Eobasileus
Eobasileus Fossiel voorkomen: Ypresien-Lutetien (~ 48 - 45,5 Ma) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Eobasileus Cope, 1872 | |||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||
Eobasileus cornutus Cope, 1872 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
|
Eobasileus is een monotypisch geslacht van uitgestorven zoogdieren die voorkwamen in het Midden-Eoceen.
Beschrijving
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/7/7d/Eobasileus_cornutus_skull_%28Field_museum%29.jpg/260px-Eobasileus_cornutus_skull_%28Field_museum%29.jpg)
Het enorme lichaam van dit 300 cm lange, neushoornachtige dier, met een schofthoogte van 150 cm, werd gedragen door vier olifantachtige poten. Het dier had een langgerekte kop met grote slagtanden in de bovenkaak. Boven op de kop prijkten zes benige, stompe uitsteeksels, waarvan de achterste vier vermoedelijk bedekt waren met huid en het voorste paar met hoorn. De onderkaak bevatte erg kleine snijtanden, terwijl de bovenkaak geheel tandloos was.
Etymologie
Eobasileus betekent letterlijk "jonge koning".
Leefwijze
Bij het verzamelen van voedsel werd waarschijnlijk gebruikgemaakt van de tong en de slagtanden.
Vondsten
Resten van dit dier werden gevonden in de Amerikaanse staat Wyoming.
- D. Palmer, B. Cox, B. Gardiner, C. Harrison & J.R.G. Savage (2000). De geïllustreerde encyclopedie van dinosauriërs en prehistorische dieren, Köneman, Keulen. ISBN 3 8290 6747 X
- Eobasileus in de Paleobiology Database