Naar inhoud springen

Gouden fluiter

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hwdenie (overleg | bijdragen) op 1 okt 2016 om 12:36.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Gouden fluiter
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Gouden fluiter
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Pachycephalidae (Dikkoppen en fluiters)
Geslacht:Pachycephala (Fluiters)
Soort
Pachycephala pectoralis
(Latham, 1801)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Gouden fluiter op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De gouden fluiter (Pachycephala pectoralis) is een Australische zangvogel van de familie van de fluiters. Dit taxon heeft een ingewikkelde geschiedenis. Volgens de IOC World Bird List (versie 6.3.) is deze soort beperkt tot Australië en nabij gelegen eilanden. Het taxon werd ook wel beschouwd als een soortencomplex waarbinnen tot wel 59 ondersoorten werden onderscheiden met een groot verspreidingsgebied door heel Australazië. Een aantal van deze ondersoorten worden nu als aparte soort beschouwd.[2]

Kenmerken

Het mannetje heeft een helder gele onderkant, olijfgroene rug en vleugels en een zwarte kop met een gele rand. De vrouwtjes zien er wat doffer uit. Beide geslachten hebben rood-bruine ogen. De gouden fluiter heeft een sterke muzikale stem. De lichaamslengte bedraagt 16 tot 18 cm.

Leefwijze

Gouden fluiters eten bessen, insecten, spinnen en kleine geleedpotigen. Ze eten alleen en halen hun voedsel van de onderkant tot halverwege de boom.

Voortplanting

Gouden fluiters broeden tussen september en januari. Mannetjes en vrouwtjes broeden op het nest en delen in de verzorging van de jongeren. Het nest is een kleine inkeping gemaakt van twijgjes, gras en schors. Eieren komen na vijftien dagen uit en na twaalf dagen verlaten de jonge vogels het nest.

Verspreiding en leefgebied

De gouden fluiter kan in bijna elk bosgebied worden gevonden en in het bijzonder in dichte wouden. De vogel komt in het grootste gedeelte van Australië voor behalve de gedeeltes in westelijk Australië. Ze komen ook voor in Tasmanië, Indonesië, Fiji en Nieuw-Guinea. De vogels trekken in de wintermaanden naar het zuidoosten.

De soort telt zes ondersoorten:

  • P. p. pectoralis: oostelijk Australië.
  • P. p. xanthoprocta: Norfolk.
  • P. p. contempta: Lord Howe-eiland.
  • P. p. youngi: zuidoostelijk Australië.
  • P. p. glaucura: Tasmanië en de eilanden in de Straat Bass.
  • P. p. fuliginosa: zuidwestelijk en het zuidelijke deel van Midden-Australië.