Jan van Aartsen

Johannes (Jan) van Aartsen (Amsterdam, 15 september 1909 — Vlissingen, 3 februari 1992) was een Nederlands politicus. Hij was lid van de Antirevolutionaire Partij.

Hij was secretaris van de christelijke werkgevers en wethouder in Den Haag. Van Aartsen volgde in 1958 Jacob Algera met tussenkomst van H.B.J. Witte op als minister van Verkeer en Waterstaat in het vierde kabinet-Drees. Hij bekleedde die post later ook in het kabinet-Marijnen. Daarna werd hij minister van Volkshuisvesting in het kabinet-De Quay. Hij bracht een eerste nota over de ruimtelijke ordening uit en was middelpunt van de kabinetscrisis in 1960 over de woningbouw. Van Aartsen stelde het rijkswegenfonds in. Na zijn ministerschap was hij commissaris van de Koningin van de provincie Zeeland.

Jan van Aartsen was oorspronkelijk gereformeerd, maar voegde zich na de kwestie-Geelkerken in 1926 bij de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband. Deze kerken voegden zich in 1946 bij de Nederlandse Hervormde Kerk.

Hij overleed in 1992 en werd begraven op Zorgvlied.

Jan van Aartsen was de vader van de VVD-politicus Jozias van Aartsen.

Van Aartsen opent BedrijfsautoRAI 1964

Externe link

Ook als bron gebruikt:

Bronnen, noten en/of referenties

De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.

Voorganger: H.B.J. Witte	Minister van Verkeer en Waterstaat 1958-1959	Opvolger: H. Korthals
Voorganger: H.B.J. Witte	Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid 1959-1963	Opvolger: P.C.W.M. Bogaers
Voorganger: H. Korthals	Minister van Verkeer en Waterstaat 1963-1965	Opvolger: J.G. Suurhoff
Voorganger: A.F.C. de Casembroot	Commissaris van de Koningin van Zeeland 1965-1974	Opvolger: C. Boertien

Zie de categorie Jan van Aartsen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.