Bonte berkenboleet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bonte berkenboleet
Bonte berkenboleet
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Boletales (Boleten)
Familie:Boletaceae
Geslacht:Leccinum
Soort
Leccinum variicolor
Watling (1969)
Bonte berkenboleet
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De bonte berkenboleet (Leccinum variicolor) is een paddenstoel in het geslacht Suillus. Hij is een ectomycorrhizavormend met berk (Betula) in loofbossen op min of meer voedselarme, zandige en lemige bodems. Hij komt vooral voor op open plekken en langs lanen.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Hoed

De hoed is bont van kleur, een vlekkerig-streperig patroon van lichte en donkere, bijna witte, bruine tot grijsbruine vlekken, soms vrijwel wit met donkere plekjes.

Poriën

De poriën zijn crème-wit, vaak geelbruin gevlekt en bruin wordend bij kneuzing.

Steel

De steel is wit tot lichtgrijs, met fijne donkere schubjes in de bovenste helft, naar beneden toe worden de schubjes grover en groter.

Vlees

Het vlees is wit, vaak roze verkleurend bij doorsnijden en groenblauw verkleurend in de schors en het onderste deel van de steel. Deze groene kleur blijft zichtbaar in gedroogde herbarium-exemplaren. Onmiskenbaar door de combinatie van een gevlekte hoed en de blauwgroene verkleuring van het vlees.

Sporenprint

De sporenprint is bruin tot olijfbruin.

Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De sporen zijn langwerpig en meten 14–19 × 5–7 μm.

Soortelijke soorten[bewerken | brontekst bewerken]

De meest vergelijkbare soorten zijn:

  • gewone berkenboleet (Leccinum scabrum) die ook onder berken groeit, maar op drogere plaatsen en een lichtere hoed heeft, alleen in bruintinten.
  • haagbeukboleet (Leccinum pseudoscabrum) die onder haagbeuken en hazelaar groeit, maar het vruchtvlees wordt grijspaars als het wordt gesneden.
  • populierboleet (Leccinum duriusculum) die groeit onder populieren, heeft een grijsbruine hoed en het vruchtvlees wordt eerst rood en vervolgens zwart.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Hij wordt gevonden in Noord-Amerika, Europa en Azië. In Europa verspreidt hij zich van de Middellandse Zee tot IJsland en de Spitsbergen-archipel in de Noordelijke IJszee; hij komt alleen in het zuidoostelijke deel voor.

In Nederland komt de bonte berkenboleet algemeen voor. Algemeen op de hoge zandgronden en in de duinen, juli-november.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

Ectomycorrhizapartner van berk op natte plaatsen op zure zand- of veengrond, vaak tussen veenmos (Sphagnum).