Naar inhoud springen

E-privacyverordening

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door InternetArchiveBot (overleg | bijdragen) op 17 dec 2019 om 08:27. (1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
E-privacyverordening
Citeertitel E-privacyverordening
Titel Verordening van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens in elektronische communicatie, en tot intrekking van Richtlijn 2002/58/EG (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie)
Soort regeling Europese verordening
Toepassingsgebied Europese Unie
Grondslag Artikel 16 & artikel 114 VWEU
Goedkeuring en inwerkingtreding
Ingediend op 10 januari 2017 door Europese Commissie
Portaal  Portaalicoon   Mens & maatschappij

De e-privacyverordening (ePV), voluit Verordening van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens in elektronische communicatie, en tot intrekking van Richtlijn 2002/58/EG (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie), is een voorgestelde Europese verordening die de e-privacyrichtlijn (Richtlijn 2002/58/EG)[1] moet vervangen, omdat zij beter zou zijn afgestemd op de nieuwe technologische realiteit. De aanpassingen omvatten onder andere verbetering van de beveiliging en vertrouwelijkheid van communicatie, het definiëren van duidelijkere regels over volgtechnologieën zoals cookies en meer harmonisatie tussen de lidstaten.

E-privacyverordening versus richtlijn

Verordening versus richtlijn

In het voorstel wordt de e-privacyrichtlijn omgezet in een (nieuwe) e-privacyverordening. Een Europese verordening wordt namelijk rechtstreeks van toepassing, wat betekent dat zij rechtstreeks recht schept dat in alle EU-lidstaten dezelfde kracht heeft als het nationale recht, zonder dat nationale instanties daarvoor iets hoeven te doen. Een Europese richtlijn daarentegen is weliswaar verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen. De Richtlijn verplicht lidstaten om hun wetgeving aan te passen zodat zij eenzelfde welbepaald eindresultaat beogen, maar laten de keuze van de methode over aan elke lidstaat.

Nieuw in de verordening

De verordening omvat: - niet alleen email en sms, maar alle vormen van elektronische communicatie, ook het internet der dingen, internet-telefonie (zoals Skype) en de diensten van internetproviders - niet alleen persoonlijke gegevens, ook metadata, verwerkt als "big data" - extra-verplichtingen inzake vernietigen van gegevens na verzending - een herziening van de cookie-regeling, met onderscheid tussen technisch-noodzakelijke en andere cookies.[2]

E-privacyverordening versus AVG

De e-privacyverordening is bedoeld als zogenaamde lex specialis bij de AVG. Ze geeft meer invulling aan de algemene AVG regels door ze toe te passen en te specificeren als het specifiek gaat om elektronische communicatiegegevens die als persoonsgegevens worden aangemerkt. Deze verordening richt zich op bedrijven die online communiceren, gebruik maken van tracking technologieën en direct marketing. Het startpunt is de AVG, maar in de specifieke gevallen waarin een organisatie te maken heeft met elektronische communicatiegegevens zal de e-privacyverordening leidend zijn.[3][4]

Opinie Europese privacytoezichthouders

De Europese privacytoezichthouders, verzameld in de zogeheten Artikel 29-werkgroep (WP29), zijn positief over de keuze voor een verordening. De privacytoezichthouders hebben belangrijke zorgen over 4 bepalingen in het voorstel: wifi-tracking, analyse van inhoud en metadata, cookiemuren en privacy by default.[5] Het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB) is de opvolger van de vroegere “Werkgroep artikel 29” (WP29).

Onderhandelingen

Het voorstel van de Commissie van januari 2017 is nog steeds in onderhandeling, en zal wellicht na de Europese Parlementsverkiezingen 2019 verder behandeld worden. Aangezien de regeling verregaande gevolgen kan hebben voor het bedrijfsmodel van grote internetbedrijven, wordt er intens rond gelobbyd.[6]

Zie ook