Liaodactylus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Liaodactylus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Jura
Het holotype
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Pterosauria
Onderorde:Pterodactyloidea
Familie:Ctenochasmatidae
Geslacht
Liaodactylus
Zhou et al., 2017
Typesoort
Liaodactylus primus
Liaodactylus
Liaodactylus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Liaodactylus is een geslacht van uitgestorven pterosauriërs behorend tot de Pterodactyloidea dat leefde tijdens het Laat-Jura in het gebied van het huidige China.

Vondst en naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

In 2017 werd de typesoort Liaodactylus primus benoemd en beschreven door Zhou Chang-Fu, Gao Ke-Qin, Yi Hongyu, Xue Jinzhuang, Li Quanguo en Richard C. Fox. De geslachtsnaam combineert een verwijzing naar de provincie Liaoning met Oudgrieks daktylos, een gebruikelijk achtervoegsel in de namen van pterosauriërs sinds de benoeming van Pterodactylus. De soortaanduiding betekent 'de eerste' in het Latijn, een verwijzing naar het zijn van de oudste bekende soort binnen de Ctenochasmatidae. De naam werd gepubliceerd in een elektronisch tijdschrift. De hierom voor de geldigheid verplichte Life Science Identifiers zijn 68CF3BCE-05F5-4EBE-9DBB-F699385EC4D0 voor het geslacht en C2917D5A-9AEE-4775-9446-1FC8498E6764 voor de soort.

Het holotype PMOL AP00031 is een halve kilometer ten westen van Daxishan gevonden in een laag van de Tiaojishanformatie die tussen de 161,8 en 159,5 miljoen jaar oud gedateerd kan worden en dus uit het Oxfordien stamt. Het bestaat uit een volledige schedel met onderkaken en de eerste twee halswervels, platgedrukt op een enkele plaat. Van het stuk waren oorspronkelijk slechts de onderkaken van onderen zichtbaar; het is toen ook van de andere zijde geprepareerd wat de schedel blootlegde die licht beschadigd was.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Liaodactylus is een kleine pterosauriër waarvan de vleugelspanwijdte onder de één meter gelegen zal hebben.

De beschrijvers wisten vijf onderscheidende kenmerken vast te stellen. Dit zijn unieke afgeleide eigenschappen, autapomorfieën binnen de Ctenochasmatidae. De snuit beslaat 49% van de schedellengte. De fenestra nasoantorbitalis beslaat 31% van de schedellengte. Het pterygoïde heeft een zijuitsteeksel dat het onderste slaapvenster verdeelt. De tandenrij van de bovenkaak loopt door tot onder de fenestra nasoantorbitalis. De symfyse van de onderkaken beslaat 30,5% van hun lengte.

De schedel heeft een lengte van 133 millimeter. De schedel is zeer langwerpig met een spitse snuit. Er is geen benige kam zichtbaar. Het bovenprofiel van de snuit is licht hol. De kaakrand zijn bezet met een groot aantal lange tanden, 152 per zijde van de kop, dus 304 in totaal. De bovenste tandenrij loopt naar achteren door tot onder het voorste derde deel van de fenestra nasoantorbitalis, de vervloeiing van het neusgat met de fenestra antorbitalis. Boven en onder zijn de voorste tanden langwerpig of naaldvormig. Ze staan schuin naar bezijden uit behalve de allervoorste die naar voren gericht zijn. Naar achteren worden de tanden geleidelijk korter. De tanden staan nauw opeen, een "kam" vormend waarmee kleine diertjes uit het water gefilterd konden worden. De bovenste tanden krommen iets naar beneden en de onderste tanden iets naar boven.

Het jukbeen is zeer slank met een dunne voorste tak die helemaal onder het achterste twee derden deel van de fenestra nasoantorbitalis doorloopt. Het achterste deel onder de oogkas is niet veel hoger dan deze voorste tak. Het quadratum helt sterk naar achteren maar ongeveer 25° boven het horizontale vlak.

De onderkaken zijn lichtgebouwd zoals de schedel. De symfyse van de onderkaken is relatief kort.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

Liaodactylus werd in 2017 in de Ctenochasmatidae geplaatst. Een kladistische analyse had tot uitkomst dat het de zustersoort was van Ctenochasma. Hiemee werden de kenmerken gedeeld van een onderkaak met 81% van de lengte van de schedel en zijwaarts uitstekende tanden op de kaakranden. Dit zou Lioadactylus met een interval van minstens acht miljoen jaar de oudste bekende ctenochasmatide maken.