Coelodonta thibetana

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Coelodonta thibetana
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Fossiel voorkomen: Midden-Plioceen
Coelodonta thibetana
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Perissodactyla (Onevenhoevigen)
Familie:Rhinocerotidae (Neushoorns)
Geslacht:Coelodonta
Soort
Coelodonta thibetana
Deng et al., 2011
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Coelodonta thibetana op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

Coelodonta thibetana is een uitgestorven soort neushoorn die circa 3,7 miljoen jaar geleden voorkwam in het Himalayagebied. De soort behoort volgens de beschrijvende auteurs tot het geslacht Coelodonta, waartoe ook de wolharige neushoorn behoort. Het is anno 2011 de meest basale bekende soort in dit geslacht.

Vondst en naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

Beenderen van C. thibetana werd ontdekt in het Zanda-bekken (3.700 tot 4.500 meter hoog) in de Himalaya in het westen van Tibet. De soortaanduiding thibetana is dan ook een verwijzing naar deze vindplaats. De vondst bestond uit een schedel, een onderkaak met tanden en een wervel. Aan de hand van de schedel vermoeden de beschrijvers dat het een middelgrote neushoorn was, vergelijkbaar qua grootte met de Indische neushoorn of puntlipneushoorn. De vondst bevatte geen haar, waardoor het niet zeker is of C. thibetana wolharig was.

Paleobiologische impact[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens de beschrijvers wijst de vindplaats en leeftijd van C. thibetana erop dat de wolharige neushoorns zich ontwikkelden rond Tibet en er zich aanpasten aan de barre omstandigheden. Toen er 2,8 miljoen jaar geleden een ijstijd aanbrak, konden dieren - zoals afstammelingen van C. thibetana - het noorden van Eurazië bezetten, aangezien zij al aangepast waren aan een kouder klimaat.

De neushoorn bezat morfologische kenmerken, zoals een voorovergebogen en afgeplatte hoorn, waarmee het dier mogelijk sneeuw kon wegvegen op zoek naar eten. Deze vondst staaft de hypothese dat de latere wolharige neushoorns dit ook deden.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

De beschrijvers voerden een fylogenetische analyse uit voor de vijf levende neushoornsoorten en dertien uitgestorven soorten. Ze bekwamen onderstaand cladogram, waarin C. thibetana een basale positie binnen zijn geslacht kreeg toegekend.



Ronzotherium





Lartetotherium




Ceratotherium simum (Breedlipneushoorn)



Diceros bicornis (Puntlipneushoorn)






Dicerorhinus sumatrensis (Sumatraanse neushoorn)


Rhinoceros

Rhinoceros sondaicus (Javaanse neushoorn)



Rhinoceros unicornis (Indische neushoorn)





Dihoplus megarhinus




'Dihoplus' kirchbergensis



Dihoplus pikermiensis



Dihoplus ringstroemi




Stephanorhinus etruscus (Etruskische neushoorn)



Stephanorhinus hundsheimensis




Stephanorhinus hemitoechus


Coelodonta

Coelodonta thibetana




Coelodonta nihowanensis




Coelodonta tologoijensis



Coelodonta antiquitatis (Wolharige neushoorn)