorzitter van de vergadering was de Geldersman Anne Willem Carel van Nagell tot Ampsen. De vergadering werd geopend met een toespraak van soeverein vorst Willem. Het ontwerp van de Grondwet was gemaakt door een commissie onder leiding van Gijsbert Karel van Hogendorp. De ontwerp-Grondwet werd verdedigd door Felix van Maanen, president van het Hooggerechtshof en lid van de Grondwetscommissie.

Het ontwerp werd met 448 tegen 26 stemmen aangenomen. Enkele katholieken vreesden overheersing door de hervormden en wezen het ontwerp af. Ook de Amsterdamse hoogleraar Jean Henri van Swinden stemde, vanwege 'gewigtige zwarigheden', tegen. Hiermee kwam de eerste Grondwet tot stand. Een dag later werd in het bijzijn van de notabelen de vorst ingehuldigd.

Leden van de Notabelenvergadering waren hoofdzakelijk lokale bestuurders uit de steden en de ambtsheerlijkheden op het platteland. Veel van hen waren grondbezitter. Daarnaast waren enkele officieren, rechters, hoogleraren en koopmannen lid.

Opkomst[bewerken | brontekst bewerken]

departement benoemd verschenen
Boven-IJssel 74 66
Friesland 52 38
Monden van de IJssel 43 37
Monden van de Maas 118 92
Monden van de Rijn 83 56
Monden van de Schelde 25 18
Wester-Eems 53 34
Zuiderzee 152 133
Totaal 600 474

Verschenen leden per departement (provincie)[bewerken | brontekst bewerken]

departement Boven-IJssel (66)[bewerken | brontekst bewerken]

departement Friesland (38)[bewerken | brontekst bewerken]

departement Monden van de IJssel (37)[bewerken | brontekst bewerken]

departement Monden van de Maas (92)[bewerken | brontekst bewerken]

departement Monden van de Rijn (56)[bewerken | brontekst bewerken]

departement Monden van de Schelde (18)[bewerken | brontekst bewerken]

departement Wester-Eems (34)[bewerken | brontekst bewerken]

departement Zuiderzee (133)[bewerken | brontekst bewerken]