Naar inhoud springen

Henri Giraud

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Geerlings' robot (overleg | bijdragen) op 21 sep 2018 om 00:44. (Leider van de Vrije Fransen: -/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Henri Honoré Giraud
Henri Giraud (1943)
Henri Giraud (1943)
Bijnaam King-Pin
Geboren 18 januari 1879
Parijs
Overleden 11 maart 1949
Dijon
Rustplaats Les Invalides, Parijs
Land/zijde Vlag van Frankrijk Frankrijk
Onderdeel Franse landmacht
Dienstjaren 1900-1943
Rang Général d'armée
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog
  • Slag om St. Quentin (1914)

Rifoorlog (1920)


Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen zie onderscheidingen

Henri Honoré Giraud (Parijs, 18 januari 1879Dijon, 11 maart 1949) was een Franse generaal die in de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog vocht. In beide oorlogen werd hij als krijgsgevangene vastgehouden, beide keren wist hij te ontsnappen. Na zijn tweede ontsnapping voegde hij zich bij de Vrije Fransen.

Jeugdjaren

Giraud, afkomstig uit de Elzas studeerde aan de École Spéciale Militaire de Saint-Cyr en trad in 1900 toe tot het Franse leger. Giraud diende in Noord-Afrika tot hij in 1914 vanwege de Eerste Wereldoorlog terug moest naar Frankrijk. Hij voerde het bevel over de Franse Zouaaf-troepen. Hij werd in augustus 1914 tijdens de Slag om Saint Quentin zwaargewond gevangengenomen, twee maanden later ontsnapte hij echter en keerde via Nederland terug naar Frankrijk.

Daarna diende Giraud in Constantinopel onder generaal Louis Franchet d'Espérey. In 1933 werd hij naar Marokko overgeplaatst om te vechten tegen de Rif-rebellen. Hij werd onderscheiden met de Légion d’Honneur na de gevangenname van Abd-el-Krim en werd later de militaire commandant van Metz.

Gevangenname en ontsnapping

Giraud tijdens zijn dagelijkse wandeling. Duitsland, ca. 1940-41.

Toen de Tweede Wereldoorlog begon werd Giraud lid van de Conseil supérieur de la guerre. Hij verschilde met Charles de Gaulle van mening over de inzet van gepantserde troepen. Giraud werd bevelhebber van het Franse Zevende Leger, waarmee hij op 10 mei 1940 België binnenrukte en tot Breda doordrong. Na de Duitse doorbraak bij Sedan kreeg Giraud het bevel over het Franse Negende Leger, dat in het noordoosten van Frankrijk wanhopig trachtte de Duitse opmars te stuiten. Zijn hoofdkwartier werd onder de voet gelopen en Giraud werd op 19 mei bij Wassigny krijgsgevangen genomen en geïnterneerd in Festung Königstein.

Hij leerde Duits en een kaart van de omgeving uit het hoofd om zo op 17 april 1942 weten te ontsnappen. Hij klom via de rots waarop de vesting stond naar beneden. Giraud had zijn snor afgeschoren, droeg een Tiroler hoed en reisde naar zijn contact van de SOE in Schandau. Via verschillende listen bereikte hij de Zwitserse grens en uiteindelijk bereikte hij de grens van Vichy-Frankrijk. Het Vichy-Frankrijk van maarschalk Philippe Pétain weigerde om Giraud aan de Duitsers uit te leveren.

Samenwerking met de geallieerden

De ontsnapping van Giraud raakte snel bekend in Frankrijk. Heinrich Himmler gaf aan de Gestapo het bevel om Giraud te vermoorden. Pierre Laval en Otto Abetz probeerden Giraud te overtuigen terug te keren naar Duitsland. Giraud verklaarde in een gesprek met Abetz in Moulins alleen terug te keren als Duitsland 500.000 Franse krijgsgevangenen zou vrijlaten.[1]. Giraud steunde Pétain en het Vichy-regime, maar weigerde om samen te werken met de Duitsers.

Giraud reisde naar Noord-Afrika en op 7 november 1942 nam de Britse onderzeeër Seraph hem mee om generaal Dwight D. Eisenhower in Gibraltar te ontmoeten. Eisenhower gaf hem de codenaam King-Pin en vroeg het bevel te voeren over de Franse troepen in Marokko, Algerije en Tunesië na Operatie Toorts. Maar Giraud was teleurgesteld dat hij niet het bevel mocht voeren over de gehele operatie. Hij deed een aantal belangrijke concessies in Gibraltar voordat deze operatie plaatsvond. Giraud weigerde om onmiddellijk naar Algiers te gaan, waar het Franse verzet op hem stond te wachten. Hij bleef tot 9 november in Gibraltar.

Het Franse verzet wees op afspraken die in Cherchell op 23 oktober 1942 gemaakt werden met generaal Mark Wayne Clark en ging zonder hem verder. De staatsgreep van 8 november 1942 werd verwezenlijkt door 400 zwak bewapende militairen die ’s nachts de Vichy-troepen en kustbatterijen neutraliseerden en de meerderheid van de strategische punten in Algiers innamen. Ze arresteerden het merendeel van de Vichy-militairen en civiele leiders, inclusief generaal Alphonse Juin en de opperbevelhebber in Noord-Afrika François Darlan. Geallieerde troepen bezetten Algiers en dwongen Juin en Darlan tot een staakt-het-vuren. Schepen die weigerden zich aan te sluiten bij de Vrije Fransen werden tot zinken gebracht. Duitsland ging over tot de militaire bezetting van Vichy-Frankrijk.

Eisenhower aanvaardde de zelfbenoeming door Darlan als Hoge Commissaris voor Frans Noord- en West-Afrika, dit tot woede van De Gaulle, die weigerde de status van Darlan te erkennen. Giraud kwam in de avond van 9 november in Algiers aan en op 10 november stemde hij ermee in dat hij ondergeschikt was aan Darlan als de Frans-Afrikaanse legercommandant. Darlan handhaafde de rassenwetten en deporteerde mensen naar Vichy-concentratiekampen. Deze situatie, omschreven door Roosevelt als "militaire opportuniteit", kon niet worden aanvaard door het Franse verzet. Op 24 december 1942 werd Darlan in Algiers vermoord door Fernand Bonnier de La Chapelle.

Leider van de Vrije Fransen

Giraud en De Gaulle tijdens de Conferentie van Casablanca

Na de moord op Darlan werd Giraud, met steun van de geallieerden, hoofd van de Conseil Imperiál en Hoge Commissaris. Dit gebeurde via een reeks van overleggen tussen Giraud en De Gaulle. De Gaulle streefde een politieke positie na in Frankrijk en ging akkoord dat Giraud opperbevelhebber werd. In januari 1943 maakte Giraud deel uit van de Conferentie van Casablanca. Later, na zeer moeizame onderhandelingen, stemde Giraud ermee in dat de rassenwetten werden verdrongen en dat Vichy-gevangenen in de concentratiekampen in Zuid-Algerije werden vrijgelaten. Giraud en generaal De Gaulle werden co-presidenten van het Comité français de la Libération Nationale (CFLN) en de troepenmacht van de Vrije Fransen. Giraud wilde alle rassenwetten onmiddellijk afschaffen, maar alleen het Cremieux-decreet werd onmiddellijk hersteld door generaal De Gaulle. De Gaulle consolideerde zijn politieke positie ten koste van Giraud omdat hij meer bekend was met de politieke situatie.

Op 13 september 1943 leidde Giraud de landingen op Corsica en bewapende het Corsicaanse communistisch georiënteerde Front National. Dit leidde tot kritiek van De Gaulle en Giraud verloor in november 1943 zijn co-presidentschap.

Toen de geallieerden ontdekten dat Giraud zijn eigen spionagedienst onderhield[2], dwong de CFLN Giraud af te treden als opperbevelhebber van de Franse strijdkrachten. Giraud weigerde de post van inspecteur-generaal van het leger te accepteren en koos ervoor met pensioen te gaan. Op 28 augustus 1944 overleefde hij in Algerije een moordaanslag.

Na de oorlog

Op 2 juni 1946 werd Giraud als vertegenwoordiger van de Parti Republicain de la Liberté voor het departement Moselle in de Nationale Vergadering gekozen. Kort voor zijn dood werd hem alsnog, als een soort eerherstel, de Médaille Militaire, de hoogste Franse militaire onderscheiding, toegekend.

Werken

  • Henri Giraud: Mes Évasions, 1946
  • Henri Giraud: Un seul but la victoire, 1942-1944, 1949

Onderscheidingen

Zie de categorie Henri Giraud van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.