Bevrijding van Venlo en Blerick

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Werk aan de winkel Dit artikel staat op een nalooplijst. Als de inhoud op verifieerbaarheid gecontroleerd is, kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dat ook aan op de betreffende nalooplijst. Bekijk ook de bewerkingsgeschiedenis om te zien of anderen hier al aan gewerkt hebben. Vanaf 23 november 2023 kunnen de niet-geverifieerde artikelen via nuweg of TBP verwijderd worden.

De bevrijding van Venlo en Blerick betreft een gebeurtenis aan het einde van de Tweede Wereldoorlog die zich in twee etappes voltrok. Blerick werd bevrijd tijdens de geallieerde operatie Nutcracker in december 1944 en Venlo tijdens de operatie Grenade in maart 1945.

Voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De door de Duitsers opgeblazen Maasbruggen
Zie Bombardementen op Venlo voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vooral in 1944 hadden beide stadsdelen het zwaar te verduren. In totaal dertien bombardementen vonden plaats op de Maasbruggen, waarbij zowel aan Blerickse als aan Venlose zijde vele burgerslachtoffers vielen. In beide stadsdelen samen vielen circa 300 tot 450 slachtoffers onder de bevolking. Het verzet wist tot kort voor de bevrijding beider stadsdelen de geallieerden te voorzien van belangrijke informatie over de Duitse troepen in de stad.

Hoewel de bombardementen veel schade en slachtoffers hebben veroorzaakt, bleven de Maasbruggen intact. Uiteindelijk bliezen de Duitsers op 25 november 1944 zelf de Maasbruggen op tijdens hun aftocht. Hierbij sneuvelden tien Duitse soldaten.[1]

Bevrijding van Blerick (Operatie Guildford)[bewerken | brontekst bewerken]

Een Schotse soldaat doorzoekt gebouwen in Blerick, 5 december 1944
Belegering van Blerick door de Britten in 1944

In november 1944 had het Duitse leger alleen Blerick nog als steunpunt ten westen van de Maas. Generaal-majoor Miles Dempsey voerde het commando van het tweede British Army dat de Duitse troepen over de Maas moest terugdrijven. De Duitse bezetters dwongen de bevolking van Blerick om een anti-tankgracht te graven die werd omgeven met mijnenvelden en prikkeldraad. Desondanks lukte het de Britten om Blerick op 3 december 1944 in te nemen. Operatie Nutcracker, die door Dempsey werd bedacht, was daarmee een succes.[2]

Evacuatie[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat Blerick door de geallieerden was ingenomen, werd de bevolking geëvacueerd omdat het te gevaarlijk was om te blijven. De Maas was immers vanaf 3 december een frontlinie geworden door de stad en Blerick werd door de Duitsers regelmatig bestookt met artillerievuur als tegenoffensief. De evacuees werden daarom overgebracht naar veilig gebied rond Weert, Eindhoven en het Belgische Aalst. Op 5 december vertrokken al de eerste evacuees.[3]

Frontlinie[bewerken | brontekst bewerken]

Maandenlang bleef de Maas de frontlinie tussen Venlo en Blerick. De Duitsers verdedigden hun positie uit alle macht, aangezien een geallieerde inname van Venlo zou betekenen dat met deze stad weldra ook het Ruhrgebied in handen van de geallieerden zou vallen. De Sicherheitsdienst had haar hoofdkwartier van Maastricht verplaatst naar Venlo en wilde van daaruit het gebied controleren. De maanden daarna werden voor de Venlose bevolking nog erger door de barre kou met voedseltekorten. De bevolking vluchtte zoveel mogelijk naar de schuilkelders voor enige vorm van beschutting en niet alleen tegen de kou. Maar de Sicherheitsdienst had besloten dat de stad moest worden ontruimd. Hierbij werden een aantal verzetsstrijders gevonden en opgepakt.

Evacuatie van de Venlonaren[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste Venlonaren trokken op bevel van de Sicherheitsdienst op 14 januari 1945 naar Straelen, waar zij op transport naar het noorden van Nederland werden gezet. Niet alle Venlonaren reisden af naar het noorden; veel Venlonaren bleven ondanks bevel van de Sicherheitsdienst in hun woonplaats.[4]

Bevrijding van Venlo[bewerken | brontekst bewerken]

Amerikaanse troepen trekken Venlo binnen

De Venlonaren moesten tot 1 maart 1945 wachten voordat zij werden bevrijd. Tot die tijd bleef er gevochten worden om het stadsdeel tussen de Britten en de Duitsers. De bevrijders kwamen echter niet uit westelijke richting, maar uit het oosten. Rond vier uur in de middag trok het 784e Tankbataljon, onderdeel van de 35e Infanteriedivisie van het 9e Amerikaanse leger (bekend als de Santa Fe divisie) de stad binnen via de Kaldenkerkerweg, in de veronderstelling dat het een Duitse stad was. Op 23 februari 1945 waren de Amerikanen al over de Roer Duitsland ingetrokken met de operatie Grenade en luitenant-kolonel George Dalia merkte pas later dat hij een Nederlandse stad binnenreed.[4] De resterende Duitse soldaten gaven zich vrijwel direct over. Een dag later werd het Venlose Sint-Josephziekenhuis en de buurtschap 't Ven bevrijd van de laatste Duitse soldaten.[5]

Nasleep[bewerken | brontekst bewerken]

Een verwoeste binnenstad
Bioscoopjournaal uit september 1947. In de Tweede Wereldoorlog werd een grote groep inwoners van Venlo geëvacueerd naar Groningen, Friesland en Drente. Een afvaardiging van de Venlose burgerij is nu met twee grote poppen, voorstellende de reus Valuas en zijn vrouw, naar Groningen en Leeuwarden getrokken om te bedanken.

Nadat zowel Blerick als Venlo waren bevrijd, duurde het nog een hele tijd voordat de oorlog was verdwenen uit de stad. Niet alleen lag vrijwel de hele stad in puin, maar ook bleef het gevaar van achtergebleven landmijnen bestaan, die konden ontploffen.

De stad stond voor de taak om het puin te ruimen. Daarbij kreeg men hulp van een aantal steden in het westen van het land, zoals Gouda dat van het Venlose gemeentebestuur in de jaren 50 een geschenk kreeg aangeboden voor de steun die werd verleend.[6] Veendam kreeg in 1956 eveneens een geschenk als dank voor het opvangen van de Venlose evacuees.[7]

Aangezien een groot deel van Venlo is platgebombardeerd, vindt men in de gemeente relatief veel nieuwbouw, vooral uit de jaren 50. Het huidige Station Venlo is een goed voorbeeld van de wederopbouw-architectuur in de gemeente. Tijdens de oorlog trad burgemeester Bernard Berger af omdat de gemeenteraad buiten spel werd gezet. Op 2 maart 1945 werd hij weer geïnstalleerd als burgemeester en begon onder zijn leiding de wederopbouw van de stad. Als dank voor zijn inzet werd in 1970 het burgemeester Bergerpark naar hem vernoemd.

Over het sentiment onder de bevolking[bewerken | brontekst bewerken]

De binnenstad van Venlo aan het einde van de Tweede Wereldoorlog

De Venlose dialectzanger en dichter Funs van Grinsven vertolkte na de bevrijding het sentiment van de Venlose bevolking over de oorlog, bevrijding en wederopbouw in een lied. Het refrein van dat lied gaat als volgt:

Venlo mien ald

blumkes oet puin gaon weer bleuje

't trouwe hert geit greuje

in ós alde stad

Venlo mien ald

dien kinder die hebbe getreurd

toch zingk weer

ós stad van plezeer

't leid is gauw verkleurd

Venlo mijn oud

bloemen uit puin gaan weer bloeien

't trouwe hart gaat groeien

in onze oude stad

Venlo mijn oud

je kinderen hebben getreurd

toch zingt weer

onze stad van plezier

't leed is gauw verkleurd

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Martien Blondel, Die Swaere Noodt, dagboek uit de frontstad Venlo (1980)
  • H. Keulards, Bombardementen op de Maasbruggen te Venlo oktober-november 1944 (1984)
  • Gerrit Gommans, Leven in oorlog, Blerick ’40 – ’45 (1984)
  • M. Hogenhuis, Fliegerhorst Venlo - De rol van Luftwaffe-vliegveld Venlo in de Duitse luchtverdediging in WO-II (ongepubliceerde doctoraalscriptie, 1995)
  • Hub Groenveld, Vliegveld Venlo: van bevrijding tot ontmanteling (2005)
  • Benjamin Schoenmaker, De bevrijding van Venlo, 1944-1945 (2006)
  • Leo Brueren, Authentieke verhalen van mensen uit de regio Venlo: over oorlog, bevrijding en thuiskomst, 1944-1945 (1995)
Zie de categorie Liberation of Venlo van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.