Goudmollen
Goudmollen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Goudmollen | |||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Familie | |||||||||
Chrysochloridae Gray, 1825 | |||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||
Goudmollen op Wikispecies | |||||||||
|
Goudmollen (Chrysochloridae) zijn een familie van gravende zoogdieren uit de orde Afrosoricida die voorkomen in Afrika. Ze lijken veel op echte mollen (Talpidae), en nog meer op de buidelmollen (Notoryctemorphia) van Australië.
Ze worden nog steeds vaak tot de orde Insectivora gerekend, maar verschillende genetische analyses hebben gesuggereerd dat de morfologische classificatie van deze placentadieren niet correct is, zodat de goudmollen nu vaak samen met de tenreks (Tenrecidae) in de orde Afrosoricida worden geplaatst.
Eigenschappen
Goudmollen leven grotendeels ondergronds, en hebben korte poten met sterke klauwen en een dichte vacht. De ogen en oren zijn rudimentair. De schouders zijn gespierd. Goudmollen hebben geen vijfde vinger aan hun hand, de eerste en vierde zijn klein en de derde is sterk vergroot. De achterpoten behouden alle vijf tenen. Tussen de tenen zitten "zwemvliezen" om aarde weg te werken. Goudmollen worden 8 tot 20 cm lang.
Goudmollen behouden het primitieve vermogen om hun warmbloedigheid "uit te zetten" als ze niet actief zijn; daarmee sparen ze veel energie. Ze planten zich langzaam voort en hebben zeer efficiënte nieren, zodat veel soorten geen water hoeven te drinken.
Taxonomie
- Onderfamilie Chrysochlorinae
- Geslacht Carpitalpa
- Geslacht Chlorotalpa
- Geslacht Chrysochloris
- Geslacht Chrysospalax
- Reuzengoudmol (Chrysospalax trevelyani)
- Ruigharige goudmol (Chrysospalax villosus)
- Geslacht Cryptochloris
- Geslacht Eremitalpa
- Onderfamilie Amblysominae
- Geslacht Amblysomus
- Geslacht Calcochloris
- Geslacht Neamblysomus