Naar inhoud springen

Kleine pimpernel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Bitbotje (overleg | bijdragen) op 18 nov 2019 om 09:18. (Lint-fouten: Onjuist opgegeven opties mediabestand (help mee), replaced: SanguisorbaMinor-plant.jpg|| → SanguisorbaMinor-plant.jpg| met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Kleine pimpernel
Kleine pimpernel
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Sanguisorba (Pimpernel)
soort
Sanguisorba minor
Scop. (1771)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Kleine pimpernel op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De kleine pimpernel (Sanguisorba minor) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De plant wordt ook wel 'sorbenkruid' of 'bloedkruid' genoemd. Beide namen houden relatie met de botanische naam. 'Sanguis' betekent bloed, terwijl 'sorbis' (sorba) opnemen of absorberen betekent.

De tot 60 cm hoge plant heeft een bolvormig bloemhoofdje. De bovenste, groenachtige, vaak paars aangelopen bloemen hebben roodachtige stijlen en 10-30 hangende meeldraden, die 3-5 keer zo lang zijn als de kelkbladen. De bovenste bloemen zijn vrouwelijk en de onderste mannelijk. De bloeitijd is van mei tot in juli.

De bladeren zijn ellipsvormig, getand, blauwgroen en zijn in groepen van zes tot tien bladeren aan elke bladsteel gegroepeerd.

De plant heeft een diepe penwortel.

Ecologische betekenis

De plant dient als waardplant voor vlinders als Acleris aspersana, Ectoedemia angulifasciella, kalkgraslanddikkopje, Spialia orbifer, Spialia sertorius, Stigmella anomalella, Stigmella poterii en Synansphecia leucomelaena.

Voorkomen

De plant is afkomstig uit het Middellandse Zeegebied en komt nu in alle gematigde streken van Europa voor, tot zelfs in het hoge noorden. De soort is in Noord-Amerika ingevoerd. De plant groeit meestal op redelijk droge en kalkhoudende grond in bermen, graslanden en op hellingen. De plant prefereert een zuurgraad (pH) tussen de 6,1 en de 7,5.

De kleine pimpernel staat op de Nederlandse Rode lijst van 2012 als niet bedreigd en sinds 1950 stabiel of toegenomen. De plant is vrij zeldzaam in Zuid-Limburg en zeldzaam in het rivierengebied en de Hollandse duinen. Elders in Nederland is de soort zeer zeldzaam. In Vlaanderen is de plant niet bedreigd, ze is algemeen in het Maasgebied en de Voerstreek, maar verder zeldzaam tot zeer zeldzaam.[1]

Gebruik

De kleine pimpernel bevat looistoffen, saponine en een flavon. De plant wordt gebruikt als bloedstelper.

In Angelsaksische landen worden de jonge blaadjes ook gebruikt in salades. Ook werden de blaadjes in wijn gebruikt om de wijn smakelijker te maken. Dit gebruik was bijvoorbeeld aan het hof van koningin Elizabeth van Engeland populair. De smaak lijkt op die van komkommer, volgens sommigen licht bitter, volgens anderen iets nootachtig.

In de Middeleeuwen dronken soldaten voor de strijd een aftreksel van deze plant in de hoop dat wonden minder sterk zouden bloeden.

Er geldt een waarschuwing voor het gebruik van deze plant, zowel inwendig als uitwendig, voor mensen met gal- maag- of leverklachten.[2]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Sanguisorba minor op Wikimedia Commons.