Klein oorzwammetje
Klein oorzwammetje | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Crepidotus epibryus (Fr.) Quél. (1888[1]) | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Crepidotus herbarum | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
Het klein oorzwammetje (Crepidotus epibryus), is een schimmel uit de familie Crepidotaceae. Vruchtlichamen zijn eenjarig en komen voor in de late zomer tot de herfst. Het leeft saprotroof Op dode bladeren en rottend hout, vooral op stengels van dood gras en adelaarsvaren in loofbossen, struwelen, parken en mosrijke, schrale graslanden. Het veroorzaakt witrot.[2]
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
- Hoed
De hoed (pileus) heeft over het algemeen een diameter van ongeveer 0,4 tot 1,5 cm. De vorm is waaiervormig of niervormig. De kleur is wit of bleek bleekgeel gekleurd met een fijn viltig oppervlak aan de bovenzijde. Het groeit op de grond met zijn zij- of bovenoppervlak.
- Lamellen
De lamellen staan dicht bij elkaar en worden ze geclassificeerd en staan vrij zonder steel. De kleur van de lamellen hangt af van de rijpheid, variërend van wit als ze jong zijn tot rozebruin als de sporen rijpen.
- Steel
De steel ontbreekt meestal.
- Sporenprint
De sporenprint is lichtgeel.
Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
De basidiosporen zijn ellipsoïde, glad en meten 7-9 × 3-3,5 µm.
Vergelijkbare soorten[bewerken | brontekst bewerken]
Crepidotus variabilis is vergelijkbaar, maar is doorgaans groter en heeft een gladder hoedoppervlak en heeft geen ingerolde hoedrand.
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
het klein oorzwammetje komt voor in Noord-, Zuid-Amerika en Europa. In Nederland komt het algemeen voor. Het staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[2]
Naam[bewerken | brontekst bewerken]
- Crepidotus betekent in de vorm van een muiltje (krepis = muiltje).
Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]
Het klein oorzwammetje werd voor het eerst wetenschappelijk geldig beschreven door Elias Magnus Fries in 1821 en noemde het Agaricus epibryus. De huidige naam, erkend door de Index Fungorum, werd eraan gegeven door Lucien Quélet in 1888.
Bronnen, noten en/of referenties
|