Naar inhoud springen

Phagspa: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ZéroBot (overleg | bijdragen)
k r2.7.1) (Robot: toegevoegd: es:Drogön Chögyal Phagpa
k r2.7.3) (Robot: toegevoegd: id:Drogön Chögyal Phagpa
Regel 77: Regel 77:
[[es:Drogön Chögyal Phagpa]]
[[es:Drogön Chögyal Phagpa]]
[[fr:Drogön Chögyal Phagpa]]
[[fr:Drogön Chögyal Phagpa]]
[[id:Drogön Chögyal Phagpa]]
[[it:Drogön Chögyal Phagpa]]
[[it:Drogön Chögyal Phagpa]]
[[ja:パクパ]]
[[ja:パクパ]]

Versie van 27 aug 2012 04:03

Phagspa
Drogön Chögyal Phagspa
Tibetaans འགྲོ་མགོན་ཆོས་རྒྱལ་འཕགས་པ་
Wylie Gro mgon Chos rgyal 'Phags pa
Traditioneel Chinees 八思巴
Vereenvoudigd Chinees 八思巴
Hanyu pinyin Bāsībā
Portaal  Portaalicoon   Tibet

Drogön Chögyal Phagspa of Dromtön Chögyal Pagpa, kortweg Phagspa/Phakpa, (Namring Lukhung, 6 maart 1235 - Sakya, 22 november 1280) was de vijfde leider van de sakyaschool, een van de vier belangrijkste scholen van het Tibetaans boeddhisme. Hij werd de eerste onderkoning van Tibet en speelde een belangrijke politieke rol.

Hij was als zevende sakya trizin de leider van de sakyatraditie in het Tibetaans boeddhisme. Dit was hij van 1265 tot 1266 en van 1276 tot 1280; tussendoor regeerde Rinchen Gyaltsen.

Verder was hij de eerste keizerlijk leermeester van grote Mongoolse leider Koeblai Khan en ontwikkelde het Phagspa-schrift. In de klassieke Tibetaanse geschiedschrijving is Phagspa de belichaming bij uitstek van de rol van priester in de patroon-priesterrelatie tijdens de Yuan-dynastie.

Bevordering tot plaatsvervangende koning van Tibet

De heersers van het Mongoolse Rijk probeerden Tibet in de 13e en 14e eeuw zonder al te veel kostbare veldtochten of onderhandelingen onder controle te houden, aangezien de voormalige zelfstandige staat geen tegenstander van formaat voorstelde. Om die reden stelden ze een algemeen erkend religieus hoofd aan die de leiding kreeg over een dozijn tienduizendschappen (khri-skor) en bijbehorende bestuurders (khri-dpon). Verder gaven ze hem volkstelling en belastingen in handen en regelden ze de onderlinge uitwisseling van gezanten, hogere rechtspraak en kreeg hij een burgerbestuurder (dpon-chen) aan zijn zijde. Tibet werd hierbij allereerst onder de leiding van Godan Khan (?-1251) gesteld, een zoon van Ögedei Khan.

Phagspa's oom Sakya Pandita reisde van 1247-49 op uitdrukkelijke wens van prins Goden naar het Mongoolse hof en werd daar in Karakorum tot onderkoning van Tibet benoemd. Zijn neven Phagspa en Phyagna Dorje (1239-1267) waren aan het Mongoolse hof snel opgevallen als gewaardeerde leraren van Koeblai Khan. Nog voor zijn terugkeer, overleed Sakya Pandita, waardoor Phagspa werd benoemd tot hoofdlama van Tibet in 1251.

Onzichtbare heerschappij in Tibet

In Tibet werd de heerschappij van Phagspa niet zonder strijd geaccepteerd. Zo werd hij door een Mongools leger onder leiding van veldheer Uriang-kadai naar huis begeleid. De reis naar van 1253-54 naar Lhasa werd bij elkaar 40 maal door conflicten met bergstammen en bij vestingen opgehouden. De tweede belangrijkste hoofdlama van Tibet, Karma Pakshi van de karma kagyü-orde en tegenstander van de sakyaorde, reisde speciaal naar Koeblai's hof, maar had geen succes de beslissing terug te draaien. Daarna reisde de tweede karmapa, Karma Pakshi, verder naar Möngke Khan.

Uiteindelijk werd de broederstrijd tussen Koeblai en Ariq Boke beslissend in welke boeddhistische orde leidend werd in Tibet. Nadat de rivaliserende karmapa werd beschuldigd van steun aan Ariq Boke, stuurde Koeblai een leger op hem af en liet hem vervolgen. De strijd werd weliswaar snel bijgelegd en de de karmapa († 1283) leefde nog lang, maar Phagspa en Phyagna waren nu als regenten van Tibet onaantastbaar; Phyagna trouwde bijvoorbeeld met een van de dochters van Koeblai.

De nieuwe regenten werden 16.000 kg zilver, goud en duizenden zijden kleden geschonken, kleedden zich met tegenzin van de monniken Mongools en hadden voortdurend een indrukwekkende delegatie om zich heen. Phagspa en Phyagna keerden in 1264-65 terug naar Tibet. Naar men aanneemt wilden ze de heerschappij samen delen, maar Phyagna overleed plotseling in 1267. Voor de drigung kagyü, een ondersekte van de kagyü, was dit aanleiding voor een revolte die echter met een Mongools leger tussen 1267-68 werd neergeslagen.

Relatie met China

In de tijd van Phagspa intensiveerden de toen nog wederzijdse betrekkingen tussen het Chinees Keizerrijk en Tibet. Phagspa werd door de vorst van de Yuan-dynastie in China in 1260 uitgeroepen tot rijksleraar (guoshi 國師). Dit ambt regelde de boeddhistische zaken van de Yuan-dynastie. Ook Tibet stond onder Phagspa's gezag, waardoor het nog meer van de Mongolen afhankelijk werd. Daarnaast maakte Phagspa bij het hof aanspraak op een hogere positie, vergelijkbaar met die van de khan zelf. Met vermoedelijk de tussenkomst van Chabi, de tweede hoofdvrouw van Koeblai, werd een compromis uitgehandeld waarin Phagspa in geestelijke zaken de hogere rang bezat.

De Yuan-keizers hielpen de sakyasekte bij het bewind over Tibet tegen rivalisereende sektes zoals drigung kagyü (1267, 1282-91 en 1290-01) en gaven rijke geschenken aan de hoogwaardigheidsbekleders. Als tegenprestatie stonden dezen hen bij religieuze zaken in China bij, waarbij bijvoorbeeld de rivaliteit tussen de boeddhisten en taoïsten in het oog springt en geloofsconflicten onder andere leidden tot een boekverbranding in 1280.

Phagspa leefde lange tijd in het hof in Khanbalyq (Peking) in China en keerde pas vier jaar voor zijn dood terug naar Tibet. In Tibet voerde in die tijd de burgerbestuurder (dpon-chen) met de naam Kun-dga-bzang-po de feitelijke regeringstaken uit. Hij werd na de dood van Phagspa door de leden van de sakya, respectievelijk de Mongoolse bevelhebbers terechtgesteld vanwege de vermeende vergiftiging van Phagspa, omdat de vijandigheid tussen beide bekend was.

De opvolger van Phagspa als religieus leider van het Yuan-rijk was de door hem zelf uitgezochte monnikstudent Sengge († 1291), die hem vanwege zijn talent (in het bijzonder taal) was opgevallen. Niettemin lieten Sengge en zijn plaatsvervanger Yanglianzhenja geen positief beeld na in de geschiedenis, vanwege geldinning, financiële speculatie, moorden en plunderingen. In Tibet werd hij door zijn neef en sakya-volgeling Dharmapalaraksita

Het Phagspa-schrift

Phagspa werd onder andere ook bekend vanwege de ontwikkeling van het Phagspa-schrift, een Mongools schrift dat echter niet het Mongoolse standaardschrift van de Oeigoeren zou verdringen. Hij kreeg die opdracht van de Koeblai Khan nadat hij China veroverde. Hij wilde een schrift dat zowel in het Chinees als in het Mongools geschreven kon worden. Het schrift van Phagspa beviel Koeblai zodanig, dat hij de invoering ervan beval in alle aan hem ondergeschikte landen. De tekens liepen echter in tegenstelling tot het Chinees schrift van links naar rechts.

Het schrift verdween nooit helemaal na de ondergang van de Yuan-dynastie in 1368. Het werd bijvoorbeeld nog gebruikt als schrift op Tibetaanse zegels, voor opschriften aan de ingangen en op de wanden van Tibetaanse kloosters en voor opschriften op Tibetaanse munten.

Kalenderhervorming

Phagpa schreef meerdere verhandelingen over de Tibetaanse kalender en de Tibetaanse astronomie. Ook legde hij de politieke basis voor de verdere ontwikkeling van beide.

In alle gevallen betreft het hier praktische rekenboeken. Deze schriften zijn anno 2009 de oudste uitbeeldingen van de Kalachakra-astronomie die in het Tibetaans zijn teruggevonden zonder dat het vertalingen uit het Indisch zijn. Inhoudelijk volgde Phagpa nog grotendeels de uiteenzettingen zoals die in de Kalacakratantra waren gedaan.

Door toedoen van Phagpa werd de op de Kalacakratantra gebaseerde Tibetaanse kalender in Tibet ingevoerd en als maatgevende, door Boeddha onderwezen kalender gevestigd. Tegelijkertijd voerde hij de Tibetaanse maandaanduiding volgens de zogenaamde Hor-maanden in die tot en met het begin van de 21e eeuw in gebruik zijn gebleven.

Voorganger:
Sakya Pandita
7e sakya trizin
1265-1266
Opvolger:
Rinchen Gyaltsen
Voorganger:
Rinchen Gyaltsen
7e sakya trizin
1276-1280 (opnieuw)
Opvolger:
Dharmapala Rakshita
Voorganger:
Geen
1e keizerlijk leermeester
Opvolger:
Rinchen Gyaltsen