Gebruiker:Caribiana/Kladblok/Boy Dap

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie


Boy Dap
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Algemene informatie
Volledige naam Anselmus Theodoor Dap
Bijnaam "Tata di Tumba"
Geboren 25 oktober 1933
Overleden 2 november 2021
Land Vlag van Curaçao Curaçao
Werk
Jaren actief 1960-2021
Genre(s) Tumbas, Papiaments
Instrument(en) Zang
Portaal  Portaalicoon   Muziek
Cariben

Anselmus Theodoor (Boy) Dap (Otrobanda, 25 oktober 1933 - Curaçao, 2 november 2021) was een Curaçaos musicus, zanger en songwriter. Hij is bekend als de Tata di Tumba (Vader van de Tumba), een blijk van waardering voor zijn tienvoudige titel van Rei di Tumba. het Festival van Tumba.[1] Hij gaat de geschiedenis in als de legendarisch artiest die het ritmo van de tumba populariseerde.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Boy Dap werd geboren in een muzikale familie. Zijn moeder Carmen Rosalina zong en speelde de tambú, zijn vader Johannes Dap, geboren in Suriname, was een bekende musicus die thuis oefende met zijn muziekgroep, Bright Star Band. Hij speelde saxofoon, klarinet, drums, piano en fluit. Op zevenjarige leeftijd begon Dap te zingen in het kerkkoor van de Kathedraal van Pietermaai.[2]

In 1949 debuteerde Dap als zanger te Hòfi Marchena als zanger met de bolero It wouldn’t happen again in het Spaans met de band ‘Estrellas Curazao’.[3]

Poko despues e ta saka un kansion na papiamento ku ritmo di merengue, titulá Teine tur Coloresh of mihó konosí komo Palufriu, den kual e ta kanta di un bendedó di palufriu portugues. Na final di dekada sinkuenta di siglo binti Boy Dap i e orkesta Estrellas del Caribe ta hasi furor ku e tumba Sota di bulpees.[3] Ku e kansion aki e ta reintrodusi e pregon den tumba, esta e diálogo entre e kántor i e koro, manera sa ta komun na Afrika i den tambú. Despues di Trinta di Mei e ta lansa e tumba Huma ku un letra yen di sátira i humor. E susesonan aki tambe ta duna empuhe na buska e identidat krioyo den músika. Komo miembro di Asosiashon di Músiko Dap a boga ku éksito pa tumba bira e ritmo nashonal di Karnaval.[3]

Tijdens zijn muzikale loopbaan heeft hij praktisch elk muzieksoort vertolkt.

Boy Dap overleed op 88-jarige leeftijd en werd op 14 november begraven te Bethania in Brievengat. De begrafenisstoet werd een muzikale herdenkingsoptocht die langs de Carnavalroute voer en op het Brionplein, Otrobanda eindigde.[4]

In de buurt met straatnamen van lokale artiesten in de wijk Bonam is een straat naar hem vernoemd, de Kaya Anselmo T. (Boy) Dap.

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]

LP's[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ban Karnaval ku Boy Dap (1981)
  • E Barbaronan di Ritmo (1983)
  • Ayera y Awe (1986)
  • Gibi y Explosivos (1991)
  • Wayé
  • Hopi Swerte
  • Boy Dap y su Explosion Latina (I)
  • En Vivo kajente kajente den Karnaval 82
  • Boy Dap y su Explosion Latina (II)



Boy Dap a nase den un famia musikal. Su mama Carmen Rosalina tabata kanta i toka tambú, su tata Johannes Dap, nasé na Sürnam, tabata un konosido musiko ku tabata praktika na kas ku su banda, Bright Star Band. E tabata toka saksofon, drums, klarinet, piano i fluit. Na e edat di shete ana ela kuminsa kanta den kor di misa di Pietermaai.[1]

Su prome hit grandi tabata e tumba "E Djaka", kual a wordu grabá ku e konhunto Lluvia Musikal.[2]

Den Roxy Teatro a tene e prome Tumba Festival di Tumba na 1971, na kua e ta logra ku e komposishon Bashé su prome titulo komo Rei di Tumba. Su tumbanan mas konosi ta: Dal'e Kos (1973), Mandé (1974), Sigi Awor (1979), Tur hende kompañé (1981); Un biaha mas (1983), Despensa e ta bini (1985), Waya pasa bai (1989) i Bolt'e blachi (1992). Su prome tumbanan tin influensia musikal di kalipso. https://www.youtube.com/watch?v=EAuY-L7XmCA&ab_channel=JaviAtekos


Op 1 december 1949, op de dag van publicatie in 1999 vijftig jaar geleden, maakte de bekende tumbazanger en componist Boy Dap zijn debuut in Hòfi Marchena met een bolero. “Ik zong ‘It wouldn’t happen again’, in het Spaans, met ‘Estrellas Curazao’. Een halve eeuw later is Boy Dap vooral bekend als de ongeëvenaarde, tienvoudige tumba-koning. Hij verrijkte tegelijkertijd de Curacaose muziekcultuur met walsen, merengue’s, pachanga’s en vele tumba’s. Boy Dap, in 1933 geboren in Otrobanda, erfde het muzikale bloed van beide ouders. Zijn moeder, Carmen Rosalina, zingt tambú en grootmoeder speelde tambú op alles wat klank voortbracht, zoals op een aardappelkist. Vader, de in Suriname geboren Johannes Dap, speelde saxofoon. Opa Dap was een bekend trompettist in Suriname. Het slagwerk, het ‘kuero’ is diep geworteld in zijn familie. De kneepjes van het zingen leerde hij in het kerkkoor van frater Arnoud en frater Fidelius. In die veertig jaren luisterde hij veel naar de grote zangers van het geïmproviseerde lied. ‘Voor mij was toen op Curaçao Kimo Candelaria de uitschieter. Ik hield van zijn stijl. Op Cuba had je Beny Moré en Ismael Rivera op Puerto Rico. Zij brengen je in trance.” Kort na zijn bolero debuut maakte deze zanger van het Papiamense lied naam met de merengue ‘Teine tur Coloresh’, - beter bekend als ‘Palu Friu’ (‘ijslolly’ of ook ‘koude stok’) - waarin hij een Portugees sprekende ijscoman bezingt.” Eind jaren vijftig maakte Boy Dap geschiedenis in het orkest Estrellas del Caribe met de tumba ‘Sota di bulpees’. Met dat lied bracht Boy Dap (opnieuw) de ‘pregon’ in de tumba, de dialoog tussen voorzanger en koor, bekend in Afrika en in de tambú. Zijn artistieke doorbraak maakte hij in de jaren zestig met de populaire ‘E Djaka’ (‘de Rat’). Eind van dat woelige decennium bouwde hij een reputatie op als troubadour met ‘Bisti bo boots, Saka Kuif’ (Trek je laarzen aan, toon je kuif’), dat geestig verhaalt over de jongeren van die tijd, met hun electrische gitaren, pantalons met breed uitlopende pijpen en grote kuiven. De gebeurtenissen van de 30 mei opstand van 1969 nam hij veel schimpscheuten, humor en dubbelzinnigheden op de korrel in zijn tumba in ‘Huma’ (‘Rook’). Keizer Na ‘30 mei’ werd er gezocht naar eigenheid en identiteit. Boy Dap samen met Franklin ‘Peng’ de Windt, en Juan Camelia en andere leden van in 1968 opgerichte Asosiashon di Musika, bepleitten toen met succes dat het eigen nationale ritme, tumba, voortaan het ritme moest zijn voor de roadmarch van het carnaval. De calypso verdween er door naar de achtergrond. Boy Dap bezong in de tumba ‘Bash’é’, winnend lied van het eerste Tumbafestival (1971) wel de steelpan van calypso net als de andere kandidaat: de seú met de chapi. (‘Bogolo-bigili, toka chapi te madrugá’). Bij tien van de dertig Tumbafestivals werd Boy Dap gekroond tot koning. Het verleende hem de eretitel ‘Keizer van de Tumba’. ‘Zijn tumba’s zijn altijd een bevel’, zei de musicus wijlen Juan Camelia van zijn collega.. “Dal’é, Mand’é (1974), Klab’é (1997), het is altijd imperatief.” Hoe waardeert de artiest zijn eigen bijdrage in die halve eeuw? Meer dan zijn Lp’s, cd’s, en internationale optredens, noemt hij zijn communicatie met het publiek. “Ik heb de tumba gepopulariseerd. Ik kwam met een stijl die nu overal in het Caribisch Gebied gebruikt wordt. Het ging vanzelf. Je zingt, wordt emotioneel en groeit samen met de muziek. Dat slaat de vonk over naar het publiek. Je neemt ze mee. ‘Hisa man’ en iedereen doet zijn hand omhoog.. ‘Bo ta bai patras’, iedereen stapt dan achteruit. Het lijkt op een spelletje. De mensen raken opgezweept. Het gaat naar een climax, iedereen raakt in vervoering. Als je dat kan ben je een gevaarlijk man.” Boy Dap’s gouden jubileum wordt 12 december gevierd met een kerkdienst en een receptie in het buurtcentrum van Steenrijk. Zijn wens? Hij herhaalt wat hij al liet weten in ‘Boltu e Blachi’ zijn tumba van 1992: het vastleggen van de geschiedenis, om te beginnen die van Boy Dap.

--- Boy Dap (1933-2021), un gran fundadó di tumba di Karnaval a bai sosegá. 😞 quote: Een belangrijke trendsetter in de nu vijftigjarige geschiedenis van het tumba-festival is ongetwijfeld de zanger, componist en tienvoudig tumbakoning Boy Dap. Boy Dap vierde in het eerste jaar (1971) een dubbele triomf. Allereerst omdat zijn favoriete ritme, de tumba, was gekozen als roadmarch. Daarbij dolven niet alleen de voorstanders van de calypso onderspit, maar ook een stroming musici, waaronder Rudy Plaate (Ban Wapa Carnaval) en Etzel Provence, die voor seú pleitten als carnavals ritme. Boy Dap bezingt in Bash’é, waarbij hij het eerste koningschap won, wel gul de steelpan van de calypso én de chapi van de seu. (Bògòlò-bigilí. toka chapi te madrugá). De tumba-aanvoerder maakte verder naam met zijn woordspelingen en het gebruik van folklore (o.a. het kinderliedje ‘ban pasa un rondu’ in Dal’é kos, 1973). Wat karakteriseert Boy Dap’s tumba het meest, vroeg ik enkele kenners. “Boy’s tumba’s zetten altijd aan tot actie,” vindt de artiest en carnavals costuumontwerper -onze lokale Peter Minshall- Wilson Garcia. Die mening wordt gedeeld door een autoriteit, Juan Camelia, zelf componist en de eerste voorzitter van de jury van het Tumba-festival. “Zijn tumba was altijd een bevel: Bash’é, Dal’é kos, Mand’é (1974), Klab’é (1997). Hij is imperatief.” Velen probeerden Boy Dap te imiteren, de beteren lieten zich door de meester inspireren: Edwin Thomasa (Hake, 1976), Harrie Zimmerman, en in de jaren negentig de nieuwe generatie met Ike Jesurun o.a. in Ban Defendé, ‘Ike is Boy Dap’, Farley Lourens (Multipliké, 1996), Gibi Doran (in zijn arrangementen en teksten waaronder Tene..Sakudié) , Renard Hurtado (Solo-solo, Ku bo permit) en arrangeurs als David ‘Ronchi’ Matthews, en Hershell Rosario. Dat zijn bijdrage tot nu toe niet is geanalyseerd en gedocumenteerd betreurt Boy Dap in Bòltu e Blachi (1992). fuente: De Taal van de tumba. Zingen over de eigen cultuur. In Amigoe Napa, 20 februari 1998, I. Witteveen)


October 25th 1933, needs no introduction in Curaçao. He is widely known on the island as “E Tata di Tumba” (The Father of Tumba), a title which he received after he won Curaçao’s Festival di Tumba a record ten times. His first big hit was the Tumba gem “E Djaka”, which was recorded with the group Lluvia Musikal. Not too long after this he became a part of the group Estrellas del Caribe with which he released another cavalcade of Tumba classics. Towards the end of the 1970s he became a part of the group Explosion Latina with which his hot streak continued.

The classic featured here is the Wals “Barika Gel”, which was also released in the 1970s.

WILLEMSTAD -- Mundu Farandulero i pueblo di Kòrsou kompletu den oranan di mèrdia dia 2 di novèmber 2021, a tuma nota di e notisia tristu ku e gran músiko, kompositor i kantante Anselmus Boy Dap ya no ta huntu ku nos mas. Mayoria di nos pueblo konosé Boy Dap komo tumbero, pero Boy Dap tabata un intérprete di práktikamente tur género di músika. Promé ku añanan 70, el a militá den vários agrupashon musikal, kantando nos ritmonan krioyo, pero tambe bolero, guaracha, kalipso i merengue. Un di e promé komposishonnan di Boy Dap ku a skor hopi haltu tabata e tumba “E Djaka”. Despues djei a kuminsá e trayekto di su éksitonan den Festivalnan di Tumba. Por sierto ta bon pa menshoná ku Boy Dap tabata e último miembro di e promé direktiva di AMAK ku a keda formá na aña 1968. Komo tal dia 12 di novèmber 1970, e tabata forma parti di e direktiva enkabesá pa Peng de Windt d.f.m. ku a bai negoshá ku Comitee di Carnaval 1971 bou di presidensia di Omario Merien d.f.m. pa e ritmo di tumba keda introdusí durante marchanan di karnaval. Asina pues e promé Festival di Tumba ku a tuma lugá na 1971 den Theatro Roxy, Boy Dap logra e titulo di Rei di Tumba ku e piesa “Bash’é”. Ta bon pa menshoná ku Boy Dap tabata intérprete i kompositor durante Festival d Tumba, ku a tuma lugá dia 31 di yanuari 1971. Seguidamente nos ke menshoná e demas éksitonan di Boy Dap durante Festival nan di Tumba. Na 1973 Boy Dap a bira Rei di Tumba ku su komposishon “Dal e kos” Na 1974 “Mand’é” Na 1979 “Sigui awor” Na 1981 “Tur hende kompañ’é” Na 1983 “Un biaha mas” Na 1985 “Despensa e ta bini” Na 1988 Promé finalista “Zon’é pa mi bai su tras” Na 1989 “Waya pasa bai” Na 1989 Rei di Tumba di Ántes Na 1990 Promé finalista “Hala bin hala den anim’é” Na 1992 “Bòltu e blachi” Na 1995 Promé finalista “Nos ta ban p’e” Na 1997 “Klab’é” Na 1999 Di 5 finalista “Bin tuma awe” Na 2000 Amak a dediká Festival di Tumba na Anselmus Boy Dap Boy Dap su influensia riba Festival di Tumba tabata notabel i ta pa e motibu ei hopi tumbero ta rekonosé ku Boy Dap tabata un inovador. Durante hinter su trayektoria, Boy Dap tabata sostené su organisashon AMAK, di kual e a forma parti di direktiva for di promé momentu. Boy Dap tabata fungi tambe komo dosente den e proyekto di Formashon Musikal den Bario i tabata duna lès di perkushon i diferente di su alumnonan ta formadó parti di agrupashonnan musikal aktualmente. Danki Dios Boy Dap a risibí diferente rekonosementu durante di su bida, no solamente di AMAK, pero di otro organisashonnan i ta fresku den nos memoria e konsierto ku a tuma lugá riba Plasa Brion organisá pa Fundashon Bon Intenshon i Banko Maduro, kaminda Pueblo di Kòrsou por a disfrutá di un kantidat grandi di komposishonnan di Boy Dap.

  1. Boy Dap: "Tata di Tumba di Karnaval", Amigoe (9 februari 1983).
  2. Back in time with Boy Dap, Bnkcuracao.com.