Bijvang van Lier

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bijvang van Lier
Stad Lier in Hertogdom Brabant (1212-1795)
Heilige Roomse Rijk (1212-1383)
Bourgondische Nederlanden (1384-1482)
Habsburgse Nederlanden (1556-1795)
 Romeinse Rijk
 Frankische Rijk
1212 – 1795 Eerste Franse Republiek 
Eerste Franse Keizerrijk 
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden 
Verenigde Nederlandse Staten 
België 
Wapen van Lier
(Details) (Details)
Kaart
1737-1757
1737-1757
Algemene gegevens
Hoofdstad Lier
Talen Vlaams
Religie(s) Rooms-katholicisme
Regering
Regeringsvorm Stad
Staatshoofd Schepenbank

De bijvang van Lier was tijdens het Ancien régime het buitenste landelijke grondgebied van de Belgische stad Lier. Het bestond uit de dorpen Bevel, Emblem, Kessel en Nijlen en de gehuchten Hagenbroek, Lachenen en Mijl

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Geschiedenis van Lier voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Als onderdeel van het Hertogdom Brabant bestond de stad Lier uit drie concentrische delen: de stad binnen de wallen, de met palen afgebakende kuip als circa 500 m brede ring buiten de wallen en de verder gelegen landelijke bijvang. Deze bijvang omvatte vanaf 1213 de dorpen Bevel, Emblem, Kessel en Nijlen en de gehuchten Hagenbroek, Lachenen en Mijl. Deze plaatsen vormden vanaf dan nooit onafhankelijke heerlijkheden.

Na hun moedige bijdrage aan de gewonnen slag bij Woeringen in juni 1288, kregen de bewoners en gemeenschappen diverse privileges van hertog Jan I van Brabant. Vanaf 9 april 1290 genoten de bewoners van dezelfde rechten als de inwoners van vrije steden.

Eind 16de eeuw hielden de Spanjaarden lelijk huis in de streek en ook de bijvang ontsnapte niet aan de gevolgen. Aan het einde van deze periode waren veel huizen beschadigd, bewoners gedood of vertrokken en alle kerkklokken verdwenen. Sommige activiteiten waren niet meer vertegenwoordigd of herleid tot een vierde of vijfde. De resterende bevolking bestond nog voornamelijk uit kinderen, vrouwen en ouderlingen.

Na de Franse Revolutie kregen de deelgebieden van de bijvang onafhankelijkheid als gemeenten.[1] Ze waren toen samen met Lier onderdeel van het arrondissement Mechelen binnen het Franse departement Twee Neten.

Wapen[bewerken | brontekst bewerken]

Het wapen en zegel van de bijvang waren gelijk aan het vierleeuwenschild van Nijlen, namelijk 2 diagonaal beurtelings gekwartierde Brabantse en Limburgse leeuwen. Zegels met het wapen uit 1296 en 1298 worden bewaard in het Rijksarchief te Antwerpen als onderdeel van het Nazareth archief.

Bestuur[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens het ancien régime bestond het bestuur van Lier uit drie schepenen voor de stad of binnenschepenen en vier buitenschepenen voor de individuele gebieden van de bijvang. Schepenen werden voorgesteld door commissarissen en meestal gekozen uit de adel of uit grondbezitters. Nijlen was de belangrijkse plaats in de bijvang en had altijd een schepen. De drie andere buitenschepenen werden gekozen uit de combinaties Kessel of Bevel, Emblem of Hagenbroek en Lachenen of Mijle.

Diverse gronden van de bijvang waren eigendom van kerkelijke instellingen zoals de abdij van Tongerlo. Schepenen van de bijvang zetelden dan ook regelmatig in vergaderingen van regionale kapittels. Daarnaast beschikte de abdij van Tongerlo al zeker vanaf 1464, na de bekrachtiging door Filips de Goede, over een eigen rechtsgebied met een laathof in Nijlen. Het laathof bestond uit zeven laten met aan het hoofd een meier. Men kon het ambt van buitenschepen en lid van een laathof combineren.

Rechtbank[bewerken | brontekst bewerken]

De rechtbank van de bijvang werkte ook voor veel andere dorpen uit de Kempen. Ze was ondergeschikt aan die van Zandhoven en aan de Raad van Brabant waar men ook in beroep kon gaan.

Gemeenten[bewerken | brontekst bewerken]

Bevel[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf ongeveer 1212 werd Bevel onderdeel van de bijvang en sedert 1 januari 1977 is het een deelgemeente van Nijlen.

Emblem[bewerken | brontekst bewerken]

Tot 1212 behoorde Emblem tot het Land van Rijen. Doordat de bewoners op 10 mei 1213 hun goed afstonden aan de stad Lier, werd Emblem onderdeel van de bijvang. Vanaf 1 januari 1977 werd Emblem een deelgemeente van Ranst.

Kessel[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf ongeveer 1212 werd Kessel onderdeel van de bijvang en sedert 1 januari 1977 is het een deelgemeente van Nijlen.

Nijlen[bewerken | brontekst bewerken]

In 1145 werd Nijlen als vrijgoed Nile vernoemd in een bulle van paus Eugenius III aan de abt van de abdij van Tongerlo. Vanaf ongeveer 1212 werd Nijlen onderdeel van de bijvang. Na de verdienstelijke inzet van de inwoners tegen de Limburgers kreeg Nijlen van hertog Jan recht op een eigen vierdelig wapen met diagonaal gespiegeld 2 Brabantse en 2 Limburgse leeuwen. De abdij van Tongerlo met grote eigendommen in Nijlen had er een laathof met meier. Tussen 1579 en 1585 werd Nijlen quasi volledig verwoest door de Spaanse en Nederlandse legers. In de 17de-18de eeuw was er een gemeenschappelijk laathof voor Nijlen, Broechem en Oelegem. Verder was er nog een laathof van het Sint-Gummaruskapittel van Lier dat te hoofde ging bij de schepenbank van de Bijvang.

Voor Nijlen werden de zegels van minstens 2 schepenen van de bijvang uit de lokale dynastie der Van den Bulcken teruggevonden. Beide tonen drie rode kepers zoals de wapens van de stad Lier en de Abdij van Tongerlo. Het oudste zegel van Jan Van den Bulcke toon op de rechterzijde een tweede wapenschild dat lijkt op dat van de abt van Tongerlo, Joannes Geraldi van Sichem . Dit wordt beschreven als: drie sterren van goud, twee in het hoofd en eene in de basis middelwaarts, waarop eene gekroonde ekster insgelijks van goud. Boven dat schild staan standaard nog enkele kerkelijke ambtssymbolen.

Ambtsperiode Naam Functie
1464, 1469-1486 Jan Van den Bulcke schepen van de bijvang van Lier
1474 Willem Van den Bulcke
1502-1511 Michiel Van den Bulcke
1522 Hendric Van den Bulcke
1555-1574 Pauwel Van den Bulcke schepen van de bijvang, laat van het Kapittel en St-Bernaerts.
1585-1606 en 1624 Gommar Van den Bulck schepen van de bijvang
1626 Peter Van den Bulcke schepen van de bijvang en kerkmeester.
1642 Pieter Van den Bulcke
1655 Adriaan Van den Bulcke
1656-1672,1678 Zacharias Van den Bulcke
(8 juli 1628-18 juli 1710)
schepen van de bijvang en notaris geadmitteerd door de Raad van Brabant op 15 december 1656
1721-1724 Peeter Van den Bulcke
1742 Jan Van den Bulcke

Gallerij wapens en zegels[bewerken | brontekst bewerken]

Bronverwijzing[bewerken | brontekst bewerken]