Gebruiker:Renskingma/Taaldood

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De laatste 3 sprekers van de taal Magati Ke

Taaldood of Taalsterfte is het proces waarbij er van een gesproken taal uiteindelijk geen moedertaalsprekers meer overblijven.

Door de globalisatie en het samenbrengen van gemeenschappen gaat het aantal talen in de wereld snel achteruit. Minderheidstalen, die minder aanzien hebben dan volkstalen, raken uit de tijd. Er wordt zelfs beweerd dat, van de ruim 6000 talen die vandaag de dag gesproken worden, het aantal talen wereldwijd gehalveerd zal zijn aan het eind van de 21e eeuw.[1] Taaldood kan elke vorm van taal, dus ook dialecten, treffen.

Na de opkomst van het kolonialisme, resulteerde vooral de culturele assimilatie in taaldood, omdat mensen een andere taal begonnen te spreken, en geleidelijk hun eigen taal verwaarloosden voor een 'lingua franca', en dan vooral die van landen in Europa.[2][3]

Veilige, bedreigde en stervende talen[bewerken | brontekst bewerken]

Een Iers verkeersbord waarop staat "Pas op voor kinderen"

Wanneer veel jongeren een taal blijven praten, en daarvoor ook - bijvoorbeeld van de overheid - de ruimte krijgen, blijft de taal 'veilig'. Talen die niet meer door kinderen geleerd worden, ziet men als 'stervende', en kan dan in één enkele generatie uitsterven als er geen maatregelen genomen worden. Alles wat tussen 'veilig' en 'stervende' zit, valt onder de 'bedreigde talen'.[4][5]

Een aantal bekende talen die onder de bedreigde talen vallen zijn[6]:

  • Iers - 44.000 sprekers

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

Een taal wordt vaak doodverklaard, zelfs nog voordat de laatste moedertaalspreker van de taal is overleden. Wanneer er slechts een aantal oudere sprekers van een taal overblijft, en ze deze taal niet meer gebruiken om te communiceren, is een taal eigenlijk al dood. Talen die het punt bereiken dat ze zó weinig gebruikt worden, worden over het algemeen gezien als stervende. De helft van de gesproken talen in de wereld worden niet geleerd aan nieuwe generaties van kinderen.[7] Een taal zal de huidige generaties niet overleven als kinderen niet meer worden gesocialiseerd om deze taal als moedertaal te spreken, waardoor de taal uiteindelijk geen moedertaal meer is.

Laatste sprekers[bewerken | brontekst bewerken]

Tuone Udaina, de laatste spreker van de Dalmatische taal.

Taaldood is zelden een plotseling verschijnsel. Het is vaak een langzaam proces waar elke generatie steeds minder leert van de taal, totdat het gebruik van de taal zich beperkt tot het traditionele gebruik in bijvoorbeeld gedichten en liederen. Een aantal voorbeelden wordt hieronder beschreven.

Dalmatisch[bewerken | brontekst bewerken]

Het Dalmatisch is een Romaanse taal die in Kroatië aan de kust van de Adriatische Zee werd gesproken, en uitstierf in de 19e eeuw. Deze taal werd minder en minder overgebracht van volwassenen aan kinderen, waardoor de mensen steeds minder goed de taal konden spreken tot op het punt dat volwassenen, die Dalmatisch spraken, kinderen opvoedden die nooit compleet vloeiend de taal zouden spreken. Zo raakte deze taal compleet uitgestorven.

De laatste spreker van de Dalmatische taal was Tuone Udaina.[8][9] Hij was geen native speaker van Dalmatisch, maar hij had de taal opgepikt door in het geheim te luisteren naar privégesprekken van zijn ouders. Ondanks dit en het feit dat Udaina doof was en de taal 20 jaar niet meer had gesproken, werd hij in 1897 door taalkundige Matteo Bartoli benaderd om de taal vast te leggen. Eerdere documentatie van het Dalmatisch dateerde uit de 13e tot 16e eeuw. Bartoli's eerdere werk (in het Italiaans) was helaas verloren gegaan, waardoor er tot 2001 alleen een Duitse vertaling bestond, totdat het weer in het Italiaans werd vertaald. Udaina kwam zelf ook tot een ongelukkig einde, toen hij op 10 juni 1898 overleed door een landmijn.[8]

Dolly Pentreath, de laatst bekende spreker van het Traditioneel Cornish

Traditioneel Cornish[bewerken | brontekst bewerken]

Cornisch is een Keltische taal die gesproken werd in Cornwall, in het zuidoosten van Engeland. De laatst bekende spreker van het traditionele Cornisch was Dolly Pentreath. Zij leerde Engels alleen als volwassene en haar laatste woorden waren naar verluidt: "Me ne vidn cewsel Sawznek!" ("Ik wil geen Engels spreken!"). Ze stierf in 1777, en haar grafsteen is vandaag de dag nog steeds te bezoeken.[10] Ze had een felle reputatie, en ze stond bekend om het roken van haar pijp en haar ruige taalgebruik. Sommige mensen dachten zelfs dat ze een heks was.[11]

Er is echter wat controverse wat betreft Dolly's status als de laatst bekende spreker van Cornisch. Sommigen beweren dat John Davey, die stierf in 1890, deze eer zou moeten hebben.[12] Anderen beweren ook dat de taal nooit helemaal is uitgestorven.[13]

Er zijn grote inspanningen gedaan om het Cornisch nieuw leven in te blazen, welke uiteindelijk redelijk succesvol zijn gebleken. In 2002 heeft de taal officiële erkenning gekregen in het kader van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden[14], en in 2008 werd er een standaard geschreven vorm overeengekomen.[14]







Soorten taalsterfte[bewerken | brontekst bewerken]

Het sterven van een taal is meestal de uitkomst van taalverandering, en kan zichzelf manifesteren op de volgende manieren:

  • Geleidelijke taaldood: Langzaam, gedurende een tijdsperiode
  • Radicale taaldood: Het verdwijnen van een taal wanneer alle sprekers stoppen met deze taal te spreken
  • Bottom-to-top taaldood: Het stoppen van gebruik van de taal, behalve in speciale omstandigheden (zoals liturgische talen)[15]
  • Top-to-bottom taaldood: Wanneer taalverandering in een omgeving van hoog niveau begint, zoals de overheid.[15]
  • Linguïcide: Wanneer een taal sterft door natuurlijke of politieke omstandigheden.
  • Taalverlies: Vaardigheidsverlies in een taal op het individuele vlak.

Het meest voorkomende proces dat leidt tot het sterven van een taal gebeurt wanneer een gemeenschap van sprekers van één taal uiteindelijk tweetalig worden, en geleidelijk de tweede taal meer gebruiken totdat hun moedertaal niet meer wordt gebruikt. Dit is een proces van assimilatie die vrijwillig is of opgedrongen aan de bevolking. Sprekers van sommige talen, vooral wanneer deze erg regionaal of kleinschalig zijn, zouden hun taal kunnen verwaarlozen op basis van bijvoorbeeld economisch gemak of gebruiksgemak, om vervolgens talen te spreken die handiger zijn of die een grotere prestige genieten.

Talen met een kleine hoeveelheid sprekers die geografisch geïsoleerd zijn kunnen doodgaan wanneer alle sprekers komen te overlijden door genocide, ziekte of natuurrampen.

Taalrevitalisering[bewerken | brontekst bewerken]

Het gebeurt wel eens dat er maatregelen genomen worden om een stervende of bedreigde taal te redden, omdat mensen het simpelweg zonde zouden vinden als de taal zou verdwijnen. De taal wordt dan op manieren gebruikt die ze voor die tijd niet hadden bedacht, zoals op televisie of zelfs plaatsnaambordjes. Dit zou jonge mensen het gevoel kunnen geven dat deze taal bij hun cultuur hoort en in het moderne leven kan passen. Dit is een van de vormen van taalrevitalisering.

Taalrevitalisering is een poging om taaldood af te remmen, of zelfs om te draaien. Vele talen zijn door een revitalisatieprogramma aan het gaan, met allemaal een verschillende mate van succes.

De heropleving van het Hebreeuws in Israël is het enige voorbeeld van een taal die nieuwe moedertaalsprekers verwerft nadat het voor lange tijd was uitgestorven in het alledaagse gebruik (Het werd alleen gebruikt als liturgische taal).[16]

Andere talen die bezig zijn met enige vorm van een heropleving zijn het Iers, Welsh, Hawaïaans, Cherokee en Navajo.[17][18][19][20]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Categorie:Taalkunde