Eilko Eger Tamminga Sickinghe
Eilko Sickinghe | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Eilko Eger Tamminga Sickinghe | |||
Geboren | Groningen, 11 december 1726 | |||
Overleden | Groningen, 20 januari 1807 | |||
Titulatuur | Mr. | |||
Politieke functies | ||||
1751 | rentmeester van Klooster Ter Apel en de stadsvenen | |||
1758-1779 | raadsheer | |||
1763 | lid Admiraliteit van Friesland | |||
1771-1793 | lid der Generaliteitsrekenkamer | |||
1776 | lid der Staten Generaal | |||
1788, 1789, 1791, 1792 en 1794 |
Burgemeester van Groningen | |||
1790 | lid Raad van State | |||
|
Eilko Eger Tamminga Sickinghe (Groningen, 11 december 1726 - Groningen, 20 januari 1807) was een Nederlands politicus en burgemeester van Groningen.
Leven[bewerken | brontekst bewerken]
Sickinghe, telg uit het oud adellijke Groninger regentengeslacht Sickinghe, werd geboren als zoon van de raadsheer en burgemeester van Groningen mr. Onno Sickinghe (1688-1756) en Johanna Willemina Tamminga (1687-ca.1729); dochter van Burgemeester Eijlko Tamminga en Allegonda Eeck, dochter van burgemeester Sicco. Eilko werd gedoopt in de Akerk te Groningen.
De jonkers Rudolph Sickinghe (1643-1688) en Johan Sickinghe (1649-1673) waren oudooms van Eilko Eger. Zelf was hij een oom van de provinciaal politicus en drost Pieter Rembt Sickinghe (1743-1821).
Op 14 september 1744 stond hij ingeschreven als student in de rechten aan de Groningse Universiteit.
Sickinghe trouwde op 2 juli 1752 met Anna Lamina Veldtman, dochter van luitenant-generaal Hendrik George Veldtman (1702) en Anna Lamina van Gesseler. Samen kregen zij 8 kinderen. Wilhelmina Sickinghe (1753), dr. Hendrik George Sickinghe (1754-1818), Johanna Willemina Sickinghe (1755), Cornelia Johanna Sickinghe (1757), Johanna Willemina Sickinghe (1759-1805), Lammert Willem Sickinghe (1760-1760/1761), Lammert Willem Sickinghe (1761-1818) en Anna Lamina Sickinghe (1770). De oudste zoon dr. Hendrik George Sickinghe (1754-1818) was lid der Staten-Generaal, monstercommissaris te Groningen en raadslid van de Admiraliteit van Friesland.
Op 1 november 1769 kocht hij de tichelborg Vliethoven. Het bezit was van korte duur want op 1 mei 1770 verkochten Eilko en zijn vrouw de borg aan Jan Albert Joost Gruys.[1]
Sickinghe overleed op 20 januari 1807 op 80-jarige leeftijd de Groningen. De tak van Eilko Eger stierf in 1944 met het overlijden van jhr. drs. Feyo Willem Joost Sickinghe (1881-1944) in mannelijke lijn uit. Zijn broer, de kolonel der cavalerie Feyo V Sickinghe (1718-1748), is stamvader van de nog levende tak van het geslacht Sickinghe.
Werk[bewerken | brontekst bewerken]
Sickinghe begon zijn carrière als rentmeester van Klooster Ter Apel en de stadsvenen in 1751. Vanaf 1758 was hij werkzaam als raadsheer. Dit bleef hij tot 1779.[2][3][4][5] Sickinghe was in 1763 lid van de Admiraliteit te Harlingen.[6][7] Later was hij lid van de Generaliteitsrekenkamer in tenminste 1771 [8], 1786[9] en 1793.[10] In 1776 was hij lid der Staten-Generaal van de Nederlanden.[11][12] In 1788 werd hij benoemd als burgemeester van de stad Groningen.[13] Hij werd herkozen in 1789, 1791, 1792 en 1794. Op 18 maart 1790 werd hij door de heer H.L. Wichers geïntroduceerd op de vergadering van de Raad van State.[14]
Voorganger: Justus Datho Quintus |
Burgemeester van Groningen 1788, 1789, 1791, 1792 en 1794 |
Opvolger: Willem Hora Siccama |