Naar inhoud springen

Johannes Henricus van Maarseveen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Strepulah (overleg | bijdragen) op 3 feb 2020 om 21:25.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Johannes Henricus van Maarseveen
Johannes Henricus van Maarseveen in 1949
Johannes Henricus van Maarseveen in 1949
Algemeen
Volledige naam Johannes Henricus van Maarseveen
Geboren 3 augustus 1894
Overleden 18 november 1951
Titulatuur mr.
Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Johannes Henricus van Maarseveen (Utrecht, 3 augustus 1894 - aldaar, 18 november 1951) was een Nederlands staatsman en politicus.

Van Maarseveen studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht en vestigde zich na zijn studie als advocaat in die stad. In 1922 werd hij lid van de gemeenteraad van Utrecht en werd daar in 1935 wethouder. Van 1937 tot 1947 was hij lid van de Tweede Kamer. In het kabinet-Beel I was hij minister van Justitie. Beel had hem gepolst voor de positie van minister-president, maar Van Maarseveen achtte zijn gezondheidstoestand niet goed genoeg.[1] Het ministerschap van Justitie zei hij wel aan te kunnen.[2]

In het kabinet-Drees-Van Schaik was hij eerst minister van Binnenlandse Zaken en later minister van Overzeese Gebiedsdelen. In die hoedanigheid was hij betrokken bij de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië. Van Maarseveen was tot 1945 lid van de Rooms Katholieke Staatspartij en daarna van de Katholieke Volkspartij (KVP).

Vanaf maart 1951 was hij opnieuw minister van Binnenlandse Zaken. Hij overleed in die functie op 18 november 1951. Hij werd begraven op de Rooms-Katholieke Begraafplaats Sint Barbara aan de Prinsesselaan in Utrecht.

Minister J.H. van Maarseveen (KVP)(rechts) arriveert op Schiphol. Nederland, 1 juni 1949.

Gratie

Wegens de troonsbestijging van koningin Juliana in 1948 werd de tot gevangenisstraf veroordeelde kampcommandant van het Kamp Westerbork Albert Konrad Gemmeker gratie verleend.[3] Wegens goed gedrag en het vrijwillig werken in de Limburgse mijnen werd hij op 20 april 1951 vervroegd vrijgelaten.[4] Als (KVP-)minister was Van Maarseveen politiek eerstverantwoordelijke voor zijn gratieverlening en vrijlating.

Voorganger:
H.A.M.T. Kolfschoten
Minister van Justitie
1946-1948
Opvolger:
Th.R.J. Wijers
Voorganger:
E.M.J.A. Sassen
Minister van Uniezaken en Overzeese Rijksdelen a.i.
1949-1951
Opvolger:
W. Drees
Voorganger:
P.J. Witteman
Minister van Binnenlandse Zaken
1949
Opvolger:
J.R.H. van Schaik
Voorganger:
Th.R.J. Wijers
Minister van Justitie
1950
Opvolger:
A.A.M. Struycken
Voorganger:
F.G.C.J.M. Teulings
Minister van Binnenlandse Zaken
1951
Opvolger:
F.G.C.J.M. Teulings
Zie de categorie Johannes Henricus van Maarseveen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.