Moïse Pain et Vin
Moïse (ook: Moyses, Moijses of Mozes) Pain et Vin (ook: Pain-et-Vin) (?, 1626/1627 - geëxecuteerd te Alphen aan den Rijn, 23 januari 1673) was een Nederlands kolonel in dienst van de Republiek der Verenigde Nederlanden.[1]
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Over de afstamming van Mozes Pain et Vin is weinig bekend. Mogelijk was hij een uitgeweken Franse hugenoot. Waarschijnlijk sloot hij zich als militair aan bij het huurlingenleger van de Republiek der Verenigde Provinciën. Op 9 juni 1652 huwde hij als Moyses Pain et Vin, vaandrig in de Compagnie van kapitein Alowa,[2] te Maastricht Anna Maria Rietraet,[3] afkomstig uit een Maastrichts magistratengeslacht.[4] Waarschijnlijk woonde het gezin Pain et Vin-Rietraet toen in de stad, maar bezat het tevens het buitenhuis Severen te Amby (bij Maastricht). In 1653 werd de oudste zoon Lambert te Maastricht gedoopt in de Waalse Kerk.[5] Zeventien jaar later, in 1669, werd een dochter, Sibilla Elisabeth, eveneens gedoopt in de Waalse Kerk. [6] Ongetwijfeld zijn er meer kinderen geweest, maar slechts een daarvan is met name bekend: Johan Pain et Vin, 'capitein ten dienste van de Verenigde Nederlanden'.[7]
Moses Pain et Vin doorliep een militaire carrière bij het Staatse leger. Duidelijk is dat hij, in tegenstelling tot zijn gezin, niet altijd in Maastricht heeft gewoond, maar er wel, indien mogelijk, terugkeerde. Op 3 september 1664 werd hij, 37 jaar oud, vanuit 's-Gravenhage ingeschreven als 'nieuwe burger' van Maastricht, de stad waar hij twaalf jaar eerder reeds gelegerd en getrouwd was. Hij werd ingeschreven onder het kremersambacht, een verzamelambacht voor handelaren en neringdoenden. Was hij op dat moment niet in actieve dienst?[8] Dat zou dan niet lang duren. In 1665 werd hij aangesteld als kwartiermeester-generaal van de infanterie.[9] In 1668 kreeg hij de opdracht de kwartieren voor zes regimenten, tussen Steenbergen en Bergen op Zoom gelegen, bij provisie te ordonneren.[10] Twee jaar later, in 1670, werd hij kwartiermeester-generaal van het hele Staatse leger.[11]
Tijdens het Rampjaar, 1672, was Pain et Vin bevelhebber van de Staatse troepen bij Nieuwerbrug. In de nacht van 27 december 1672 konden ca. 3.500 Franse soldaten bij Zegveld en het riviertje De Meije de bevroren Hollandse Waterlinie oversteken.[12] Op 29 december 1672[13] trokken daarop de Hollandse troepen onder leiding van Pain et Vin richting Gouda en Leiden. Volgens de overlevering waren zij in paniek [12] Volgens een andere bron liet Pain et Vin zijn soldaten aan hun lot over.[14]
De Fransen plunderden ongestoord Zwammerdam en Bodegraven. Toen het vervolgens begon te dooien wilden zij zich terugtrekken richting Utrecht, maar dat bleek niet meer mogelijk langs de eerder genomen route. Omdat de Staatse troepen zich hadden teruggetrokken, konden de Fransen langs de dijken van Oude Rijn terug.[12] Terug in Woerden werden zij ingekwartierd en voerden een schrikbewind, met executies, plunderingen en uitbuiting van de bevolking.[15] Diverse auteurs stelden later dat, indien Pain et Vin op zijn post was gebleven, hij de Fransen, die in de val zaten, had kunnen tegenhouden.[16]
Kolonel Pain et Vin werd voor een krijgsraad te velde gebracht, die hem veroordeelde tot een levenslange gevangenisstraf en verbeuring van zijn ambt en vermogen.[17] De net benoemde, 22-jarige stadhouder Willem III wilde dat vonnis niet onderschrijven[18] en eiste uitdrukkelijk zijn doodvonnis.[13] Daarom stelde de prins een nieuwe rechtbank samen. Deze veroordeelde Pain et Vin tot de doodstraf.[18] Pain et Vin werd onthoofd ("onthalsd") op 23 januari 1673, maar hield tot het laatste moment vol, dat hij opdracht had gekregen voor de terugtocht en slechts zijn orders had uitgevoerd.[19]
Lange tijd werd de veronderstelde lafheid van de kolonel hoog gespeeld, gedreven door de jonge stadhouder, die er een mogelijkheid in zag de weinig standvastige Staatse troepen tot groter ijver te motiveren. De doodstraf van deze hoog geplaatste kolonel schijnt van niet geringe invloed te zijn geweest op de moed die de legers van Willem III nadien ten toon spreidden.[14] In de Canon van Nederland wordt Pain et Vin echter expliciet als zondebok van het Rampjaar aangeduid.[18] Ook in de tijd zelf gingen al stemmen op, dat Pain et Vin tot zondebok was gemaakt. Sommigen vonden dat generaal Königsmarck meer blaam trof, omdat hij opdracht had gegeven tot terugtrekking toen hij hoorde, dat de Fransen, onder leiding van Luxembourg in aantocht waren.[20] Köningsmarck werd echter niet gestraft.[18] Enig eerherstel kreeg Pain et Vin, toen er korte tijd later een klein fort bij Nieuwerbrug naar hem werd genoemd.[21]
- ↑ Een geschilderd portret van Moïse Pain et Vin berustte in 1905 nog bij mw. Rollin Couquerque-Pichot te Meerssen. De huidige verblijfplaats is onbekend. Iconographia Batava; beredeneerde lijst van geschilderde en gebeeldhouwde portretten van Noord-Nederlanders in vorige eeuwen, dl.2, Amsterdam (Frederik Muller& Co.) 1905 tekst online
- ↑ De Maasgouw; weekblad voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde, jrg 1 (1879) no 19, 08-05-1879, voetnoot 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2024 tekst online
- ↑ Zij was een dochter van de 17e-eeuwse burgemeester van Maastricht Lambert Rietraet.
- ↑ De Limburgse leeuw. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2024 tekst online
- ↑ Deze Lambert Pain et Vin maakte later carrière als bloemenhandelaar en schepen in 's-Hertogenbosch. '72. Lambert Pain et Vin', in bossche-encyclopedie.nl, geraadpleegd 16 januari 2024.
- ↑ Sibilla Elisabeth Pain et Vin trouwde in 1690 met Adriaan Hendrik van Slijpe, eveneens afkomstig uit een protestants Maastrichts magistratengeslacht. 'Stamboom Driessen', op genealogieonline.nl, geraadpleegd 15 januari 2024.
- ↑ W. Lindelauf, 'Het goed Doenrade', in: Bulletin van de Historische Kring Het Land van Herle', 6 (1956) afl. 3, 49-59 tekst online
- ↑ Pierre J.H. Ubachs (1993): Nieuwe burgers van Maastricht, 14e eeuw-1795, p. 269. Stichting Limburgs Genealogisch Archief, Geleen. ISBN 90-74341-03-9.
- ↑ 'Staten-Generaal: Commissieboeken, Naam: Moijses Pain et Vin, 7 augustus 1665', op nationaalarchief.nl, geraadpleegd 15 januari 2024.
- ↑ 'Staten-Generaal: Commissieboeken, Naam: Moijses Pain et Vin, 29 maart 1668'
- ↑ 'Staten-Generaal: Commissieboeken, Naam: Moijses Pain et Vin, 5 maart 1670', op nationaalarchief.nl, geraadpleegd 15 januari 2024.
- ↑ a b c Fort Wierickerschans en de Hollandse Waterlinie - Geschiedenis van Zuid-Holland. www.geschiedenisvanzuidholland.nl. Geraadpleegd op 18 september 2016.
- ↑ a b DBNL, Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2 · dbnl. DBNL. Geraadpleegd op 18 september 2016.
- ↑ a b Krijgs- en geschiedkundige beschouwingen over Willem den derde, 1672-1697. archive.org. Geraadpleegd op 18 september 2016.
- ↑ Een rampjaar onder de Fransen. www.verhaalvanwoerden.nl. Geraadpleegd op 19 augustus 2016.
- ↑ Kampen, Nicolaas Godfried ¬van (1 januari 1826). Vaderlandsche karakterkunde of karakterschetsen van tijdperken en personen, uit de nederlandsche geschiedenis van de vroegste tijden af tot op de omwenteling van 1795. Bohn.
- ↑ De oorlog van 1672. Robert Fruin (1 januari 1972). ISBN 9789001324155.
- ↑ a b c d Kolonel Pain-et-Vin. Canon van Nederland. Geraadpleegd op 15 januari 2024.
- ↑ Algemeen noodwendig woordenboek der zamenleving, behelzende beknopt en zakelijk al het wetenswaardige uit de geschiedenis en ieder vak van menschelijke kennis, (...) gewigtige gebeurtenissen van alle tijden, met naauwkeurige aanwijzing waar en wanneer dezelve zijn voorgevallen (1847) tekst online
- ↑ Leen Ouweneel. Gouda en de Oude Hollandse Waterlinie in 1672/1673. Geraadpleegd op Tekts van een lezing, 2016.
- ↑ Michiel van de Burgt Fort Pain et Vin tekst online