Justinus Sjuck Gerrold Juckema van Burmania Rengers

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Justinus Sjuck Gerrold Juckema van Burmania Rengers
Justinus Sjuck Gerrold Juckema van Burmania Rengers
Algemene informatie
Geboren IJsbrechtum, 13 augustus 1773
Overleden 's-Gravenhage, 28 november 1832
Titulatuur Mr.
Politieke functies
1794-1795 Grietman van Franekeradeel
1802-1810 Raadsheer Hof van Friesland
1807-1810 Lid Wetgevend Lichaam
1811-1814 Lid Keizerlijk Wetgevend Lichaam
1814 Lid Vergadering van Notabelen
1814-1832 Lid Raad van State
1814-1824 Lid Provinciale Staten van Friesland
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Justinus Sjuck Gerrold Juckema baron van Burmania Rengers (IJsbrechtum, 13 augustus 1773's-Gravenhage, 28 november 1832) was een Nederlandse politicus.[1]

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Van Burmania Rengers, lid van de familie Rengers, was een zoon van Egbert Sjuck Gerrold Juckema van Burmania Rengers (1745-1806) en Wilhelmina de Beyer. Hij werd bij besluit van 28 augustus 1814 samen met Bernard Walraad van Welderen Rengers benoemd in de Ridderschap van Friesland, met het predicaat jonkheer. Bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1822 werd voor alle leden van het geslacht de titel van baron(es) erkend. Van Burmania Rengers trouwde met Henriëtte Jacoba van Andringa de Kempenaer. Uit dit huwelijk werden vijf zoons en vier dochters geboren.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Van Burmania Rengers studeerde Romeins en hedendaags recht aan de Franeker Hogeschool en promoveerde in 1793 op een proefschrift. Hij vervulde diverse bestuurlijke en politieke functies en was onder meer volmacht in de Staten van Friesland (1793-1795) en grietman van Franekeradeel (1794-1795). Na de Franse inval was hij enige tijd ambtsloos. In 1802 was hij raadsheer van het Hof van Friesland en werd later dat jaar raadsheer van het Gerechtshof van het departement Friesland (1802-1810).

Van 8 december 1807 tot 27 juli 1810 was hij lid van het Wetgevend Lichaam en van 19 februari 1811 tot 4 juni 1814 lid van het Keizerlijk Wetgevend Lichaam in Parijs. In 1814 was hij lid van de Vergadering van Notabelen en vervolgens lid van de Raad van State (1814-1832), daarnaast was hij lid van de Provinciale Staten van Friesland (1814-1824).

Voorganger:
Jacob Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam
Grietman van Franekeradeel
1794-1795
Opvolger:
E.M. van Beyma