De gezanten van Mars

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De gezanten van Mars
Stripreeks Suske en Wiske
Volgnummer 34
Scenario Willy Vandersteen
Tekeningen Willy Vandersteen
Lijst van verhalen van Suske en Wiske
Portaal  Portaalicoon   Strip

De gezanten van Mars is het vierendertigste stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske, geschreven door Willy Vandersteen. Het werd van 2 februari 1955 tot en met 4 april 1956 gepubliceerd in het stripweekblad Kuifje.

Het is het zesde verhaal uit de blauwe reeks, een aparte reeks Suske en Wiske-verhalen die werd voorgepubliceerd in Kuifje. Vandersteen moest zijn verhalen en tekenstijl aanpassen aan de conventies van dit blad. Van de hoofdpersonages doen in de blauwe reeks alleen Suske, Wiske en Lambik mee.

De eerste albumuitgave was later in 1956, als nummer 5 in de blauwe reeks.[1] In 1971 is het in verkorte vorm heruitgegeven in de Vierkleurenreeks met albumnummer 115. De geheel oorspronkelijke versie verscheen in 1996 nog eens in Suske en Wiske Klassiek.

Locaties[bewerken | brontekst bewerken]

Personages[bewerken | brontekst bewerken]

  • Suske, Wiske, Lambik, Costo[2] (commandant ter zee en bevelhebber van de dienst voor diepzee-onderzoek), kwartiermeester, agenten, inbreker, Cordin en zijn zoon Antoine (Tony), Petaritz (geheim agent), X17, generaal Mesailes, professor Trouvtou, de president, kelner, pers, professor Spinkopz, kapitein, landbouwers, stewardess, atoomgeleerden, kernfysicaspecialisten, militair deskundigen uit alle landen, kikvorsmannen, verkenner, het leger, gezanten van Mars.

Het verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Op 24 juni worden boven de Amerikaanse staat Washington lichtgevende schotels gesignaleerd en men vraagt zich af of het een geheim wapen is, of een ruimteschip. Lambik is met Suske en Wiske in zijn villa aan de Azurenkust en vertelt dat de legenden van Atlantis al over vliegende luchtboten spreken. Ze ontmoeten Costo, die onderzoek doet naar een gezonken Grieks wijnschip dat 2200 jaar geleden gezonken is. Hij heeft een amfora gezien met beelden van de schotels. Ze gaan naar de Lycapso[3] en vinden een bewusteloze kwartiermeester, ze ontdekken dat de duikspullen in de boot zijn gebruikt. Lambik duikt naar de amfora, maar deze valt op de boot kapot. De vrienden vinden een document met aanwijzingen van ruimtevaart, en op radio en tv volgen dan berichten over een vliegende schotel boven het casino in Nice. Mensen geloven de berichten niet, maar Lambik volgt met zijn telescoop de ruimte en ziet 's nachts een schotel overvliegen. De vrienden volgen de schotel en rijden richting Nice. Een straal raakt Lambik en Suske en Wiske maken foto’s, Lambik raakt niet gewond door de straal en zijn teken met een witte vlag wordt beantwoord als de schotel weer opstijgt.

Een agent verjaagt een inbreker uit Lambiks huis. Het document blijkt verdwenen te zijn. Er volgt een telefoontje, waarna de vrienden naar een verlaten hoeve gaan. Cordin en zijn zoon Antoine hebben foto’s van de inbreker, Antoine heeft deze foto’s gemaakt met zijn vliegende schotel. Ze vinden het document terug en een geheim agent hoort het verhaal en belt X17. Lambik rijdt naar Parijs. Petaritz valt de kinderen aan, maar een vliegende schotel redt hen en de bestuurder vertelt dat hij van Mars komt. Lambik gaat naar de generale staf van het luchtleger. Generaal Mesailes laat professor Trouvtou onderzoek doen, het blijken echte foto’s van een ruimteschip te zijn. Het document is nog niet ontcijferd en de Dienst voor het Geheimschrift wordt op de zaak gezet, Mesailes waarschuwt alvast de president. Een kelner ziet de ontvoering van Lambik en de pers publiceert het verhaal meteen. De cryptografische dienst onderzoekt het document, terwijl Lambik op een rivierschuit wordt ondervraagd. De spionnen verdenken de Franse overheid. Tony, die een eigen eenpersoons vliegende schotel bezit, ziet het signaal van zijn vrienden als ze olie uit de boot gooien. Hij kan zijn vrienden bevrijden door middel van een vreemde straal. Lambik rijdt op de schotel richting de generaal, maar koopt een krant. Tony blijkt te zijn verdwenen. In de krant leest Lambik dat de schotels nu ook boven eigen land zijn gesignaleerd.

Er wordt verteld dat een volk dat hier duizenden jaren geleden woonde is vertrokken naar Mars. Af en toe komen ze kijken hoe het op aarde is met de mens. Petaritz laat slaapgasbommen ontploffen en steelt het document en de codesleutel. Suske en Wiske gaan naar de politie, maar de boot is onvindbaar. De vrienden gaan terug naar de villa en 's nachts worden ze ontvoerd. De ontvoering wordt gefilmd door Antoine. De ontvoerders zeggen dat zij de "gezanten van Mars" zijn en vertellen dat ze op studiereis zijn, als compensatie voor de ontvoering zullen de vrienden meegaan op ruimtereis. De schotel ontkomt aan een straalvliegtuig en de gezanten vertellen dat op Mars geen oorlog heerst, een elektronisch brein beslist bij geschillen.

De vrienden zien eerst de maan en arriveren dan op Mars, maar er wordt geen toestemming gegeven om in bewoond gebied te komen. Suske en Wiske moeten binnen blijven, maar als Lambik in zijn ruimtepak buiten de schotel stapt gaat zijn helm stuk bij een val. De schotel vertrekt, maar dan blijken Suske en Wiske stiekem toch naar buiten gegaan te zijn. Ze zijn in de verboden zone en ontmoeten een elektronische wachter met automatisch machinegeweer, maar worden op tijd door de schotel opgepikt als blijkt dat ze de ´bewoonde zone´ niet hebben gezien. Suske en Wiske zien nog een vreemd teken op een steen in de bergen staan.

De schotel gaat terug naar aarde. Lambik vertelt dan over Petaritz en vraagt zich af wat de tekst betekent. De gezant legt uit dat de boodschap betekent dat de eerste vliegende schotel met Marsbewoners officieel zal landen in Parijs. De spionnen gaan naar de Azurenkust en worden gevolgd door de schotel, maar Tony raakt zijn wapen kwijt en stort in zee. De auto van de spionnen is ook stukgegaan en de mannen gaan naar het vliegveld, waar ze een pakketje aan boord van een vliegtuig stoppen. In de lucht komt een waarschuwing voor een bomaanslag en het vliegtuig gaat meteen terug naar het vliegveld, maar de aanslag mislukt en Lambik volgt de boeven nog korte tijd. Tony luistert af in de boot, de ontcijfering van de tekst wordt uitgelegd maar de spion gelooft niet in Marsbewoners en verdenkt de Franse overheid. Tony wordt gevangen en de rivierboot blijkt een gecamoufleerde duikboot te zijn. Lambik vertelt de president over zijn ontmoeting met Marsbewoners en een vliegende schotel werpt een briefje af boven Parijs. Over twee dagen zal de schotel landen om 3 uur op de Place de la Concorde. Het nieuws komt in de krant en de spionnen plaatsen bommen onder het podium. Suske en Wiske zien dit, maar ze worden gevangengenomen. Geleerden uit de hele wereld arriveren en Lambik wordt in een triomfwagen door de stad gereden. Hij begroet de Marsbewoners als oude bekenden en stelt hen voor aan de president. Zes atoomgeleerden gaan aan boord om daar onderwezen te worden in de geheimen van het ruimteschip.

De president hoopt op een goede samenwerking tussen de planeten en de boeven gaan, vermomd als pers, naar het podium als de bom niet op tijd ontploft. Suske, Wiske en Tony worden door de politie bevrijd. Petaritz en zijn bende, die voor een buitenlandse opdrachtgever werken, worden ingerekend. Ze danken de vrienden voor hun hulp, maar vragen zich ook af wie de Marsbewoners spelen.

De schotel stijgt op met zes atoomgeleerden aan boord en er wordt losgeld geëist. Lambik, Suske, Wiske, en via hen de Franse president en natie, zijn bedrogen door een andere bende die nog veel machtiger was dan die van Petaritz. De vlucht naar Mars was een groot bedrog geweest met verklede boeven, gesimuleerde beelden en een tot vliegende schotel omgebouwd vliegtoestel. Suske en Wiske herinneren zich een steen die ze tijdens hun uitstapje zagen, en dit wordt op tv uitgezonden. Een scoutingverkenner neemt contact op, hij heeft het teken voor drinkbaar water achtergelaten bij een kampeertocht naar het rotsplateau Les Gorges du Loup. Lambik landt met een parachute in het gebied en verslaat een elektronisch monster. Het leger arriveert en de schotel vliegt weg, ze vinden nog een bewusteloze man. Lambik overmeestert de schurken, hij is aan boord van de schotel gekomen nadat hij een van de verklede boeven had overmeesterd en diens kleren had aangetrokken. Hij voorkomt dat de geleerden in zee gedumpt worden, door het extra gewicht van deze mensen moet de schotel landen in zee. De boeven worden gevangengenomen en de vrienden vliegen naar het rustoord terug. Tony komt met zijn schotel en vertelt dat hij terug naar Mars moet. De mensen maken nog altijd veel ruzie onderling en hij zal af en toe komen kijken of het al verbeterd is op aarde. Lambik, Suske en Wiske zeggen dat hij nu moet ophouden met spelletjes spelen. Tony houdt zijn schouders op, stapt in zijn schotel, en vliegt weg.

Als Tony net is weggevlogen, arriveren ineens Antoine − de echte Tony − en zijn vader. De vrienden horen dat beiden al die tijd in Engeland waren. Antoine bezit ook helemaal geen schotel waar hij zelf in kan vliegen. Degene met de vliegende schotel die al die tijd bij de vrienden was, moet dus wel een echte Marsbewoner zijn.

Achtergronden bij het verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

  • Vandersteen liet het verhaal beginnen in 1947, in verband met het Roswellincident dat op 8 juli van dat jaar plaatsvond.[4] Hij situeerde het verhaal grotendeels in Parijs, omdat ook de Franse stripmarkt steeds belangrijker werd voor het weekblad Kuifje en Vandersteen hiermee op deze trend wilde inhaken.
  • Vandersteen speelt zelf een kleine cameo in dit verhaal. Hij is de man die beweert de schotels te willen bestuderen voor "een nieuw stripverhaal". Ook de Franse onderzoeker Jacques-Yves Cousteau verschijnt kort in beeld aan het begin van het verhaal. Bij de heruitgave in de Vierkleurenreeks is vermoedelijk uitgegaan van de publicatie zoals die was verschenen in Ons Volkske. Vandersteen verwijst hierdoor in zijn cameo naar dit blad, en niet naar Kuifje..
  • Vanwege de populariteit van het verhaal bouwde supermarkt Grand Bazar in Antwerpen in 1958 zijn hallen om tot een groot ruimteschip, waarin de hoofdfiguren van het verhaal waren uitgebeeld. Daarbij werden als extra actie Jerom-klikkertjes uitgedeeld, hoewel Jerom in De gezanten van Mars helemaal niet meedoet.
  • Zoals bij alle verhalen uit de blauwe reeks zijn er ook dit verhaal bij de heruitgave in de rode reeks enkele bladzijden weggelaten, om aan de standaardnorm van 58 pagina's te voldoen. Een van de scènes die hierbij wegviel is die waarin de vliegende schotel waarin Suske, Wiske en Lambik meereizen op een meteoor dreigt te botsen. Uitgerekend deze passage staat uitgebeeld op de kaften van de albums.
  • In de oorspronkelijke versie verwees Lambik, bij het passeren van de maan, naar het verhaal Mannen op de maan van Hergé dat een jaar eerder was verschenen.

Uitgaven[bewerken | brontekst bewerken]

Publicaties
Krant of tijdschrift Nummer Publicatiedatum Voorganger Opvolger
Kuifje 2 februari 1955 - 4 april 1956
Albumuitgaven
Stripreeks of collectie Nummer Eerste druk Voorganger Opvolger
Blauwe reeks 5 1956 Het geheim van de gladiatoren De groene splinter
Vierkleurenreeks 115 januari 1971 De Tartaarse helm De bronzen sleutel
Suske en Wiske Klassiek - Blauwe reeks 6 1996 Goud voor Rome De groene splinter
Uitgave voor Shell 4 6 december 2017 De fleurige Floriade De Texasrakkers
Witte reeks 10 De zwarte madam De wolkeneters
Anderstalige uitgaven
Taal Reekstitel Albumtitel Datum Opmerkingen
Frans Bob et Bobette Les Martiens sont la
Duits Suske & Wiske Die Gesandten von Mars

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]