Gebruiker:OksanaPodgaetskaya/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

HUISMUSEUM ELIZA ORZESZKOWA[bewerken | brontekst bewerken]

Eliza Orzeszkowa-museum
Дом-музэй Элізы Ажэшкі
Opgericht 1976
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Het Huismuseum Eliza Orzeszkowa (Wit-Russisch: Дом-музэй Элізы Ажэшкі) is een museum in Grodno, Wit-Rusland dat gewijd is aan een Poolse schrijfster Eliza Orzeszkowa (1841 – 1910), die werd gezien als een belangrijke vertegenwoordigster van positivisme.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De kleine salon, begin 20e eeuw.

De kennismaking met het huis van Eliza Orzeszkowa begint met een kantoor. De belangrijkste troef hier zijn de boeken. De meeste zijn gepubliceerd tijdens het leven van de schrijfster, waaronder haar hoofdroman Nad Niemnem (Op de [Niemen). Daarin is Eliza Orzeszkowa, zoals in alle werken, trouw aan patriottische ideeën. Hier in dit huis schreef ze het boek met korte verhalen "Melancholie" (1896), de romans "De Australiër" (1896) en "Ad astra" (1904), "De Argonauten" (1900) en de verzameling van novelles "Gloria victis" (1910). Op de zolderverdieping van het huis was een bibliotheek waar privélessen werden gegeven.

Een favoriete plek in het huis van de schrijfster was een kleine salon. Hier, bij de open haard, schreef ze, ontving hier de gasten en besprak liefdadigheidsprojecten met hen. Onder deze projecten waren herbarium-albums die ze verkocht voor liefdadigheidsdoeleinden. Een deel van dit erfgoed wordt bewaard en tentoongesteld in het Apotheekmuseum.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Orzeszkowa's huis, begin 20e eeuw

Er wordt aangenomen dat het oorspronkelijke gebouw waarin de schrijfster woonde, werd in de jaren 1860-1870 gebouwd door haar toekomstige echtgenoot Stanislaw Nagorsky. In de werkelijkheid was het Orzeszkowa-huis nog vóór 1866 gebouwd door een eremagistraat, staatsadviseur Alexander Nikolayevich Zheltukhin. Volgens archiefdocumenten bezat Zheltukhin het huis in 1874, maar in 1878 werd hij benoemd tot vice-gouverneur van de regio Kharkov en moest hij vertrekken. De volgende eigenaar van het pand was advocaat Stanislaw Nagorsky, de toekomstige echtgenoot van de Eliza Orzeszkowa. De schrijfster heeft er tot het einde van haar leven in gewoond. Na haar dood werd het huis volgens haar wil in 1911 overgedragen aan de plaatselijke Dienst Voogdij, maar al in de jaren twintig van de 20ste eeuw werd het gebouw voor een handelsschool gebruikt.

In de periode tussen 1920 en 1948 waren in het huis van de schrijfster verschillende organisaties gevestigd. Zo werd er in 1940 werd de staatsmuziekschool in geopend. Nadat de stad was bevrijd van de Duitse bezetting, bevonden zich hier het regionale projectbestuur, een bloedafnamepunt en een technisch bureau. In 1948 besliste het Regionaal Uitvoerend Comité het gebouw aan de Pioniersorganisatie over te dragen. Later, in de jaren zestig, werkte hier een afdeling van de regionale Schrijversbond.

In juli 1958 werd een gedenkplaat op het huis van E. Orzeszkowa gevestigd. Bij deze gelegenheid werd een grote bijeenkomst gehouden, waarbij vertegenwoordigers van arbeiders, studenten en schoolkinderen van de stad bijeenkwamen. In maart 1959 vond in het huis de opening van de leeszaal, genoemd naar Eliza Orzeszkowa, plaats.

De straat waarin het museum zich bevindt, kreeg zijn huidige naam in de jaren twintig en noemt sindsdien Eliza Orzeszkowa straat. Slechts in 1939 vond een korte pauze plaats, toen als eerbetoon aan de nieuwe ideologie, werd de straat naar de communistische leider Vladimir Lenin hernoemd en kreeg de naam Leninsky. ◊

Verbouwing en reconstructie[bewerken | brontekst bewerken]

Verbouwing in 1976[bewerken | brontekst bewerken]

Het huis van Eliza Orzeszkowa, gelegen tegenover het oude universiteitsgebouw, is in zijn huidige vorm een kopie van het huis waarin de schrijfster van 1895 tot haar dood heeft gewoond. In 1976 werd het vervallen gebouw afgebroken en in plaats daarvan werd een kopie gebouwd. Het nieuwe huis staat ook verder van de straat in vergelijking met een oorspronkelijk gebouw, het verschil is duidelijk te zien op de oude foto’s en kaartjes van Grodno.

Reconstructie van het kantoor en de kleine salon in 2009[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende reconstructie vond in 2009 plaats. Op basis van de bewaard gebleven foto's werden de interieurs van het kantoor en de kleine salon van Eliza Orzeszkowa in zijn oorspronkelijke vorm hersteld. De kamers zijn ingericht met meubels en voorwerpen uit de tijd waarin de schrijfster leefde. Van de originele voorwerpen zijn een spiegel en een open haard nog te zienzien, herbariumalbums verzameld door Eliza Orzeszkowa, haar boeken, portretten en foto's - het museum heeft in totaal meer dan 70 exposities. Tijdens de laatste reconstructie, werd onder andere een modern airconditioningsysteem geïnstalleerd zodat de boeken beter bewaard kunnen worden.

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]


OksanaPodgaetskaya/Kladblok
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde


APOTHEEKMUSEUM GRODNO[bewerken | brontekst bewerken]

Apotheekmuseum
Аптека-музей в Гродно
Plein in Grodno midden 19de eeuw, door Napoleon Orda. In het midden: Franciscus Xaveriuskathedraal. Rechts: het paleis van de koning Stefanus Báthory. Links van de kathedraal: Apotheekgebouw.
Locatie Grodno Vlag van Wit-Rusland Wit-Rusland
Coördinaten 53° 41′ NB, 23° 50′ OL
Opgericht 1709
Detailkaart
OksanaPodgaetskaya/Kladblok (Wit-Rusland)
OksanaPodgaetskaya/Kladblok
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Het Apotheekmuseum (Wit-Russisch: Гродзенская аптэка Езуітаў) is een werkende apotheek met een expositie die de geschiedenis van de oprichting van een farmaceutisch bedrijf in Grodno, Wit-Rusland weergeeft.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het apotheekmuseum is gevestigd in het Jezuïetenklooster van Grodno, een historisch en cultureel monument uit de 18e eeuw, gelegen in het centrum van Grodno. Het gebouw is uniek en heeft een historische waarde. De eerste verwijzing naar het apotheek dateert uit de 17e eeuw. De oprichters waren jezuïetenmonniken. Aanvankelijk was het enkel bedoeld voor studenten en docenten van het door Stefan Batory opgerichte Jezuïetencollege.

Het gebouw, waarin het huidige apotheekmuseum is gevestigd, werd in 1709 op het marktplein gesticht. De toegang was sindsdien vrij voor alle burgers van de stad en iedereen kon gebruik maken van de diensten. In 1763 verscheen er een tweede verdieping boven het apotheek, waardoor apothekers nog actiever wetenschappelijk werk konden verrichten. De apotheek onderscheidde zich door haar chique inrichting: ingelegd meubilair, rijk beschilderde muren, marmeren vloeren en elegante schouwen. In 1885 veroorzaakte een in Grodno uitgebroken brand onherstelbare schade aan het gebouw.

Dankzij de archieven van de jezuïeten, zijn de namen van alle apothekers die hier tot 1773 werkten bekend. Na de afschaffing van de jezuïetenorde kwam de apotheek in het bezit van het Groothertogdom Litouwen. In de jaren zeventig van de achttiende eeuw werd ze overgedragen aan de Medische Academie van Grodno, waar toen een van de beroemdste wetenschappers van die tijd, Jean-Emmanuel Gilibert werkte. Hij was arts en botanicus, doctor in de geneeskunde, hoogleraar anatomie, chirurgie en natuurwetenschappen aan de Académie de Lyon. In Grodno werd hij uitgenodigd door Anthony Tizengauz waarmee hij een contract voor tien jaar had getekend. De verplichtingen van een contract omvatten de opening van een medische en veterinaire school in de stad, een actieve doctoraatspraktijk, het schrijven van een leerboek over diergeneeskunde, een studie van de lokale natuur en de presentatie van de resultaten in wetenschappelijke artikelen. De grote wetenschapper heeft onder andere deel genomen aan de ontwikkeling van de apotheek: hij was de initiator van de opening in de apotheek van een speciaal laboratorium waar kruidengeneesmiddelen werden gemaakt.

In 1795 werd de apotheek een privé-bezit. De eigenaren waren destijds bekende publieke figuren. Deze situatie duurde tot 1939, toen de apotheek de eigendom van het stadsbestuur werd. Ze overleefde de Tweede Wereldoorlog, maar in 1950 sloot ze haar deuren. De ruimte werd eerst gebruikt voor een apotheekmagazijn, daarna was er een meubelsalon in. Pas in 1996 keerde de apotheek terug op haar plaats.

De apotheek anno 2020[bewerken | brontekst bewerken]

De museumruimte is anno 2020 in drie delen verdeeld. In het eerste deel werd een oud kruidenlaboratorium nagebouwd. Samen met verschillende kruiden en wortels kan men hier ook een aantal exotische wonderbaarlijke middelen zien zoals poeder van de eenhoorn en een feniksveer. Het tweede deel is een fragment van de receptiekamer van de 19-20e eeuw. Het derde deel weerspiegelt de geschiedenis van de apotheek, de belangrijkste stadia met betrekking tot de ontwikkeling van medische en farmaceutische kennis. De hier gepresenteerde collectie bevat meer dan duizend exposities, van oude medische apparaten en gebruiksvoorwerpen tot recepten van artsen en zeldzame edities van medische literatuur van de afgelopen eeuwen. Een van de meest waardevolle is een apotheekmortel voor de bereiding van medicijnen, die werd gemaakt in 1716. Daarnaast is er een porseleinen vat uit het midden van de 18e eeuw en een verzameling weegschalen van dezelfde tijd. De echte parel van de collectie zijn zes gestileerde herbariums, die zijn samengesteld door de Poolse schrijfster Eliza Orzeszkowa.

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren tachtig van de 19e eeuw werkte hier Michael-Wilfred Voynich, de toekomstige echtgenoot van de schrijver Ethel Lilian Voynich. Hij was diegene die het prototype werd van de hoofdpersoon van de roman "The Gadfly".

Fotogalerij[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]