Naar inhoud springen

Abdul Qadir Khan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Bor Komorovski (overleg | bijdragen) op 3 feb 2019 om 22:54.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Abdul Khan
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Persoonlijke gegevens
Volledige naam Abdul Qadir Khan
Geboortedatum 1935 of 1936
Geboorteplaats Bhopal, Vlag van India India
Overlijdensdatum 10 oktober 2021Bewerken op Wikidata
Overlijdensplaats IslamabadBewerken op Wikidata
Begraafplaats Faisal Mosque[1]Bewerken op Wikidata
Locatie begraafplaats Begraafplaats op Find a Grave
Academische achtergrond
Alma mater Technische Universiteit Delft
UCLouvain
Katholieke Universiteit LeuvenBewerken op Wikidata
Wetenschappelijk werk
Vakgebied kernfysica
Bekend van doorspelen atoomgeheimen aan Pakistan
Website

Abdul Qadir Khan (Bhopal, India, 1935 of 1936) is een Pakistaanse atoomgeleerde van Pathaanse afkomst. Hij wordt beschouwd als de vader van de Pakistaanse atoombom. Hij verschafte Pakistan essentiële kennis voor het bouwen van een atoombom nadat hij in de jaren 70 in Nederland de techniek stal om uranium te verrijken tot splijtstof voor kernwapens door middel van de ultracentrifuge. Hij verklaarde later dat hij hier volstrekt geen spijt van had en greep hierbij de Indiaas-Pakistaanse Oorlog van 1971 (waarbij zijn land werd 'gehalveerd') als hoofdreden aan. [2]

Biografie

Khan emigreerde in 1952 vanuit India naar Pakistan. Hij volgde een technische studie aan de Universiteit van Karachi.

In 1961 vertrok hij naar Europa om zijn studie te vervolgen, en startte zijn opleiding in West-Berlijn aan de Technische Universiteit Berlijn (Technische Universität Berlin). Twee jaar later kwam hij naar Delft, waar hij prof. dr. W.G. Burgers als mentor kreeg toegewezen.[3] In 1967[4] studeerde hij af in metaalkunde aan de Technische Hogeschool Delft (de huidige Technische Universiteit Delft), waarna hij naar België vertrok om daar in 1972 te promoveren aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Na zijn promotie in 1972 kwam Khan in dienst bij het Fysisch Dynamisch Onderzoekslaboratorium (FDO) dat onderzoek deed voor Urenco. Omdat hij al elf jaar in Europa woonde en getrouwd was met een Nederlandssprekende vrouw (zij was Zuid-Afrikaanse), doorliep hij het veiligheidsonderzoek van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) zonder problemen.

In 1975 kwam Khan niet terug van een vakantie naar Pakistan.

Op 14 november 1983 werd Khan door de Amsterdamse rechtbank bij verstek veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf wegens spionage in de jaren 1976 en 1977 (NJ 1984, 282). Dit vonnis werd op 28 maart 1985 door het gerechtshof vernietigd omdat de inleidende dagvaarding niet op de juiste wijze aan Khan was betekend.

In 1992 is aan Khan op humanitaire gronden een visum voor Nederland verleend. Begin 2004 verschenen er berichten dat Khan nucleaire kennis zou hebben verkocht aan landen geregeerd door dubieuze regimes, met name Libië, Iran en Noord-Korea. Daarop werd de atoomgeleerde op 4 februari 2004 door de Pakistaanse regering onder huisarrest geplaatst. Dit leek vooral bedoeld om hem af te schermen voor de wereldpers. Khan hield voor de Pakistaanse televisie een rede waarin hij spijt betuigde voor zijn handelwijze. Op 6 februari 2009 beval het hooggerechtshof dat het huisarrest moest worden opgeheven.

Argos

In het VPRO-radioprogramma Argos van 9 augustus 2005 stelde oud-premier Ruud Lubbers dat de spionage-activiteiten van Khan bekend waren bij de inlichtingendiensten.[5] Op verzoek van de CIA is Khan niet vervolgd, mogelijk om zijn activiteiten beter na te kunnen gaan.

Zie ook