Naar inhoud springen

De wolkeneters

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De wolkeneters
Stripreeks Suske en Wiske
Volgnummer 53
Scenario Willy Vandersteen
Tekeningen Willy Vandersteen
Lijst van verhalen van Suske en Wiske
Portaal  Portaalicoon   Strip

De wolkeneters is het drieënvijftigste stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is geschreven door Willy Vandersteen en gepubliceerd in De Standaard en Het Nieuwsblad van 28 september 1960 tot en met 6 februari 1961.

De eerste albumuitgave was in 1961, in de Vlaamse tweekleurenreeks met nummer 41. In 1970 verscheen het verhaal in de Vierkleurenreeks met albumnummer 109. De geheel oorspronkelijke versie verscheen in 1998 opnieuw in Suske en Wiske Klassiek.

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

De vrienden kijken tv bij Jerom en Lambik als er een projectiel door het dak naar binnen vliegt en een enorme krater in de grond slaat. De politie kan weinig doen en Wiske neemt een foto van het object in de kuil. ’s Nachts vindt Lambik een spoor vanaf de kuil naar de kamer van Wiske. Wiske is erg verdrietig want ze heeft de foto ontwikkeld en Schanulleke ligt beneden, waarschijnlijk is het popje door het projectiel meegesleurd. Jerom vertelt dat Schanulleke gewoon in de slaapkamer van Wiske is en dan blijkt het leger om het huis te staan. Er wordt een dikke betonlaag over het huis van Lambik gestort en de vrienden gaan naar professor Barabas, die een ronde koepel zonder ramen en deuren naast zijn laboratorium heeft gebouwd.

De professor vertelt dat het complex enorm goed is beveiligd en legt uit dat de regering hem heeft gevraagd om de ruimte in de gaten te houden. De vrienden zien een ruimteschip dat bollen laat wegvliegen, waarop de professor vertelt dat er wel vaker bollen wegvliegen en dan soms op de aarde terechtkomen. Professor Barabas heeft opdracht gegeven het huis van Lambik in beton te storten, zodat onderzocht kan worden of het ding gevaarlijk is en de professor heeft een "Ruimtekruiser" ontworpen. Lambik heeft voor de oorlog een schuilkelder aangelegd en gaat hierlangs zijn huis binnen. Hij drinkt zich een stuk in de kraag en duikt in de kuil.

Als de vrienden Lambik bellen nadat ze een “afscheidsbriefje” hebben gevonden, horen ze alleen vreemde geluiden. Ze gaan ook via de schuilkelder het huis van Lambik binnen en zien nog net hoe Lambik in een vliegende schotel wordt meegenomen. Bij professor Barabas zien ze hoe de vliegende schotel het ruimteschip, dat vlak bij Mars rondvliegt, in vliegt. Tante Sidonia stemt er na wat aandringen mee in om Lambik te gaan bevrijden. Als Jerom de koffers pakt, probeert Theofiel Boemerang hem van alles te verkopen.

’s Nachts begint de reis en Wiske vraagt of het niet verstandig zou zijn atoomwapens mee te nemen, maar professor Barabas zegt dat vriendelijkheid en behulpzaamheid beter van pas zullen komen. Professor Barabas houdt vanuit “Basis Barabas” contact met zijn vrienden en er wordt een landing gemaakt op Adonis, een rotsblok wat ooit bij Venus rondvloog. Er verdwijnt eten en professor Barabas vertelt dat de snelgroeier aan boord van de Ruimtekruiser is. Per ongeluk vergroot Suske een wesp en de vrienden komen door het beest in problemen. De wesp blijkt verslagen, maar ook Jerom ligt bewusteloos naast het dier en de vrienden ontdekken dat Theofiel ook stiekem aan boord is geklommen. Theofiel ziet mogelijkheden voor een handelsreiziger en wil proberen zijn stofzuigers te slijten. Professor Barabas legt uit dat er maar voor vier personen zuurstof aan boord is, in een speciale cabine kunnen de inzittenden de druk door het snelle reizen aan.

De vrienden arriveren op Mars en zien het ruimteschip. Ze worden getroffen door een meteoor en daarna het ruimteschip ingezogen. Hier lopen robotjes die bestuurd worden door een elektronisch brein. De vrienden worden naar Kumulolis gebracht, wat door Kumu is gesticht. Kumu vertelt dat hij en een collega, Kosmo, uitvindingen deden die ze niet wilden inzetten voor oorlog. Ze besloten van de aarde te vertrekken en stichtten twee steden in de speciale wolken. Met deze wolken kan van alles worden geproduceerd, eten en materiaal, en de vrienden worden dan naar Kosmopolis gebracht. In Kosmopolis hebben de robotjes ook nog een hart en ze zijn dus menselijker. Als er een meteorenregen komt, redt Jerom de stad en Kosmo vertelt Kumu dat zelf kunnen denken dus toch voordelen heeft, want de robotjes konden de stad niet redden. Wiske laat zich naar de Ruimtekruiser brengen en Lambik en Jerom krijgen een vliegende schotel in handen, maar Jerom wordt in slaap geschoten door Kumu. De vrienden vluchten naar het bos en als een brug kapotgeschoten wordt, kunnen ze met een touw uit de koffer van Theofiel toch verder. Lambik schiet in de wolken en door de regen gaan de robotjes kapot, alle robotjes komen in opstand en vernielen alles. Jerom kan Kumu in slaap schieten en deze man wil later nog één poging ondernemen om de robotjes weer in gareel te krijgen. Dit lukt niet en Kumu wordt dan gered door een robotje met een hart, hij ziet in dat ze fout bezig waren en horen dan dat er nog een meteorenregen nadert. De vrienden redden Theofiel, hij heeft het elektronisch brein gemanipuleerd maar dit liep uit de hand, en ze vluchten richting de Aarde.

Na hun bezoek aan Mars krijgen de vrienden weer contact met Basis Barabas en de professoren maken kennis met elkaar. De robotjes worden op aarde ingezet voor een goed doel.

Achtergronden bij het verhaal

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Vanaf dit verhaal werd sciencefiction een duidelijker thema in de Suske en Wiske-reeks. Vandersteen haakte hiermee in op de space opera-traditie.
  • In het album wordt geanticipeerd op de verovering van de ruimte door de mens. In hetzelfde jaar, 1961, maakte Gagarin daadwerkelijk de eerste ruimtereis.
  • Op zeker moment slaat Jerom met zijn vuist op tafel om een vlieg te doden waarna er ineens een explosie volgt en een gat in de grond ontstaat. In de originele versie uit 1960-1961 sloeg Jerom om een andere reden op tafel. Hij had net in de krant gelezen hoe de Russische leider Nikita Chroesjtsjov tijdens een VN-vergadering in New York met zijn schoen op tafel sloeg. De Sovjetleider verklaarde toen tijdens een toespraak dat alle kolonies onafhankelijk moesten worden. Toen de afgevaardigde van de Filipijnen zei dat de Oost-Europese staten die door de USSR werden gedomineerd dan ook moesten bevrijd worden, werd Chroestsjov razend en sloeg met zijn schoen op tafel.
  • Marsbewoners waren als verhaalmotief al eerder gebruikt in De gezanten van Mars en De snorrende snor.
  • Het verhaal werd ook in de volgende talen uitgegeven:
    • Frans (Bob et Bobette - les cavaliers de l'espace).
    • Fins ( - avaruuden robotit).
    • Zweeds ( - robotarna från rymden).
Publicaties
Krant of tijdschrift Nummer Publicatiedatum Voorganger Opvolger
De Standaard / Het Nieuwsblad 43 28 september 1960 - 6 februari 1961 De zingende zwammen De klankentapper
Eindhovens Dagblad 2 22 november 1960 - ? 1961 De zingende zwammen ?
Het Nieuwsblad van het Zuiden 24 2 december 1960 - 12 april 1961 De zingende zwammen De klankentapper
Albumuitgaven
Stripreeks of collectie Nummer Eerste druk Voorganger Opvolger
Vlaamse tweekleurenreeks 41 1961 De zingende zwammen De sprietatoom
Hollandse tweekleurenreeks 30 1961 De zingende zwammen De sprietatoom
Vierkleurenreeks 109 november 1970 Twee toffe totems De zingende zwammen
Suske en Wiske Collectie 11 1986
Rode plus reeks 1 109 plus 1988 De kaartendans De Tartaarse helm
Blauwe plus reeks 109 1988 geen De Tartaarse helm
Rode plus reeks 2 18 1993 Het Bretoense broertje De Tartaarse helm
Rode klassiek reeks 44 22 april 1998 De zingende zwammen De klankentapper
Originele Verhalen 12 2001
Uitgave VUM-groep 41 2005 De zingende zwammen De klankentapper
Witte reeks 11 6 december 2017 De gezanten van Mars De wilde weldoener
  • In 2016 brachten 53 pagina's met originele tekeningen van dit album op de veiling 125 duizend euro op[1]
  • Eetbare wolken komen ook voor in Het lekkere lab.