Gebruiker:The Banner/klad5

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Raid op Dieppe
Onderdeel van de Tweede Wereldoorlog[
Het kiezelstrand en de klippen van Dieppe na de raid op 19 augustus 1942. Een vastgelopen Daimler Scout Car is achtergelaten op het strand.
Datum 19 augustus 1942
Locatie Dieppe, Frankrijk
Resultaat defensieve overwinning van de asmogendheden
Strijdende partijen
Canada
Groot-Brittannië
Vrije Polen
Duitsland
Leiders en commandanten
Louis Mountbatten

J. H. Roberts
Trafford Leigh-Mallory

Gerd von Rundstedt

Konrad Haase

Troepensterkte
Canada
Canadese 2e Infanteriedivisie

Groot-Brittannië
No. 3 Commando
No. 4 Commando*
* inc. 50 US Rangers
No. 10 (Inter-Geallieerd) Commando (gedeeltelijk)
Royal Navy
237 schepen en landingsvaartuigen, waaronder acht torpedobootjagers
Royal Air Force
74 Squadrons
ca. 10,500 manschappen

302e Statische Infanteriedivisie
ca 1,500 manschappen
Exclusief verliezen bij de Luftwaffe en Kriegsmarine
Verliezen
Grondtroepen
Canada
3,367 doden, gewonden en gevangenen
Verenigd Koninkrijk:
275 commandos
Verenigde Staten
3 doden
Royal Navy
één torpedobootjager
33 landingsvaartuigen
550 doden en gewonden
Royal Air Force
64 Supermarine Spitfires
20 Hawker Hurricanes
zes Boston bombers
10 Mustang Mk 1
62 doden, 30 gewonden, 17 gevangen
311 doden
280 gewonden
Luftwaffe
23 Fw 190
25 Dornier Do 217

De Raid op Dieppe was een aanval door de Geallieerden gedurende de Tweede Wereldoorlog op de door de Duitsers bezette Franse havenplaats Dieppe op 19 augustus 1942. Deze operatie draagt ook wel de naam Slag om Dieppe, Operatie Rutter en later als Operatie Jubilee. De operatie begon 's morgens om 5.00 uur en om 10.50 uur waren de geallieerde bevelhebbers de terugtocht te bevelen. Meer dan 6000 infanteristen, voornamelijk Canadezen, bestormden Dieppe, gesteund door een grote macht van de Royal Navy en de Royal Air Force. Het doel van de operatie was om een belangrijke haven te veroveren en bezet te houden gedurende een periode, om te bewijzen dat dit mogelijk was en om informatie in te winnen en te kijken hoe de Duitsers zouden reageren. een nevendoel was het verwoesten van de kustverdediging, havenfaciliteiten en alle strategische gebouwen.

De aanval werd over het algemeen beschouwd als een tactische ramp. Geen enkele van de gestelde doelen werd bereikt. Van de 6086 manschappen die aan land gingen werden er 3623 (bijna 60%) gedood, gewond of gevangen genomen. De RAF faalde er in om de Luftwaffe te verleiden tot een grootschalige luchtslag en verloor 96 vliegtuigen. (Minstens 32 daarvan door luchtafweergeschut en ongevallen) De Luftwaffe verloor slechts 48 vliegtuigen.[1] De Royal Navy verloor 33 landingsvaartuigen en één torpedobootjager.

De gebeurtenissen in Dieppe hebben later de voorbereidingen voor de invasies in Noord-Afrika (Operatie Torch) en Normandië (Operatie Overlord) beïnvloed.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Direct na de de evacuatie uit Duinkerke van de British Expeditionary Forces begonnen de Britten met het ontwikkelen van een speciale overvalseenheid onder de paraplu van het hoofdkwartier Gecombineerde Operaties. Dit ging gepaard met de ontwikkeling van technieken en apparatuur voor amfibische oorlogvoering. In het najaar van 1941 werd voorgesteld om 12 divisies te laten landen rond Le Havre. Men ging er van uit dat vele Duitse divisies waren overgeplaatst naar het Oostfront teneinde het front aldaar weer te stabiliseren na een reeks Sovjet-successen. Uit dit voorstel kwam het voorstel voort om de plannen te testen in de vorm van Operatie Rutter. De bedoeling van operatie Rutter was om na te gaan of het haalbaar was een goed verdedigde haven in te nemen, te onderzoeken wat de te verwachten problemen zouden zijn van een invasievloot en het testen van uitrusting en tactieken tijdens de aanval.[2]

Dieppe, een kuststad in het Franse departement Seine-Maritime, is gebouwd aan een lange klif langs Het Kanaal. De Scie stroomt aan de westelijke kant van de stad en de Arques stroomt door de stad en mondt uit in een middelgrote haven. In 1942 hadden de Duitsers reeds verschillende gebouwen langs de kust gesloopt ten bate van de kustverdediging. Ook had men twee artillerie-batterijen opgezet bij Berneval en Varengeville. Een belangrijke overweging bij de keuze voor Dieppe was het feit dat de stad binnen het bereik van de jachtvliegtuigen van de Royal Air Force viel.[3]

Plan[bewerken | brontekst bewerken]

De Raid op Dieppe was een grootschalige operatie die gepland werd door het hoofdkwartier van Gecombineerde Operaties onder admiraal Louis Mountbatten. De aanvalsmacht zou gaan bestaan uit 5000 Canadezen, 1000 manschappen onder Britse vlag en 50 Amerikaanse Rangers. De Royal Navy zou 237 schepen en landingsvaartuigen leveren. De Royal Air Force zou 74 squadrons leveren, waarvan 66 squadrons jachtvliegtuigen.[4]

Het operatie werd in april 1942 bedacht door "Gecombineerde Operaties" en kreeg daarbij de codenaam Operatie Rutter. Het was de planning dat de geallieerden een aanval van divisiesterkte uit zouden voeren op een door de Duitsers bezette havenstad aan de Franse kanaalkust en deze bezet te houden voor minstens twee getijden. In de beperkte tijd voor de terugtocht kon men maximale schade aanbrengen aan vijandelijke stellingen en faciliteiten. Dit oorspronkelijke plan werd goedgekeurd door de Chefs van Staven in mei 1942. Deel van het plan was ook de inzet van van Britse parachutisten voor het aanvallen van de Duitse artilleriestellingen op de kapen aan beide zijden van het door de Canadezen aan te vallen strand.[5] De landing van parachutisten werd later geannuleerd en vervangen door een aanval van commandotroepen vanuit zee.<ref name="bbcdieppe" /> In juni startte de BBC met een reeks uitzendingen waarin de Franse bevolking werd gewaarschuwd voor "oorlogsomstandigheden" en gemaand werd de Atlantische kust te verlaten.[6][7]

De benodigde troepen werden betrokken van "Gecombineerde Operaties" en "South-Eastern Command" (onder commando van luitenant-generaal Bernard Montgomery). Het plan behelsde een onoriginele frontale aanval, zonder voorafgaand zwaar bombardement. Onder druk van de Canadeze regering, die vroeg om militaire actie van haar troepen, werd gekozen voor de Canadese 2e Infanteriedivisie, onder commando van generaal-majoor John Hamilton Roberts, als de belangrijkste strijdmacht.<ref name="bbcdieppe" />

Plaats van de aanval

Pantserondersteuning werd geleverd door het 14e Gepantserde Regiment (The King's Own Calgary Regiment) met 58 van de toen nieuwe Churchill tank welke naar het strand gebracht zouden worden door de toen ook nieuwe tanklandingsschepen.[8] De Churchill tanks hadden verschillende bewapening aan boord. Sommigen waren uitgerust met een "Ordnance QF 2 pounder" antitank-kanon in de koepel en een howitzer in de romp. Andere tanks waren uitgerust met het "Ordnance QF 6 pounder" antitank kanon. Daarnaast waren drie tanks voorzien van vlammenwerpers. Alle tanks hadden speciale voorzieningen, zoals hoge in- en uitlaten, om in het water te kunnen opereren.

Informatie over het gebied was schaars. De Duitsers hadden kanonnen ingegraven in de klippen, maar deze werden niet opgemerkt of herkend door de luchtverkenners. De planners van de operatie hadden op basis van vooroorlogse vakantiefoto's beoordeeld wat de hellinghoek en de geschiktheid van het strand voor tanks zou zijn. Dit leidde tot een ernstige onderschatting van de Duitse sterkte en problemen van het terrein.<ref name="bbcdieppe" />

Duitse troepen[bewerken | brontekst bewerken]

Een Duitse opstelling met een MG34 zwaar machinegeweer

De Duitse troepen in Dieppe waren in de hoogste staat van paraatheid na waarschuwingen van dubbelagenten dat de Britten belangstelling hadden voor de regio. Zij hadden ook het toegenomen radioverkeer en het concentreren van landingsschepen opgemerkt.<ref name="bbcdieppe" />

Dieppe en de flankerende kliffen werden goed verdedigd. Het 1500 manschappen tellende garnizoen van de Duitse 302e Statische Infanteriedivisie bestond uit de 570e, 571e en 572e infanterieregimenten, elk bestaande uit twee bataljons, het 302e artillerieregiment, het 302e Verkenningsbataljon, het 302e antitankbataljon, het 302e geniebataljon en het 302e verbindingsbataljon. Zij werden dusdanig geplaatst langs de stranden van Dieppe en nabijgelegen plaatsen dat alle mogelijke landingsplaatsen gedekt werden.

Qua machinegeweren, mortieren en artillerie werd de stad en de haven adequaat gedekt door een concentratie daarvan op de meest waarschijnlijke aanvalsroute. Vele van de grotten in de kliffen waren veranderd in gewapende stellingen. Daarnaast was er verder landinwaarts nog een reserve. De verdedigers waren niet alleen langs de kust en in de steden geconcentreerd, maar ook op heuvels en in open gebieden nabij de stranden. De Duitse defensie richtte zich op het opzetten van uitgebreide verdedigingsgordels in het gebied.

Eenheden van het 571e regiment beschermden het radarstation nabij Pourville en de artilleriebatterij langs de Scie bij Varengeville. In het westen werd eenheden van het 570e regiment ingezet nabij de artilleriebatterij bij Berneval.

De eenheden van de Luftwaffe in de nabijheid van Dieppe waren het Jagdgeschwader 2 (JG2), Jagdgeschwader 26 (JG26) met gezamenlijk 200 jachtvliegtuigen, voornamelijk van het type FW 190. Tevens waren er 100 bommenwerpers beschikbaar, voornamelijk Dornier 217's, van de Kampfgeschwader 2 (KG2), Kampfgeschwader 45 (KG45) en Kampfgeschwader 77 (KG77).

Initial landings[bewerken | brontekst bewerken]

The Dieppe landings would take place on four beaches codenamed from east to west Blue, Red, White and Green. The Royal Regiment of Canada would land on Blue beach. The main landings would take place on Red and White beaches by The Royal Hamilton Light Infantry, The Essex Scottish Regiment, Les Fusiliers Mont-Royal, A Commando Royal Marines and the 14th Canadian Armoured Regiment. The South Saskatchewan Regiment and The Queen's Own Cameron Highlanders of Canada would land on Green beach.<ref name="bbcdieppe" /> The Allied fleet left the south coast of England on the night of 18 August, preceded by minesweepers who cleared paths through the English Channel for them. The fleet included eight destroyers, Motor Gun Boats who escorted the Landing craft and Motor Launches. The initial landings began at 04:50 hours 19 August, with attacks on the two artillery batteries on the flanks of the main landing area. These included Varengeville by No. 4 Commando, Pourville by The South Saskatchewan Regiment and The Queen's Own Cameron Highlanders of Canada, Puys by the Royal Regiment of Canada, and Berneval by No. 3 Commando. On their way in the landing craft and escorts heading towards Puys and Berneval had run into a small German convoy and exchanged fire at 03:48 hours.<ref name="bbcdieppe" />

Eerste aanvoer[bewerken | brontekst bewerken]

De Dieppe aanvoer zou plaatsvinden op vier stranden codenaam van oost naar west Blauw, Rood, wit en groen. De Royal Regiment of Canada zou het land op Blue strand. De belangrijkste aanvoer zou plaatsvinden op rode en witte stranden door The Royal Hamilton Light Infantry, The Essex Scottish Regiment,Les Fusiliers Mont-Royal, A Commando Koninklijke mariniers en de 14e Canadian Armoured Regiment. Het South Saskatchewan Regiment en [Own Cameron [The Queen's Highlanders of Canada]] zou het land op Green strand. <ref name="bbcdieppe" /> De geallieerde vloot verliet de zuidkust van Engeland in de nacht van 18 augustus, voorafgegaan door mijnenveger s die paden afgewikkeld via het Engels Kanaal voor hen. De vloot omvatte acht destroyers, Motor Gun Boats, die begeleid de landingsboten en Motor Start es. De eerste aanvoer begon om 04:50 uur 19 augustus, met aanvallen op de twee batterijen artillerie op de flanken van de belangrijkste landingsterrein. Deze omvatten Varengeville door No 4 Commando, Pourville door De South Saskatchewan Regiment en The Queen's Own Cameron Highlanders of Canada, Puys door de Royal Regiment of Canada, en [ [Berneval]] door No 3 Commando. Op hun weg in de landingsboten en begeleiders in de richting van Puys en Berneval had lopen in een klein Duits konvooi en uitgewisseld brand om 03:48 uur. <ref name="bbcdieppe" />

No. 3 Commando[bewerken | brontekst bewerken]

nine British soldiers and one sailor on a small boat at sea. A Union Jack flies from a mast at the rear
No. 3 Commando men who unlike No. 4 Commando wore steel helmets during the raid

The mission for Lieutenant Colonel John Durnford-Slater and No. 3 Commando was to conduct two landings 8 mile east of Dieppe to silence the coastal battery near Berneval. The battery could fire upon the landing at Dieppe some 4 mile to the west. The three 170 mm and four 105 mm guns of 2/770 Batterie had to be out of action by the time the main force approached the main beach. The craft carrying No. 3 Commando, approaching the coast to the east were not warned of the approach of a German coastal convoy that had been located by British "Chain Home" radar stations at 21:30 hours. German S-boats escorting a German tanker torpedoed some of the landing craft and disabled the escorting Steam Gun Boat 5. Subsequently, Motor Launch 346 and Landing Craft Flak 1 combined to drive off the German boats but the Group was dispersed, with some losses, and the enemy's coastal defences were alerted. Only 18 commandos got ashore at the right place. They reached the perimeter of the battery via Bernevall and engaged their target with small arms fire. Although unable to destroy the guns, their sniping for a time managed to distract the battery to such good effect that the gunners fired wildly and there were no known instance of this battery sinking any of the assault convoy ships off Dieppe. The commandos were eventually forced to withdraw in the face of superior enemy forces.<ref name="bbcdieppe" /><ref name="comb" />

No. 4 Commando[bewerken | brontekst bewerken]

The mission for Lieutenant Colonel Lord Lovat and No. 4 Commando (including 50 United States Army Rangers) was to conduct two landings 5 mile west of Dieppe to neutralize the coastal battery near Varengeville. Landing on the right flank in force they climbed the steep slope, and attacked and neutralized their target, the artillery battery of six 150 mm guns. This was the only success of Operation Jubilee.<ref name="bbcdieppe" /> The commando then withdrew at 07:30 hours as planned.<ref name="juno" /> Most of No. 4 safely returned to England. This portion of the raid was considered a model for future commando raids. Lord Lovat was awarded the Distinguished Service Order for his part in the raid,[9] and Captain Patrick Porteous No. 4 Commando, was awarded the Victoria Cross.[10][11][12]

Blue beach[bewerken | brontekst bewerken]

Canadians dead on Blue beach at Puys. The height of the sea wall can be clearly seen, the machine gun position above the sentry's head is well placed to fire along the wall

The naval engagement between the small German convoy and the craft carrying No. 3 Commando had alerted the German defenders at Blue beach.<ref name="juno" /> The landing near Puys by the Royal Regiment of Canada plus three platoons from the Black Watch of Canada and an artillery detachment who were tasked to neutralize machine gun and artillery batteries protecting the Dieppe beach.<ref name="juno" /> They were delayed by 20 minutes and the smoke screens that should have hidden their assault had lifted. With the advantage of surprise and darkness lost, the Germans had manned their defensive positions in preparation for the landings.<ref name="juno" /> The well-fortified German forces held the Canadian forces that did land on the beach. As soon as they reached the shore, the Canadians found themselves pinned against the seawall and unable to advance.<ref name="juno" /> The Royal Regiment of Canada was annihilated. Of the 556 men in the regiment, 200 were killed and 264 captured.<ref name="juno" />

Green beach[bewerken | brontekst bewerken]

On Green beach at the same time that No. 4 Commando had landed, the South Saskatchewan Regiment was headed towards Pourville. They beached at 04:52 hours without having been detected. The regiment managed to leave their landing craft before the Germans could open fire. Unfortunately on the way in some of the landing craft had drifted off course and most of the battalion found themselves west of the Scie River rather than east of it. Because they had been landed in the wrong place, the regiment, whose objective was the hills east of the village, had to enter Pourville to cross the river by the only bridge.<ref name="juno" /> Before the Saskatchewans managed to reach the bridge the Germans had positioned machine guns and anti-tank guns there which stopped their advance. With the regiment's dead and wounded piling up on the bridge, Lieutenant-Colonel Charles Cecil Ingersoll Merritt, the commanding officer, stepped forward and shouted to his men: "Come on over — there's nothing to it!" The assault resumed but again failed to gain any ground. The South Saskatchewans and the Cameron Highlanders of Canada, who had landed beside them, were unable to reach their target.<ref name="juno" /><ref name="bbcdieppe" /> While the Camerons did manage to penetrate further inland than any other troops that day, they were also soon forced back as German reinforcements rushed to the scene.<ref name="bbcdieppe" /> With time running out, both regiments suffered more losses as they withdrew; only 341 men were able to reach the landing craft and embark, and increasing pressure meant that the rest were left to surrender. For his part in the battle, Lieutenant Colonel Merritt was awarded the Victoria Cross.[10]

Pourville radar station[bewerken | brontekst bewerken]

burning ship at sea with smoke billowing up, at least 20 to 30 dead lying on the beach
Destroyed Landing craft on fire with Canadian dead on the beach. A concrete gun emplacement on the right covers the whole beach. The steep gradient can clearly be judged

One of the objectives of the Dieppe Raid was to discover the importance and accuracy of a German radar station on the cliff-top to the east of the town of Pourville. To achieve this, RAF Flight Sergeant Jack Nissenthall, a radar specialist, was attached to the South Saskatchewan Regiment. He was to attempt to enter the radar station and learn its secrets, accompanied by a small unit of 11 men of the Saskatchewans as bodyguards. Nissenthall volunteered for the mission fully aware that, due to the highly sensitive nature of his knowledge of Allied radar technology, his Saskatchewan bodyguard unit were under orders to kill him if necessary to prevent him being captured. He also carried a cyanide pill as a last resort. Nissenthall and his bodyguards failed to enter the radar station due to strong defences, but Nissenthall was able to crawl up to the rear of the station under enemy fire and cut all telephone wires leading to it. This forced the crew inside to resort to radio transmissions to talk to their commanders, transmissions which were intercepted by listening posts on the south coast of England. The Allies were able to learn a great deal about the arrays of German radar stations along the channel coast thanks to this one simple act, which helped to convince Allied commanders of the importance of developing radar jamming technology. Of this small unit only Nissenthall and one other returned safely to England.[13][14]

Main Canadian landings[bewerken | brontekst bewerken]

Canadian wounded and abandoned Churchill tanks after the raid. A Landing craft is on fire in the background

Preparing the ground for the main landings, four destroyers were bombarding the coast as landing craft approached. At 05:15 hours, they were joined by five RAF Hurricane squadrons who bombed the coastal defences and set a smoke screen to protect the assault troops. Between 05:20 and 05:23, thirty minutes after the initial landings the main frontal assault by the Essex Scottish and the Hamilton Light Infantry started. Their infantry were meant to be supported by Churchill tanks of the 14th Canadian Armoured Regiment landing at the same time but they arrived on the beach late. As a result the two infantry regiments had to attack without armor support. They were met with heavy machine gun fire from emplacements dug into the overlooking cliffs. Unable to clear the obstacles and scale the seawall, they suffered heavy losses.<ref name="juno" /><ref name="bbcdieppe" /> When the tanks eventually arrived only 29 were landed. Two of those sank in deep water, and 12 more became bogged down in the soft shingle beach.<ref name="juno" /> Only 15 of the tanks made it up to and across the seawall.<ref name="juno" /> Once they crossed the seawall, they were confronted by a series of tank obstacles that prevented their entry into the town. Blocked from going further, they were forced to return to the beach where they provided fire support for the now retreating infantry. None of the tankers managed to return to England. All the crews that landed were either killed or captured.<ref name="juno" />

three abandoned armoured vehicles
Daimler Dingo armoured car and two Churchill tanks bogged down on the shingle beach. The nearest Churchill tank has a flame thrower mounted in the hull, the rear tank has lost a track. Both have attachments to heighten their exhausts for wading through the surf.

Unaware of the situation on the beaches, because of a smoke screen laid by the supporting destroyers Major General Roberts sent in the two reserve units: the Fusiliers Mont-Royal and the Royal Marines. At 07:00 the Fusiliers under the command of Lieutenant-Colonel Dollard Ménard in 26 landing craft sailed towards their beach. They were heavily engaged by the Germans, who hit them with heavy machine gun, mortar and grenade fire, and were destroyed; only a few men managed to reach the town.<ref name="juno" /> Those men were then sent in towards the centre of Dieppe and became pinned down under the cliffs and Roberts ordered the Royal Marines to land in order to support them. Not being prepared to support the Fusiliers the Royal Marines had to transfer from their gunboats and motor boat transports onto landing craft. The Royal Marine landing craft were heavily engaged on their way in with many destroyed or disabled. Those Royal Marines that did reach the shore were either killed or captured. As he became aware of the situation the Royal Marine commanding officer Lieutenant Colonel Phillipps, stood up on the stern of his landing craft and signalled for the rest of his men to turn back. He was killed a few moments later.<ref name="bbcdieppe" />

During the raid, a mortar platoon[15] from the Calgary Highlanders commanded by Lt. F.J. Reynolds was attached to the landing force, but stayed offshore after the tanks on board (code-named Bert and Bill) landed. Sergeants Lyster and Pittaway[16] were Mentioned in Despatches for their part in shooting down two German aircraft, and one officer of the regiment was killed while ashore with a brigade headquarters.[17]

At 11:00 under heavy fire, the withdrawal from the main landing beaches began and was completed by 14:00.<ref name="bbcdieppe" />

Aftermath[bewerken | brontekst bewerken]

Canadian dead at Dieppe August 1942
Canadian prisoners being led away through Dieppe after the raid.Credit: Library and Archives Canada / C-014171

The casualties from the Dieppe raid included 3,367 Canadians killed, wounded or taken prisoner, and 275 British commandos. The Royal Navy lost one destroyer and 33 landing craft, suffering 550 dead and wounded. The RAF lost 106 aircraft and the Luftwaffe 48. The German army casualties were 591.<ref name="bbcdieppe" />

Three Victoria Crosses were awarded for the operation: to Captain Porteous, No. 4 Commando; the Reverend John Weir Foote, padre to Royal Hamilton Light Infantry; and Lieutenant Colonel Merritt of the South Saskatchewan Regiment. Both Foote and Merritt became prisoners of war. The 2nd Canadian Infantry Division would eventually liberate Dieppe in 1944, Major General Roberts, their commander, had by then been transferred to command reinforcement units in the United Kingdom.

General Montgomery went on to command the 21st Army Group and initially controlled all ground forces during the Normandy landings in June 1944.[18] In October 1943, Admiral Mountbatten was appointed the Supreme Allied Commander South East Asia Command.[19] Mountbatten later justified the raid by arguing that lessons learned at Dieppe in 1942 were put to good use later in the war. He later claimed, “I have no doubt that the Battle of Normandy was won on the beaches of Dieppe. For every man who died in Dieppe, at least 10 more must have been spared in Normandy in 1944."[20] This claim is disputed by military historian Major General Julian Thompson.<ref name="bbcdieppe" /> The amphibious assaults in North Africa followed three months after the Dieppe raid and the more successful Normandy Landings took place two years later.

Following the disaster at Dieppe, the British developed a whole range of specialist armoured vehicles which allowed their engineers to perform many of their tasks protected by armour, most famously Hobart's Funnies.<ref name="bbcdieppe" /> The disaster also identified a need for much heavier naval fire power in future raids and it was recognised that this should include aerial bombardment.<ref name="bbcdieppe" /> The operation showed major deficiencies in RAF ground support techniques, and this led to the creation of a fully integrated Tactical Air Force to support major ground offensives.[21]

The air battle[bewerken | brontekst bewerken]

The Allied air operations supporting Operation Jubilee resulted in some of the fiercest air battles since 1940. The RAF's main objectives were to throw a protective umbrella over the amphibious force and beach heads and also to force the Luftwaffe forces into a battle of attrition on the Allies' own terms. Some 51 fighter squadrons of Spitfires were committed, with eight squadrons of Hurricane fighter-bombers, four squadrons of reconnaissance Mustang Mk Is and seven squadrons of No. 2 Group light bombers involved. Opposing these forces were some 120 operational fighters of Jagdgeschwaders 2 and 26 (JG 2 and JG 26), the Dornier Do 217s of Kampfgeschwader 2 and various anti-shipping bomber elements of III./KG 53, II./KG 40 and I./KG 77.

Although initially slow to respond to the raid, the German fighters soon made their presence felt over the port as the day wore on. While the Allied fighters were moderately successful in protecting the ground and sea forces from aerial bombing, the RAF came off second best versus the experienced and well-equipped Jagdgeschwaders.

While Fighter Command claimed to have inflicted heavy casualties on the Luftwaffe the ultimate balance sheet showed Allied aircraft losses amounted to 106, including 88 RAF fighters destroyed or damaged. Of this number, 44 Spitfires were lost in aerial combat and a further three were destroyed by Flak. A further 23 were destroyed or damaged by Flak, or in accidents. The overall figure for destroyed and damaged Spitfires is 70.[1] Around 18 bombers were also lost. Against this, 48 Luftwaffe aircraft were lost. Included in that total were 28 bombers, half of them Dornier Do 217s from KG 2. One of the two Jagdgeschwader's, JG 2, lost 14 Fw 190s and eight pilots killed. JG 26 lost six Fw 190s with their pilots.[22]

POW policies[bewerken | brontekst bewerken]

Brigadier William Southam brought ashore his copy of the assault plan, classified as a secret document. Although he attempted to bury it under the pebbles at the time of his surrender, he was spotted and the plan retrieved by the Germans. The plan, later criticised for its size and needless complexity, contained orders to shackle prisoners.[bron?] The Germans later also received reports of the bodies of German prisoners with their hands tied washing ashore after the Canadian withdrawal. When this was brought to Hitler's attention he ordered the shackling of Canadian prisoners, which led to a reciprocating order by British and Canadian authorities for German prisoners being held in Canada.[23] Though the Canadians were opposed to the plan, which they considered a danger to Canadian POWs in German hands, they reluctantly implemented it to maintain unity with the British. Nevertheless, as the Canadians expected, the shackling order led directly to trouble and the only known uprising at a Canadian prisoner of war camp during World War II, the so-called "Battle of Bowmanville". Subsequent to this event, the Canadian and German orders both eventually lost momentum in POW camps and were eventually abandoned after intercession by the Swiss.

The Germans decided to reward the town for not helping in the raid by freeing POWs from Dieppe in their custody, and did not bother to verify the long list given to them by the city officials. Thus hundreds of French prisoners were allowed to go free after the raid, many of whom had never even been to Dieppe. In addition, Hitler gave the town a gift of 10 million francs.[bron?]

Debate over German foreknowledge[bewerken | brontekst bewerken]

First-hand accounts and memoirs of many Canadian veterans who documented their experiences on the shores of Dieppe remark about the preparedness of the German defences as if they knew of the raid ahead of time. Commanding officer Lt. Colonel Labatt testified to having seen markers used for mortar practice, which appeared to have recently been placed, on the beach.[24] Furthermore, upon touching down on the Dieppe shore, the landing ships were immediately shelled with the utmost precision as troops began exiting. The recent target practice and subsequent precision shelling is indicative of a well-prepared army. In another instance, Major C. E. Page, while interrogating a German soldier, found out that four machine gun battalions were brought in "specifically" in anticipation of a raid. However, the most compelling information supporting German foreknowledge resides with the numerous accounts of interrogated German prisoners, German captors, and French citizens who all conveyed to Canadians that the Germans had been preparing for the anticipated Allied landings for weeks.[25][26]

Daily Telegraph crossword[bewerken | brontekst bewerken]

On 17 August 1942, the clue "French port (6)" appeared in the Daily Telegraph crossword (compiled by Leonard Dawe), followed by the solution "Dieppe" the next day; on 19 August, the raid on Dieppe took place.[27] The War Office suspected that the crossword had been used to pass intelligence to the enemy and called upon Lord Tweedsmuir, then a senior intelligence officer attached to the Canadian Army, to investigate the crossword. Tweedsmuir, the son of John Buchan the author, later commented:

"We noticed that the crossword contained the word "Dieppe", and there was an immediate and exhaustive inquiry which also involved MI5. But in the end it was concluded that it was just a remarkable coincidence – a complete fluke".[28]

Dieppe War Cemetery[bewerken | brontekst bewerken]

The soldiers who were killed during the Dieppe raid were buried by the Germans, creating a unique layout in the Dieppe Canadian War Cemetery - the headstones have been placed back-to-back in double rows, the norm for a German war cemetery, but unlike any other Commonwealth War Graves Commission site. When the Allies liberated Dieppe as part of Operation Fusilade in 1944, the grave markers were replaced but the layout was left unchanged to avoid disturbing the remains.

External links[bewerken | brontekst bewerken]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Dieppe Raid op Wikimedia Commons.



Zie de categorie Raid op Diepe van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

[[Categorie:1942]] [[Categorie:Veldslag tijdens de Tweede Wereldoorlog|Dieppe]] [[Categorie:Operatie tijdens de Tweede Wereldoorlog|Dieppe]] [[Categorie:Landing tijdens de Tweede Wereldoorlog|Dieppe]] [[Categorie:Geschiedenis van Normandië]] [[Categorie:Tweede Wereldoorlog in Frankrijk]] {{Link FA|he}} [[cs:Nájezd na Dieppe]] [[da:Slaget ved Dieppe]] [[de:Operation Jubilee]] [[es:Batalla de Dieppe]] [[eo:Batalo de Dieppe]] [[fr:Débarquement de Dieppe]] [[ko:디에프 기습]] [[io:Dieppe inkurso]] [[it:Raid su Dieppe]] [[he:הפשיטה על דייפ]] [[hu:Dieppe-i rajtaütés]] [[nl:Raid op Dieppe]] [[ja:ディエップの戦い]] [[no:Diepperaidet]] [[pl:Rajd na Dieppe]] [[pt:Batalha de Dieppe]] [[ru:Битва за Дьепп]] [[sk:Vylodenie pri Dieppe]] [[sl:Operacija Jubilee]] [[sr:Напад на Дијеп]] [[sh:Desant na Dijep]] [[fi:Dieppen maihinnousu]] [[sv:Räden i Dieppe]] [[ta:டியப் திடீர்த்தாக்குதல்]] [[uk:Битва за Дьєп]] [[vi:Trận Dieppe]] [[zh:迪耶普戰役]]

Nee 3 Commando[bewerken | brontekst bewerken]

[[Bestand:Nee 3 Commando mannen na Dieppe raid.jpg | thumb | alt = negen Britse soldaten en een matroos op een kleine boot op zee. Een Union Jack vliegt van een mast aan de achterzijde | [[No 3 Commando]] mannen die in tegenstelling tot [[No 4 Commando]] stalen helmen droegen tijdens de overval]] De missie voor Luitenant-kolonel John Durnford-Slater en nr. 3 Commando was om twee landingen 8 mijl ten oosten van Dieppe naar het stilzwijgen van de kustbatterij in de buurt van Berneval uit te voeren. De batterij kan het vuur op de landing bij Dieppe ongeveer 4 mijl naar het westen. De drie 170 mm en vier 105 mm kanonnen van2 / 770 Batteriede deur uit moesten van het optreden van de tijd dat de voornaamste kracht benaderd het strand. Het vaartuig met nr. 3 Commando, het naderen van de kust naar het oosten waren niet gewaarschuwd voor de aanpak van een Duitse kust konvooi die waren door de Britse "Chain Home" radar stations om 21:30 uur . Duits S-boten escorteren van een Duitse tanker torpedo ED enkele van de landingsvaartuigen en gehandicapten de begeleiding van Steam Gun Boot 5. Vervolgens Motor Start 346 en Landing Craft Flak 1 gecombineerd te rijden van de Duitse boten, maar de groep werd verspreid, met enkele verliezen en de vijand kustverdediging waren gewaarschuwd. Slechts 18 commando's kreeg wal op de juiste plaats. Ze bereikten de omtrek van de accu via Bernevall en betrokken hun doel met kleine vuurwapens. Hoewel niet in staat om de wapens te vernietigen, hun sniping voor een tijd in geslaagd om de batterij zo goed dat de kanonniers wild geschoten en er waren geen bekende exemplaar van deze batterij zinken van een van de aanslag konvooi schepen uit Dieppe afleiden. De commando's werden uiteindelijk gedwongen zich terug te trekken in het gezicht van superieure vijandelijke strijdkrachten. <ref name="bbcdieppe" /> <ref name="comb" />

Nee 4 Commando[bewerken | brontekst bewerken]

De missie voor Luitenant-kolonel Lord Lovat en nr. 4 Commando (inclusief 50 United States Army Rangers) was uit te voeren twee landingen 5 mijl ten westen van Dieppe naar de kustbatterij te neutraliseren in de buurt van Varengeville. Landing op de rechter flank van kracht klommen ze de steile helling, en aangevallen en geneutraliseerd hun doelwit, de artillerie batterij van zes 150 mm kanonnen. Dit was het enige succes van Operatie Jubilee'. <ref name="bbcdieppe" /> De commando Vervolgens trok om 07:30 uur als gepland. <ref name="juno" /> meeste van nr. 4 veilig terug naar Engeland. Dit gedeelte van de inval werd beschouwd als een model voor toekomstige commando invallen. Lord Lovat werd bekroond met de Distinguished Service Order voor zijn aandeel in de overval, [1] en Captain Patrick Porteous nr. 4 Commando, werd bekroond met de Victoria Cross [2] [3] [4]

=== === Blue Beach [[Bestand:Bundesarchiv Bild 101I-291 tot 1230-13, Dieppe, Landungsversuch, tote alliierte Soldaten.jpg | thumb | Canadezen dood op Blue Beach op Puys. De hoogte van de zeewering is duidelijk te zien, is het machinegeweer positie boven het hoofd van de wachtpost is goed geplaatst om brand langs de muur]] De zeeslag tussen de kleine Duitse colonne en de ambachtelijke uitvoering nr. 3 Commando had de Duitse verdedigers gewaarschuwd bij Blue strand. <ref name="juno" /> De landing in de buurt van Puys door de Royal Regiment of Canada plus drie pelotons van de de Black Watch of Canada. en een artillerie-detachement, die kregen de opdracht om machinegeweer en artillerie batterijen bescherming van de Dieppe strand neutraliseren <ref name="juno" /> Ze werden vertraagd door 20 minuten en de rookgordijnen die moet hebben verborgen hun aanval hadden opgeheven. Met het voordeel van de verrassing en de duisternis verloren, de Duitsers hadden hun defensieve posities bemande ter voorbereiding van de aanvoer. <ref name="juno" /> De goed versterkte Duitse troepen hield de Canadese troepen die het land heeft op het strand. Zodra ze de kust bereikt, de Canadezen bevonden zich vastgepind tegen de zeewering en niet in staat om verder te gaan. <ref name="juno" /> De Royal Regiment of Canada werd vernietigd. Van de 556 mannen in het regiment werden 200 gedood en 264 gevangen genomen. <ref name="juno" />

=== === Groene strand Op Groene strand op hetzelfde moment dat de nr. 4 Commando was geland, was de South Saskatchewan Regiment ging het naar Pourville. Ze strandde om 04:52 uur zonder te hebben waargenomen. Het regiment in geslaagd om hun landingsboten verlaten voordat de Duitsers konden open haard. Helaas op de weg in sommige van de landingsvaartuigen was afgedreven natuurlijk en de meeste van het bataljon bevonden zich ten westen van de rivier de Scie dan ten oosten ervan. Omdat ze waren geland op de verkeerde plaats, het regiment, waarvan de doelstelling was de heuvels ten oosten van het dorp, moest Pourville te voeren naar de rivier door de enige brug over te steken. <ref name="juno" /> Voordat de Saskatchewans in geslaagd om bij de het overbruggen van de Duitsers hadden geplaatst machinegeweren en anti-tank kanonnen er die hun opmars gestopt. Met het regiment van de doden en gewonden stapelen zich op de brug, luitenant-kolonel Charles Cecil Ingersoll Merritt, de bevelvoerende officier, stapte naar voren en schreeuwde naar zijn mannen: "Kom op dan - er is niks aan!" De aanval hervat, maar opnieuw geen enkele grond te krijgen. De Zuid-Saskatchewans en de Cameron Highlanders of Canada, die was geland naast hen, niet in staat waren om hun doel te bereiken. <ref name="juno" /> <ref name="bbcdieppe" /> Terwijl de Camerons gelukt om verder landinwaarts doordringen dan andere troepen . die dag, maar ook werden al snel teruggedreven als Duitse versterkingen met spoed naar de scène <ref name="bbcdieppe" /> De tijd dringt, beide regimenten meer geleden verliezen als ze zich hebben terugtrokken, alleen 341 mannen waren in staat om de landingsboten te bereiken en gaan , en de toenemende druk betekende dat de rest werd overgelaten aan overgeven. Voor zijn aandeel in de strijd, was luitenant-kolonel Merritt bekroond met de Victoria Cross. [2]

Pourville radarstation[bewerken | brontekst bewerken]

[[Bestand:Bundesarchiv Bild 101I-291-1229-12, Dieppe, Landungsversuch, tote alliierte Soldaten.jpg | thumb | alt = brandende schip op zee met rook golvende omhoog, ten minste 20 tot 30 doden liggen op het strand | Vernietigd Landing vaartuig op een brand met Canadese dood op het strand. Een concreet geschutemplacement aan de rechterkant bestrijkt het hele strand. De steile helling kan duidelijk worden beoordeeld]] Een van de doelstellingen van de Raid op Dieppe was om het belang en de nauwkeurigheid van een Duits radarstation op de klif-top in het oosten van de stad Pourville ontdekken. Om dit te bereiken, werd RAF Flight Sergeant Jack Nissenthall, een radar-specialist, verbonden aan het South Saskatchewan Regiment. Hij was de poging om het radarstation op te geven en te leren zijn geheimen, begeleid door een kleine eenheid van 11 mannen van de Saskatchewans als bodyguards. Nissenthall vrijwilliger voor de missie volledig van bewust dat, vanwege de zeer gevoelige aard van zijn kennis van de geallieerde radartechnologie, zijn Saskatchewan bodyguard eenheid stonden onder bevel om hem te doden indien nodig om te voorkomen dat hem wordt gevangen. Hij voerde ook een cyanide pil als een laatste redmiddel. Nissenthall en zijn lijfwachten niet aan het radarstation te wijten aan een sterke verdediging te voeren, maar Nissenthall kon kruipen aan de achterkant van het station onder vijandelijk vuur en alle telefoon draden die naar het te snijden. Dit dwong de bemanning naar binnen om toevlucht te nemen tot radio-uitzendingen om te praten met hun commandanten, uitzendingen die werden onderschept door te luisteren berichten op de zuidkust van Engeland. De geallieerden waren in staat om veel over de arrays van Duitse radar stations langs het kanaal kust dankzij dit een simpele handeling, hetgeen heeft bijgedragen aan geallieerde bevelhebbers van het belang van de ontwikkeling van radar jamming-technologie te overtuigen te leren. Van dit kleine apparaat uitsluitend Nissenthall en een ander veilig terug naar Engeland. [5] [6]

Algemene Canadese aanvoer[bewerken | brontekst bewerken]

[[Bestand:Bundesarchiv Bild 101I-291 tot 1.205-14, Dieppe, Landungsversuch, alliierte Soldaten.jpg | thumb | alt = | Canadese gewonden en verlaten [[Churchill tank]] s na de inval. Een landingsvaartuig is op brand in de achtergrond]] Het terrein voorbereiden voor de belangrijkste aanvoer, vier destroyers waren het bombarderen van de kust als landingsvaartuigen benaderd. Om 05:15 uur, werden ze samen met vijf RAF Hurricane squadrons die bombardeerden de kustverdediging en stel een rookgordijn om de aanval troepen te beschermen. Tussen 05:20 en 05:23, dertig minuten na de eerste aanvoer van de belangrijkste frontale aanval door de Essex Scottish en de Hamilton Light Infantry gestart. Hun infanterie waren bedoeld om te worden ondersteund door Churchill tanks van de 14e Canadian Armoured Regiment landing op dezelfde tijd, maar ze zijn aangekomen op het strand laat. Als gevolg van de twee infanterie regimenten hadden om aan te vallen zonder harnas te ondersteunen. Zij kregen met een zwaar machinegeweer vuur van kampeerplaatsen gegraven in de rotsen met uitzicht. Niet in staat om de obstakels duidelijk en de zeedijk schaal, ze leed zware verliezen. <ref name="juno" /> <ref name="bbcdieppe" /> Als de tanks uiteindelijk arriveerde slechts 29 waren geland. Twee van die zonk in diep water, en 12 meer verzandde in de zachte kiezelstrand. <ref name="juno" /> Slechts 15 van de tanks die het aan en over de zeewering. <ref name="juno" /> Zodra ze stak de zeewering, werden ze geconfronteerd met een reeks van tank obstakels die hun intrede voorkomen in de stad. Geblokkeerd voor verder te gaan, werden ze gedwongen terug te keren naar het strand waar ze voorzien vuur steun voor de nu terugtrekkende infanterie. Geen van de tankers in geslaagd om terug te keren naar Engeland. Alle bemanningen die landden werden gedood of gevangen genomen. <ref name="juno" />

drie verlaten gepantserde voertuigen
Daimler Dingo gepantserde auto en twee Churchill tank s steken naar beneden op het kiezelstrand. De dichtstbijzijnde Churchill tank heeft een vlammenwerper in de romp, de achterzijde tank heeft verloren van een track. Beide hebben een binding met het uitlaten vergroten voor waden door de branding.

Zich niet bewust van de situatie op de stranden, als gevolg van een rookgordijn gelegd door de ondersteunende destroyers generaal-majoor Roberts stuurde in de twee reserve-eenheden: deFusiliers Mont-Royalen de Royal Marines. Om 07:00 de Fusiliers onder het commando van luitenant-kolonel Dollard Menard in 26 landingsvaartuigen zeilden naar hun strand. Ze waren zwaar in dienst genomen door de Duitsers, die ze te raken met zware mitrailleur, mortel en granaatvuur, en werden vernield, alleen een paar mannen in geslaagd om de stad te bereiken <ref name="juno" /> Die mannen werden vervolgens verzonden naar de. centrum van Dieppe en werd vastgepind onder de kliffen en Roberts liet de Royal Marines op land in om hen te steunen. Niet bereid om de Fusiliers de Royal Marines had om de overdracht van hun kanonneerboten en motorboot transporten op landingsvaartuigen te ondersteunen. De Koninklijke Marine landingsvaartuigen werden sterk betrokken op hun manier met veel vernietigd of uitgeschakeld. Die Royal Marines, dat heeft bereikt de kust werden gedood of gevangen genomen. Als hij zich bewust werd van de situatie bij de Koninklijke Marine bevelvoerende officier Luitenant-kolonel Phillipps, stond op het achterschip van zijn landingsvaartuigen en gesignaleerd voor de rest van zijn mannen terug te keren. Hij werd gedood een paar ogenblikken later. <ref name="bbcdieppe" />

Tijdens de inval, een mortier peloton [7] van de Calgary Highlanders onder leiding van Lt FJ Reynolds werd gehecht aan de landing van kracht, maar bleef na de offshore-tanks aan boord (codenaam Bert en Bill) wordt aangevoerd. Sergeanten Lyster en Pittaway [8] waren vermeld in zendingen voor hun rol in het neerhalen van twee Duitse vliegtuigen, en een officier van het regiment was, terwijl aan de wal gedood met een brigadehoofdkwartier [9]

Om 11:00 uur zwaar onder vuur, de terugtrekking uit de belangrijkste invasiestranden begon en werd afgesloten door 14:00. <ref name="bbcdieppe" />

Aftermath[bewerken | brontekst bewerken]

Canadese doden bij Dieppe augustus 1942

[[Bestand:Canadian krijgsgevangenen, Dieppe.jpg | thumb | alt = | Canadese gevangenen weggevoerd via Dieppe na de raid.Credit: Library and Archives Canada / C-014171]] De slachtoffers van de Dieppe raid opgenomen 3.367 Canadezen gedood, gewond of gevangen genomen, en 275 Britse commando's. De Royal Navy verloor een torpedobootjager en 33 landingsvaartuigen, lijden 550 doden en gewonden. De RAF verloor 106 vliegtuigen en deLuftwaffe48. Het Duitse leger slachtoffers waren 591. <ref name="bbcdieppe" />

Drie Victoria Crosses werden toegekend voor de operatie: Kapitein Porteous, nr. 4 Commando, de dominee John Weir Foote, padre naar Royal Hamilton Light Infantry, en luitenant-kolonel Merritt van het South Saskatchewan regiment. Zowel Foote en Merritt werd krijgsgevangenen. De 2de Canadese Infanteriedivisie zou uiteindelijk bevrijden Dieppe in 1944, generaal-majoor Roberts, hun commandant, was toen overgedragen aan de versterking eenheden opdracht in het Verenigd Koninkrijk.

Generaal Montgomery ging op de 21e Legergroep opdracht en in eerste instantie controle over alle grondtroepen tijdens de landing in Normandië in juni 1944. [10] In oktober 1943 werd benoemd tot admiraal Mountbatten de Supreme Allied Commander Zuid-Oost-Azië Commando. [11] later de inval gerechtvaardigd met het argument dat de geleerde lessen bij Dieppe in 1942 werden goed benut later in de oorlog. Hij later beweerde, "Ik heb geen twijfel dat de Slag om Normandië werd gewonnen op de stranden van Dieppe. Voor elke man die stierf in Dieppe, ten minste 10 meer moeten zijn gespaard in Normandië in 1944. "[12] Deze claim wordt betwist door militair historicus generaal-majoor Julian Thompson . <ref name="bbcdieppe" /> De amfibische aanval s in Noord-Afrika gevolgd drie maanden na de Raid op Dieppe en de meer succesvolle landing in Normandië plaatsvond twee jaar later.

Na de ramp in Dieppe, de Britse ontwikkelde een hele reeks van gespecialiseerde pantservoertuigen waardoor hun ingenieurs om veel van hun taken beschermd door armor, voeren de meeste beroemde Hobart's Funnies. <ref name="bbcdieppe" /> De ramp ook geïdentificeerd behoefte aan een veel zwaardere marine vuurkracht in de toekomst overvallen en werd erkend dat dit moet luchtbombardement op te nemen. <ref name="bbcdieppe" /> De operatie bleek grote tekortkomingen in de RAF ground support technieken, en dit leidde tot de oprichting van een volledig geïntegreerde Tactische Luchtmacht tot grote offensieven grond te ondersteunen. [13].

De lucht gevecht[bewerken | brontekst bewerken]

De geallieerde luchtoperaties ter ondersteuning Operatie Jubilee resulteerde in een aantal van de felste luchtgevechten sinds 1940. belangrijkste doelstellingen van de RAF waren om een beschermende paraplu over de amfibische werking en het strand koppen gooien en ook voor deLuftwaffekrachten dwingen in een uitputtingsslag van de geallieerden eigen voorwaarden. Zo'n 51 squadrons van de Spitfires werden gepleegd, met acht squadrons van de orkaan jachtbommenwerpers, vier squadrons van verkenningsvluchten Mustang Mk Is en zeven squadrons van No 2 Groep betrokken lichte bommenwerpers. Tegengestelde deze krachten waren zo'n 120 strijders van de operationeleJagdgeschwaders 2 en 26 (JG 2 en JG 26), de Dornier Do 217s vanKampfgeschwader 2en diverse anti-shipping bommenwerper elementen van III. / KG 53, II. / KG 40 en I. / KG 77.

Hoewel aanvankelijk traag gereageerd op de inval, de Duitse strijders snel gemaakt hun aanwezigheid gevoeld over de haven als de dag vorderde. Terwijl de geallieerde strijders waren redelijk succesvol in het beschermen van de grond en zee troepen uit luchtbombardementen, de RAF kwam uit op een na beste ten opzichte van de ervaren en goed uitgerusteJagdgeschwaders.

Terwijl Fighter Command zou hebben toegebracht zware verliezen op deLuftwaffede ultieme balans toonde aan geallieerde vliegtuigen verliezen bedroegen tot en met 106, waaronder 88 RAF-strijders verwoest of beschadigd. Van dit aantal werden 44 Spitfires verloren in luchtgevecht en nog eens drie werden vernietigd door Flak. Nog eens 23 werden vernietigd of beschadigd door Flak, of bij ongevallen. Het totale bedrag voor vernietigde en beschadigde Spitfires is 70. <ref name="Franks 1998, pp 56-62" /> Rond 18 bommenwerpers werden ook verloren. Tegen deze werden 48Luftwaffevliegtuigen verloren. Opgenomen in dit totaal werden 28 bommenwerpers, de helft van hen Dornier Do 217 s van KG 2. Een van de tweeJagdgeschwader's, JG 2, verloor 14 Fw 190's en acht piloten gedood. JG 26 Zes Fw 190's verloren met hun piloten. [14]

=== === POW beleid Brigadier William Southam aan wal gebracht zijn exemplaar van de aanval plan, geclassificeerd als een geheim document. Hoewel hij probeerde om het te begraven onder de kiezels op het tijdstip van zijn overlevering werd hij gespot en het plan opgehaald door de Duitsers. Het plan, later bekritiseerd voor zijn omvang en complexiteit onnodig, bevatte orders harpsluiting gevangenen. {{}} Gevoeld De Duitsers later ook meldingen ontvangen van de organen van de Duitse gevangenen met hun handen en voeten gebonden aan de wal wassen na de Canadese intrekking. Toen dit werd gebracht Hitler 's aandacht die hij bestelde het aanhaken van de Canadese gevangenen, die voor een heen-en om geleid door de Britse en de Canadese autoriteiten voor Duitse gevangenen worden vastgehouden in Canada. [15] Hoewel de Canadezen waren gekant tegen het plan, die een gevaar dat ze als Canadese krijgsgevangenen in Duitse handen, ze tegenzin geïmplementeerd om de eenheid te onderhouden met de Britten. Niettemin, als de Canadezen verwacht, het aanhaken om leidde direct tot problemen en de enige bekende opstand in een Canadese krijgsgevangenen kamp tijdens de Tweede Wereldoorlog, de zogenaamde " Slag van Bowmanville". Na deze gebeurtenis, de Canadese en Duitse orders zowel verloor uiteindelijk momentum in krijgsgevangenkampen en werden uiteindelijk verlaten na bemiddeling door de Zwitserse.

De Duitsers besloten om de stad voor het niet helpen bij de inval van het vrijmaken van krijgsgevangenen van Dieppe in hun gezag te belonen, en niet de moeite om de lange lijst gegeven aan hen door de stad de ambtenaren te controleren. Zo honderden Franse gevangenen mochten vrijuit gaan na de inval, van wie velen hadden zelfs nog nooit naar Dieppe. Bovendien, Hitler gaf de stad een gift van 10 miljoen frank. {{}} Gevoeld

Debat over Duits voorkennis[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste hand en memoires van de vele Canadese veteranen die hun ervaringen gedocumenteerd aan de oevers van Dieppe opmerking over de paraatheid van de Duitse verdediging alsof ze wisten van de inval van tevoren. Bevelhebber luitenant-kolonel Labatt getuigd te hebben gezien markers gebruikt voor mortel praktijk, die bleek te kort zijn geplaatst, op het strand. [16] Bovendien, bij het aanraken van beneden op de wal Dieppe , de landing schepen werden onmiddellijk bestookt met de grootst mogelijke precisie troepen begonnen verlaten. De recente Target Practice en de daaropvolgende precisie bombardementen indicatief is voor een goed voorbereide leger. In een ander geval, majoor CE Page, bij het verhoor van een Duitse soldaat, bleek dat vier machinegeweer bataljons werden gebracht "specifiek" in afwachting van een overval. Echter, de meest boeiende informatie ter ondersteuning van de Duitse voorkennis woont met de vele rekeningen van Duitse gevangenen ondervraagd, Duits ontvoerders en Franse burgers die allen overgebracht naar Canadezen dat de Duitsers was de voorbereiding voor de verwachte geallieerde landingen weken. [17] [18]

Daily Telegraph kruiswoordraadsel[bewerken | brontekst bewerken]

Op 17 augustus 1942, de aanwijzing "Franse haven (6)" verscheen in deDaily Telegraphkruiswoordraadsel (opgesteld door Leonard Dawe), gevolgd door de oplossing " Dieppe "de volgende dag; op 19 augustus, de aanval op Dieppe plaats [19] Het War Office vermoedde dat het kruiswoordraadsel gebruikt was om inlichtingen door te geven aan de vijand en riep Heer Tweedsmuir, dan is een hoge inlichtingenofficier verbonden aan de Canadian Army, het kruiswoordraadsel te onderzoeken. Tweedsmuir, de zoon van John Buchan de auteur, later commentaar:

"We hebben gemerkt dat het kruiswoordraadsel het woord bevatte" Dieppe ", en er was een onmiddellijke en volledige instructie die ook betrokken MI5 Maar op het einde werd geconcludeerd dat het was gewoon een opmerkelijk toeval. - Een complete fluke ". [20]

Dieppe War Cemetery[bewerken | brontekst bewerken]

De soldaten die sneuvelden tijdens de Dieppe raid werden begraven door de Duitsers, het creëren van een unieke lay-out in de Dieppe Canadian War Cemetery - de grafstenen zijn back-to-back geplaatst in dubbele rijen, de norm voor een Duitse oorlog begraafplaats, maar in tegenstelling tot alle andere Commonwealth War Graves Commission site. Toen de geallieerden bevrijd Dieppe als onderdeel van de Operatie Fusilade in 1944, werden de grafstenen vervangen, maar de lay-out werd ongewijzigd gelaten om te voorkomen dat het verstoren van de resten.