Diazodinitrofenol

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Diazodinitrofenol
Structuurformule en molecuulmodel
structuurformule van diazodinitrofenol
Algemeen
Molecuulformule C6H2N4O5
IUPAC-naam 6-Diazo-2,4-dinitrocyclohexa-2,4-dieen-1-on
Andere namen DDNP, diazol
Molmassa 210,1 g/mol
SMILES
C1(=O)C(=N=N)CC[N+](=O)[O-]CC1[N+](=O)[O-]
InChI
1S/C6H2N4O5/c7-8-4-1-3(9(12)13)2-5(6(4)11)10(14)15/h1-2H
CAS-nummer 4682-03-5
EG-nummer 225-134-9
PubChem 5463880
Wikidata Q425139
Beschrijving geelbruin poeder
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Kleur geelbruin
Dichtheid 1,63 g/cm³
Goed oplosbaar in o.a. aceton, azijnzuur, aniline
Slecht oplosbaar in water
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Diazodinitrofenol is een explosieve stof. Ze wordt ook DDNP genoemd, de afkorting van de Engelse naam diazodinitrophenol. Het is een geelbruin poeder. Het is onoplosbaar in water, maar oplosbaar in azijnzuur, aceton en vele niet-polaire oplosmiddelen.

Bereiding[bewerken | brontekst bewerken]

DDNP werd voor het eerst bereid door Johann Peter Griess in 1858. Hij bekwam DDNP door salpeterig zuur als gas door een oplossing van picraminezuur in alcohol te leiden. J. J. Stenhouse bereidde DDNP in 1868 door kokend salpeterzuur op picraminezuur te gieten.[1]

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

DDNP detoneert wanneer het door een krachtige impact wordt getroffen of als het wordt verhit tot 180°C. De detonatiesnelheid is 6600 m/s. Als men het ontsteekt brandt het zoals nitrocellulose. Onder water kan het niet detoneren.

De gevoeligheid voor impact is minder groot dan die van lood(II)azide of kwikfulminaat; de gevoeligheid voor wrijving is veel minder dan die van kwikfulminaat en ongeveer gelijk aan die van lood(II)azide. De explosieve kracht van DDNP is evenwel groter dan beide andere explosieven, zodat er minder nodig is voor hetzelfde effect.[1]

Toepassing[bewerken | brontekst bewerken]

DDNP wordt gemengd met andere stoffen zoals nitrocellulose, tetraceen en calciumsilicide aangewend in primaire explosieven (primer) voor detonators of loodvrije slaghoedjes van munitie.[2]