Gebruiker:Daaf Spijker/Kladblok/Antwoord

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
@]]Gebruiker:username|user[[ DaafSpijker overleg 23 okt 2019 10:31 (CEST)

Notatie[bewerken | brontekst bewerken]

Als alternatieve notatie voor de binomiaalcoëfficënt komen onder meer voor:

, , en

waarin de staat voor het Engelse woord combination of choice. Op sommige (grafische) rekenmachines staat of .

De Y[bewerken | brontekst bewerken]

Twee (à drie) vragen mijnerzijds bij het subject. Onder de tabel staat: "De letter Y wordt door Nederlandstaligen in de wetenschap meestal als ij uitgesproken (...)".

  1. Bij het woord "meestal". En hoe doen die personen dat, als ze die letter niet als ij uitspreken? (Ik vraag (maar) niet naar een bron voor de uitspraak "hun uitspraak is ij".)
  2. Worden met "Nederlandstaligen in de wetenschap" Nederlandstalige wetenschappers bedoeld? En zo niet, hoe moet die zinsnede dan geïnterpreteerd worden?

Brandstof[bewerken | brontekst bewerken]

Vanwege een beveiligingsprobleem met de MediaWiki Graph-software is het momenteel niet mogelijk deze grafiek weer te geven. Zodra de software is bijgewerkt zal de grafiek vanzelf weer zichtbaar worden.

Breuk[bewerken | brontekst bewerken]

Tja, wat is een breuk? Terug naar een bron uit 1926: P. Wijdenes, Theorie der Rekenkunde. Op blz. 51 staat voor de natuurlijke getallen a en b: "als b geen veelvoud is van a, dan verstaan wij onder b/a het "getal" waarvoor geldt a × b/a = b. (...); ter onderscheiding van de natuurlijke getallen noemt men ze gebroken getallen of breuken."
En daarom uitbreidend tot de reële getallen a en b: vervang evt. "b geen veelvoud is van a" door "b niet geheel deelbaar op a".

"Van nature" in Wiskundige constante[bewerken | brontekst bewerken]

Tja, er stond: een getal dat "van nature in de wiskunde voorkomt" en ook: een getal dat "niet kan veranderen".

  • Ik vraag me af wat dat "van nature" betekent. Wordt hiermee "eigen aan" bedoeld? 'Eigen aan de wiskunde'? Nee toch.

Als synoniemen van "van nature" vind ik in VanDale: aan de zaak zelf toebehorend / van een zaak zelf uitgaand / kenmerkend / hetgeen typisch is voor het genoemde. Hiermee kom ik er ook niet, vind ik. En op de vraag: "Zijn er getallen die niet van nature in de wiskunde voorkomen?", heb ik geen antwoord. Vandaar dat ik de zinsnede heb weggelaten.

  • Ik vraag me af welke getallen wél kunnen veranderen. Neem een getal in gedachten en stel je die vraag. Antwoord: nee.

Dus werd het wat er nu staat.

== Een wiskundige constante is een reëel of complex getal, waarvan de waarde bij een bepaalde berekening (c.q. bewerking, beschouwing, ...) binnen de wiskunde onafhankelijk is van de variabelen die bij die berekening (c.q. ...) voorkomen. ==

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

De omtrek van een cirkel is alleen afhankelijk van de lengte van de straal , of van die van de middellijn . De ene cirkel, waarvan is met als evenredigheidsfactor, kan zo met een factor vermenigvuldigd worden dat de productfiguur samenvalt met de andere cirkel, waarvan dan . Het quotiënt van de omtrek en de middellijn is bij beide cirkels gelijk aan . Dan is dus een wiskundige constante. Per definitie is (zie pi).

Een eveneens belangrijke wiskundige constante wordt bepaald door de holomorfe functie op het domein , waarvoor geldt:

Hieruit kan worden afgeleid dat het getal

constant is. Die wiskundige constante is gelijk aan , het grondtal van de logaritmische functie. Bovendien is een periodieke functie waarvan de periode gelijk is aan (de imaginaire eenheid) maal .

Parallelkromme[bewerken | brontekst bewerken]

Parabool K met parallelkrommen K1, K2 en normalen Parabool met parallelkrommen / omhullende

Achtervolgingskromme, kromme achtervolging[bewerken | brontekst bewerken]

Op 15-11-2019 plaatste ik op de OP van BoH de volgende tekst nav een opmerking zijnerzijds op een repliek van collega Hoopje op Overleg:Evenwijdig (op 12-11-2019 / 21:32u):

Minder mooi[bewerken | brontekst bewerken]

Als je inderdaad van mening bent, dat ik probeer je een loer te draaien (zie hier op OnzeTaal), dan vind ik dat niet mooi! Hoe kom je erbij? Maar je hebt het mis._ DaafSpijker overleg 15 nov 2019 10:50 (CET)

En de rest van het overleg staat hieronder.

Van die lange tenen klopt in ieder geval wel. En wat ik bedoel met die loer draaien, is dat je blijkbaar mijn overlegbijdragen bij heel andere artikelen waar je niets mee te maken hebt, gebruikt om je in onze discussie je gelijk te halen. BoH (overleg) 15 nov 2019 14:26 (CET)
Antivraagje. Wat heb jij te maken met (te zoeken op) wiskundepagina's?_ DaafSpijker overleg 15 nov 2019 14:35 (CET)
Pardon? Ga ergens anders artikelbaas spelen. BoH (overleg) 15 nov 2019 14:36 (CET)

Ach, op geschiedenis-pagina van elk lemma staan linkjes. Het linkje |bijdragen| abusievelijk aanklikken geeft een prachtige lijst, en als dan je oog valt op een intrigerende titel als Morele ontkoppeling ...

En dat "van die lange tenen" van mij, waarop BoH zou hebben gestaan, is onjuist (zeg ik voor de 2e keer). Ja, door zíj́n onoordeelkundig schoffelwerk in de wiskundetuin (bij menig lemma) maakte hij het pad vrij voor enkele "oordeelkundige" collega's om dat wel te doen (de reden van de beginverklaring op mijn OP). Voor BoH's beide hierboven weergegeven reacties heb ik eigenlijk geen woorden, verbaasd blijft mijn mond open staan ... Als er zoiets als een selectief/exlcusief gebruikersleesverbod op bepaalde lemma's bestaat (blijkbaar door BoH voorgestaan), moet er ook een selectief/exclusief gebruikerseditverbod op bepaalde lemma's komen!_ DaafSpijker overleg 24 nov 2019 17:38 (CET)

Van nature[bewerken | brontekst bewerken]

Tja, er staat/stond, een getal dat "van nature in de wiskunde voorkomt" (zoals heide op de Veluwe?) en ook een getal dat "niet kan veranderen".

  • Ik vroeg me af wat dat "van nature" in deze context betekent. Wordt hiermee "eigen aan" bedoeld? 'Eigen aan de wiskunde'? Nee, toch!
Van dat laatste begrip vind ik in VanDale:
aan de zaak zelf toebehorend / van een zaak zelf uitgaand / kenmerkend / hetgeen typisch is voor het genoemde
Hiermee kom ik er ook niet, vind ik. En op de vraag: "Zijn er dan ook getallen die niet van nature in de wiskunde voorkomen?", heb ik geen antwoord.
Vandaar dat ik de zinsnede heb weggelaten.
  • Ik vroeg me ook af welke getallen wél kunnen veranderen. Neem een getal in gedachten en stel je die vraag. Antwoord: niet een (geen getal).
Dus werd het wat er nu staat.

== Een wiskundige constante is een reëel of complex getal waarvan de waarde bij een bepaalde beschouwing (c.q. bewerking, berekening, ...) binnen de wiskunde c.q. binnen een wiskundige context onafhankelijk is van de variabelen die bij diezelfde beschouwing voorkomen, én dat ondubbelzinnig kan worden gedefinieerd.

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

  • De omtrek van een cirkel is alléén afhankelijk van de lengte van de straal (of van ). De ene cirkel, omtrek met als evenredigheidsfactor, kan zó met een factor vermenigvuldigd worden dat de productfiguur samenvalt met de andere cirkel, omtrek . Het quotiënt van de omtrek en de middellijn is bij beide cirkels gelijk aan . Dan is dus een wiskundige constante.
  • Van de holomorfe functie op het domein is , en voorts . Dan blijkt dat een wiskundige constante is, namelijk de wiskundige constante e.
Ook is f een periodieke functie waarbij de periode van die functie (zie imaginaire eenheid maal een andere wiskundige constante is, te weten (zie pi).

De constanten die een speciale waarde of betekenis binnen de wiskunde hebben en in verschillende deelgebieden voorkomen, worden vaak aangegeven met letter (zoals <>e<>), een speciaal symbool (zoals ) of zijn vernoemd naar de ontdekker van dat getal (zie het overzicht hieronder), en soms ook 'gewoon' naar een bijzondere wiskundige. Zo wordt het getal in sommige landen getal van Ludolph genoemd, naar de Duits-Nederlandse wiskundige Ludolph van Ceulen.

Constante[bewerken | brontekst bewerken]

Het woord constante (zonder het bijvoeglijk naamwoord wiskundige) wordt ook gebruikt in de betekenis "niet veranderlijk én onbenoemd getal": een getal waarvan de waarde niet vaststaat, maar binnen de wiskundige beschouwing later kan of moet worden vastgesteld.

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

  • de integratieconstante die meestal wordt gebruikt bij onbepaald integreren;
  • de constante waarmee een functie wordt vermenigvuldigd om het gevolg daarvan te onderzoeken op de functie , zoals het gevolg op de grafische voorstelling of op de afgeleide van de functie ;
  • (in een driehoek) de waarde van het product van de lengte van een zijde met de lengte van de hoogtelijn naar die zijde:
Hier is gelijk aan het dubbele van de oppervlakte van de driehoek.
  • de constante waarmee een vergelijking, zoals , kan worden vermenigvuldigd om een gelijk(w)aardige vergelijking te verkrijgen, zoals hier dus

// dit niet = = tekst Wolfram Mathworld A mathematical constant is a number whose value is fixed by an unambiguous definition, often referred to by a symbol or by mathematicians' names to facilitate using it across multiple mathematical problems. // = = vertaling Een wiskundige constante is een getal waarvan de waarde wordt bepaald door een ondubbelzinnige definitie, waarnaar vaak wordt verwezen door een symbool of door namen van wiskundigen om het gemakkelijker te kunnen gebruiken bij meerdere wiskundige problemen. // = =

Feuer[bewerken | brontekst bewerken]

De driehoek DaDbDc met zijden die de helft zijn van de zijden van ΔABC, is gelijkvormig met deze driehoek. De negenpuntscirkel is ook van deze driehoek de omgeschreven cirkel, die kan worden opgevat als het beeld van de omgeschreven cirkel van ΔABC bij vermenigvuldiging met de factor 1/2 en centrum H. De negenpuntscirkel gaat dus door het midden van elk lijnstuk HP, waarbij P op de omgeschreven cirkel van ΔABC ligt. Met andere woorden: de negenpuntscirkel is de meetkundige plaats van de middens van de lijnstukken HP.

ZX[bewerken | brontekst bewerken]

Getriggerd door vragen heb ik de lier weer gepakt (tegen beter weten in?), maar mogelijk voorkom ik er een toekomstige bwo mee.
@BoH. Ik ken de richtlijnen in WP:WQ. Als ik mij evenwel hou aan andere richtlijnen, zoals aan WP:ART (over het intro, en ik citeer: “een soort beknopte samenvatting van wat volgt, of een definitie”), dan heb je daartegen bezwaar omdat volgens jou (m.i. ongefundeerd) de lezer verwacht dat de eerste zin de definitie van het onderwerp geeft. (Ook bij wiskunde? Iets als met de deur in huis vallen, bij dat moeilijke vak? Ik vind dat je dat juist niet moet doen!)
Je schreef “Naar aanleiding van bovenstaande”. Naar aanleiding van hetgeen daarop volgt, je nieuwe voorstel, heb ík nu enkele vragen.
  • Q1: Naar aanleiding van mijn bezwaar liet je in zin1 het woord “wel” weg. Waarom liet je het lidwoord “een” staan?
  • Q2: Ben je inderdaad van mening dat zin1 een definitie voor het begrip “evenwijdig” is zoals dat in het euclidische vlak én in de driedimensionale ruimte binnen de wiskunde gehanteerd wordt?
  • Q3: Bij zin2. Waarom wordt bij snijdende lijnen de ruimte een plat vlak? (??)
  • Q4: Zijn de zinnen 2,..., 6 nu wel of geen definities? En waaruit blijkt dat?
  • Q5: In een eerder voorstel stond in zin6: “noodzakelijk en voldoende”. Vermoedelijk naar aanleiding van mijn opmerking veranderde je “en” in “of”. Ben je van mening dat wat er nu staat wél (logisch) juist is?
  • Q6: Waarom verwacht je eigenlijk van anderen – die verandering van het intro niet nodig achten – dat zij wél jouw (herhaalde en niet-correct geformuleerde) voorstellen bekritiseren, verbeteren en op vragen van jou naar aanleiding daarvan weer reageren?
Voorts gaf je aan dat je niet nog niet duidelijk is waarom wiskundigen op WP aan HETEN in definities en ZIJN in stellingen de voorkeur geven.

Ik waag ook een poging tot verduidelijking, voortbouwend op Madyno’s tekst, hem daarbij wellicht in de weg schrijvend; excuus dus, maar ik was toch bezig).

In wiskundeboeken wordt het verschil tussen definitie en stelling (over)duidelijk gemaakt door vóór een definitie het tekstdeel “Definitie.” te plaatsen en vóór een stelling het tekstdeel “Stelling.”, al dan niet genummerd. (Euclides is daarmee al begonnen.) Hier op WP is dat naar ik meen ongewenst (ergens vastgelegd?), en niet ten onrechte.
Ik plaats nu de volgende uitspraken onder elkaar, alle betrekking hebbend op dezelfde driehoek; de figuur waarnaar verwezen wordt, moet je er maar bij denken.
  • P1. De driehoek is gelijkbenig als twee hoogtelijnen daarin gelijk zijn.
  • P2. De driehoek is gelijkbenig als twee hoeken ervan gelijk zijn.
  • P3. De driehoek is gelijkbenig als twee zijden ervan gelijk zijn.
  • P4. De driehoek is gelijkbenig als twee bissectrices ervan gelijk zijn.
Deze vier uitspraken zijn, wiskundige gezien, gelijkwaardig; dat wil zeggen, dat, als één van de vier als definitie wordt gebruikt, de andere drie daarmee (soms met veel, maar hopelijk weinig moeite) maar mét gebruik van die definitie bewezen kunnen worden.
(Bijna) altijd wordt dan, in de wiskundige praktijk, díe uitspraak gekozen (empirisch) die heel vaak en het eenvoudigst kan worden toepast bij die (of andere) bewijzen.
Daarom, omdat het plaatsen van “Definitie” er vóór hier op WP ongewenst is, staat er bij voorkeur, dus om het verschil tussen definitie en stelling te benadrukken:
  • Een driehoek HEET gelijkbenig als twee zijden ervan gelijk zijn.
Je geeft daarmee als het ware antwoord op de vraag: “Wanneer wordt een driehoek gelijkbenig genoemd?” of wat natuurlijk ook kan: “Wanneer is een driehoek gelijkbenig?”.
Als je het over een meetkundig object hebt, is het handig als het een naam heeft (hier dus de ondersoort gelijkbenige driehoek). En als dan die (bijvoeglijke) naam ook nog iets zegt over de toegekende definiërende eigenschap van het object, dan is dat mooi meegenomen.
  • Kortom, hier: HEET is beter dan IS, IS niet beter dan HEET.
En daarmee kom ik gelijk bij het bezwaar van Dijksterhuis tegen het gebruik van het woord evenwijdig; hij zou liever parallel gebruiken. En waarom dan wel? Omdat hij “evenwijdig” geen definiërende eigenschap vindt (en dat is correct) van het naast elkaar gelegen zijn van twee rechte lijnen. Er is dus helemaal geen sprake van strijdigheid tussen definities.

PS De vragen hoef je natuurlijk niet te beantwoorden als je je voorstel intrekt. En ik adviseer dat, omdat zeker zin1 nog steeds incorrect is (het hang niet alleen op het lidwoord) en er in zin6 nog steeds misplaatst logische operatoren (er wordt zelfs naar verwezen) worden gebruikt (er staat nu wat niets voorstelt).

ZY[bewerken | brontekst bewerken]

@BoH. In reactie op Q0 (je inleiding), je reacties op Q1,…,Q6 en toegevoegd Q7 (heten/zijn).

  • Q0, Q1. Zin1 is onjuist (het ís redelijk taaie kost, vind ik, ook historisch gezien), omdat het begrip evenwijdig voor het euclidische vlak en de driedimensionale euclidische ruimte (R3) op verschillende manieren moet worden gedefinieerd. In R3 moeten de lijnen daartoe aan twee voorwaarden voldoen: (a) geen gemeenschappelijk punt hebben, (b) in hetzelfde vlak liggen (en dat moet duidelijk zijn, omdat het een definitie is). In het euclidische vlak is één voorwaarde genoeg: geen gemeenschappelijk punt. Je gebruikt de zinsnede “en gelegen zijn in een plat vlak”. Dat “een vlak” kan onmogelijk slaan op het euclidische vlak (de ligging van beide lijnen is triviaal). En in R3 sluit die zinsnede de mogelijkheid dat beide lijnen in verschillende vlakken liggen, niet uit. Als je hier al zou kunnen spreken van een definitie, dan is zin1 krakkemikkig, en moet op grond daarvan als zodanig worden afgekeurd.
  • Q2. De aangehaalde definitie op “pandd.nl” heeft alleen betrekking op het euclidische vlak; en dan een tekst die als inleiding gebruikt is bij Euclides' propositie 27 (zie ook Q7). Dat daar het woord “heet” niet wordt gebruikt, bevestigt trouwens mijn opmerkingen: de zin wordt vooraf gegaan door het woord “Definitie”.
  • Q3. Zin2 kan worden geformuleerd zonder drie maal “niet” te gebruiken; hij bevat dus overbodige, en daardoor storende tekstdelen.
  • Q4. Gemiste kans.
  • Q5. Je geeft geen antwoord; en ik maar zuigen... Voorts meen ik dat ik op deze OP (ik citeer mezelf: de dubbele ontkenning en het gebruik van de logische operator "noodzakelijk en voldoende" is hier onjuist) en op de OP van Parallelkromme meer dan voldoen hebt toegelicht. Vervanging van “en” door “of” maakt het er niet beter op. Advies: probeer zelf eens via de propositielogica te analyseren wat de betekenis van de zin met “of” is.
  • Q6. Jij noemt het een samenwerkingsproject. Ik niet. Kijk nog eens terug naar de manier waarop je hier (maar toch ook elders binnen de wiskunde-lemmata) teksten hebt aangeleverd die vol zitten met wiskundige/logische onjuistheden, en soms ook in zijn geheel wiskundig incorrect zijn. Blijkbaar ben je er van overtuigd dat wat je doet, goed is. Evenwel, telkenmale geef je ervan blijk niet in staat te zijn door anderen aangedragen argumenten adequaat te interpreteren. Telkenmale vraag je toelichting aan degenen die de door jou voorgestelde wijzigingen als niet noodzakelijk, overbodig of onjuist bestempelen. Je noemt het ergens hierboven “uitwisseling van argumenten”. Ik vind die wisselwerking nauwelijks terug.
  • Q7. Zie ook Q2. Ik constateer dat je de aangevoerde argumenten bij “heten/zijn” niet accepteert: “en HETEN is ook daar niet gebruikelijk” (in het NL-standaardwerk meetkunde, Molenbroek, wordt “heten” gebruikt, evenals in tenminste twee schoolboeken). Maar inderdaad, niet in de tekst die staat op de website “pandd.nl”, een website die is ingericht voor leraren en studenten t.b.v. het door hen te geven wiskundeonderwijs. Trouwens, op “pandd.nl” staat jouw andere definitie vermeld als “Stelling 1” (dan is “heten” niet nodig, toch?).
Je reacties op mijn vragen en de opmerking “het is een gekunstelde manier om aan te geven dat een begrip soms meerdere definities kent”, waaruit blijkt dat je weinig (in)zicht hebt hoe de wiskunde in elkaar steekt, en “er zijn dan ook genoeg definities van evenwijdigheid te vinden zonder HETEN”, zijn mijns inziens daarvoor eveneens tekenend.
Om in een samenwerkingsverband een artikel te verbeteren heb je deelnemers nodig die aan twee voorwaarden voldoen (een collega formuleerde dit al eerder hier): hij/zij kan goed teksten schrijven én hij/zij is goed bekend met het onderwerp, hier de wiskunde. En dat is nu juist een gebied waarop je, met alle respect, en helaas niet voor het eerst, laat zien weinig ervaring c.q. "knowhow" te hebben. Telkenmale blijkt ook dat de opmerkingen van deelnemers op deze OP dat wijziging in de zin die jij voorstelt, niet noodzakelijk is, onterecht met een beroep op een deel van een richtlijn wordt afgedaan. In een dergelijk “samenwerkingsverband” voel ik met jou mezelf niet thuis (ik liet dat al eerder merken).
Niet ontlastend is in deze je opmerking: “bij het uitblijven van aanvullende opmerkingen zal ik binnenkort deze definitie in het artikel zetten”.
Mijn lier hangt weer... Achteraf was het inderdaad “tegen beter weten in”, bevestigd door het feit dat je mijn advies (in andere vorm gedaan als SBBJL) wederom naast je neer legt.
Overigens ben ik nog steeds van mening dat het onderhavige lemma-intro geen rigoureuze vervanging behoeft. En indien wel, dan moet die niet te veel afwijken van mijn eerder gedaan content-advies.

En wat de rest van het artikel betreft: (...)._ DaafSpijker overleg 20 dec 2019 22:06 (CET)

ZZ[bewerken | brontekst bewerken]

Oplossing? Die heb je toch alleen maar nodig als er een probleem is? Ja, natuurlijk, de enige die een probleem · is · ziet, is de aandrager van de oplossing. (Het is ongeveer als de pyromaan die, nadat hij een fikse brand had veroorzaakt, zegt: "Ik zal dat vuurtje wel even blussen.")

Afgeknotte kegel[bewerken | brontekst bewerken]

Afgeknotte kegel

Een afgeknotte kegel is een lichaam dat ontstaat uit een kegel door er tussen de top en het grondvlak een gelijkvormig deel "af te snijden" met een vlak evenwijdig met het grondvlak.

Zijn en de stralen van het grond- en het bovenvlak en is de hoogte van het lichaam, dan geldt voor de inhoud ervan:

Deze formule is af te leiden uit de inhoud van een afgeknotte regelmatige n-zijdige piramide door de waarde van n onbegrensd te laten toenemen. Voor de manteloppervlakte van het lichaam geldt:

Hierin is de lengte van het resterend deel van het apothema van de oorspronkelijk kegel.

Parallellepipedum[bewerken | brontekst bewerken]

Etymologie[bewerken | brontekst bewerken]

Het woord parallellepipedum is Latijn en is afgeleid van het Griekse στερεόν παραλλελεπίπεδον - stereon par-allel-epi-pedon. En dit betekent lichaam begrensd door evenwijdige opstaande vlakken (Gr. επίπεδον = vlak). De schrijfwijze met dubbel l, die gevormd is door incorrecte uitspraak c.q. om incorrecte uitspraak te voorkomen, zou eigenlijk parallelepipedum (en dan afgebroken als par·allel·epi·pe·dum) moeten zijn. De onjuiste schrijfwijze parallellopipedum is ontstaan onder invloed van parallellogram.[1]

Bronvermelding bij boeken[bewerken | brontekst bewerken]

Dag XyZ, Naar aanleiding van deze wijziging, informeer mij...! Op welke conventie of voorschrift of regel of anderszins, anders dan wat ik zelf via de sjablonen Stijl1, Stijl2 en Stijl3 kan vinden, berust:

a. het weglaten van de plaats van vestiging van de uitgever en een deel van de naam van de uitgever; immers, in genoemde stijlen zijn beide steeds en ongewijzig opgenomen;
b. het wijzigen van de afkorting pp. voor pagina's in p., afwijkend van wat ik zie op bijvoorbeeld Stijl1 (zie hierboven) en in deze lijst van afkortingen;

en voorts:

c. het weglaten van een afsluitende punt aan het einde van de betreffende verwijzingsregel, afwijkend van wat ik zie op bijvoorbeeld Stijl1 (zie weer hierboven);
d. het wijzigen van "(vertaling uit het Engels, 2010)" in ", vertaling uit het Engels (2010)";
e. het wisselen de achternaam van de auteur met en vermelding van initialen via een sjabloon − bijv. Anton B. Crenning wordt Crenning, A.B. − eveneens weer afwijkend van bijvoorbeeld Stijl1.

Aan dit laatste heb ik mij in het onderhavige lemma aangepast, omdat daarvan in beide referenties reeds sprake was. Maar fraai vind ik (mag ik dat vinden?) het niet; vooral niet omdat de naamsvermelding van de auteur dan (in voorkomende gevallen) afwijkt van die op het boek en het meestal ook resulteert in een rode link.
Vooralsnog lijkt e.e.a. te berusten op een persoonlijke voorkeur (ja, ik zet uit gewoonte een : tussen vestigingsplaats en uitgeversnaam; zie Stijl3). Maar verder is er mijns inziens sprake van BTNI, zeker als zo'n verwijzing grotendeels overeenkomt (op een na?) met bijvoorbeeld Stijl1.

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. E.J. Dijksterhuis, W. van der Wielen (1948): Vreemde woorden in de wiskunde. Gronningen: P. Noordhoff N.V.; pag. 77.