Dit is een lijst van burgemeesters van de stad Maastricht vanaf circa 1350 tot heden. Tot de komst van de Fransen in 1794 had het tweeherige Maastricht een Luikse en een Brabantse burgemeester. Vanaf 1815 is Maastricht een Nederlandse gemeente in de provincie Limburg en is de burgemeester de hoogste gezagdrager binnen de gemeente.
De tweeherigheid van Maastricht, ook wel dubbele jurisdictie genoemd, bracht met zich mee dat de magistraat (het stadsbestuur) samengesteld moest zijn uit evenveel bestuurders van Maastrichts-Luikse, als van Maastrichts-Brabantse geboorte (nativiteit). De inhoud van de functies en de aantallen varieerden in de loop der eeuwen, maar het aantal bestuurders met de Luikse nativiteit bleef steeds gelijk aan dat met de Brabantse. Zo waren er in de 17e en 18e eeuw behalve de twee burgemeesters (een van Luikse en een van Brabantse zijde), ook twee hoogschouten, twee stads-pensionarissen, twee peymeesters (belasting-inners) en twee secretarissen. Verder waren er tweemaal zeven schepenen en tweemaal vier gezworenen.[noot 1] Gezamenlijk vormden ze de Indivieze (= ongedeelde) Raad, het volledige stadsbestuur. De magistraatsleden behoorden tot een beperkt aantal regentenfamilies, die de verschillende ambten onder elkaar verdeelden.[1]
De eerste vermelding van burgemeesters (magistri) dateert uit 1249, maar de eerste namen worden pas een eeuw later vastgelegd. Tussen 1379 en 1428 hadden ook de Maastrichtse ambachten invloed op de burgemeesterskeuze, maar in laatstgenoemd jaar werd dat teruggedraaid.
Tot de taken van de burgemeesters behoorde het administratieve toezicht op de levensmiddelenvoorziening, het vaststellen van de prijzen, en het beheer van en toezicht op de stadszegels en -sleutels. In het stadsbestuur waren zij het die met voorstellen kwamen en zij brachten als eerste hun stem uit. Verder hadden ze een belangrijk aandeel in de Lage rechtspraak. Tot 1567 stonden ze in geval van oorlog aan het hoofd van de burgerlijke milities.[2] Aanvankelijk werden de burgemeesters voor één jaar aangesteld. Eind 16e eeuw ging men geleidelijk over tot een aanstelling voor twee jaar.
In 1409 werd vastgelegd dat de beëdiging der burgemeesters door de beide heren (of hun vertegenwoordigers) moest plaatsvinden op de zondag na Sint-Maarten (11 november). In 1413 verschoof die datum naar Sint-Remigiusdag (1 oktober). Vanaf 1430 nam de hertog van Bourgondië in het Maastrichtse bestel de plaats in van de hertog van Brabant, en vanaf 1482 was dat de vorst van de Habsburgse Nederlanden, zonder dat er voor de stad iets veranderde. Dat was wel het geval in 1632, toen de stad werd veroverd door Frederik-Hendrik en de protestantse Staten-Generaal van de Nederlanden in de rechten van de Brabantse hertog traden. Voortaan moesten alle ambten van Brabantse zijde, ook dat van burgemeester, door protestanten worden ingevuld. Dat die een minderheid vormden in het overwegend katholieke Maastricht, maakte geen verschil (pariteitsbeginsel). Aan Luikse zijde veranderde er in 1632 niets, dus een katholiek kon na 1632 nog steeds burgemeester van Luikse zijde worden, mits hij de Luikse nativiteit had.[3]
De inname van Maastricht door het Franse revolutionaire leger in november 1794 en de inlijving bij Frankrijk in mei 1795, maakten een einde aan het tweeherige bestel. Na een overgangsperiode had Maastricht vanaf 1800, net als elke Franse stad, één burgemeester (maire genoemd), bijgestaan door een mede-burgemeester (adjoint). Tussen 1815 en 1821 (?) was er een college van drie of vier burgemeesters, waarvan de voornaamste 'eerste burgemeester' werd genoemd. Sinds de invoering van de Gemeentewet (1851) is de burgemeester de voorzitter van de gemeenteraad en hoofd van de politie, aangesteld door de Kroon.
Onderstaande namenlijst is voor wat betreft het gedeelte tot 1800 grotendeels gebaseerd op de lijst samengesteld door de Maastrichtse bibliothecaris, archivaris en publicist Herman Eversen (1835-1883).[4] De lijst werd pas na zijn dood door zijn zoon Jos. Eversen gepubliceerd in De Maasgouw, december 1884-januari 1885. Zie ook: Bronnen.
Ambtsperiode |
Naam burgemeester van Luikse zijde |
Naam burgemeester van Brabantse zijde |
Bijzonderheden
|
voor 1354 |
Waltelinus de Here? (Heer?)[5] |
Waltelinus de Here? |
|
ca. 1357 |
Lambertus de Kestele?[6] |
Lambertus de Kestele? |
|
1367 - 1368 |
Winandus van Heze (Hees?) |
? |
|
1368 - 1378 |
o.a. Johannes de Weert?[7] |
o.a. Johannes de Weert? |
1378-1390: Maastricht lid van de Luikse stedenbond[8]
|
1378 - 1379 |
Goeswijn van Dilsen (Dilsen) |
Mertijn Vreries (Vrerixs?) |
1379?: burgemeesters en gezworenen verhuizen naar huis "De Lanscroon", Grote Staat[9]
|
1379 - 1380 |
Mertijn Vreries |
Mathijs van Libeke (Libeek) |
9 februari 1380: ambachten krijgen invloed op o.a. burgemeestersverkiezingen[10]
|
1380 - 1381 |
Johan vanden Hertte (Herten?)[noot 2] |
Godart van Vleitinghen (Vlijtingen) |
|
1381 - 1382 |
Goeswinus de Dilsen |
Henricus de Here |
|
1382 - 1383 |
Mertijn Vrerics |
Arnout vanden Swaen |
|
1383 - 1384 |
? |
? |
geen benoemingslijst beschikbaar
|
1384 - 1385 |
Arnout vanden Swaen (van Elderen?)[noot 3] |
Mertijn Frederici |
|
1385 - 1386 |
Henricus de Here |
Johannes de Cancro |
|
1386 - 1387 |
Johan Yserman |
Godart van Vleytingen |
|
1387 - 1391 |
? |
? |
geen benoemingslijsten beschikbaar
|
1391 - 1392 |
Heinric van Riemst (Riemst) |
Godart Otte |
|
1392 - 1393 |
? |
? |
geen benoemingslijst beschikbaar
|
1393 - 1394 |
Heinric van Riemst |
? |
|
1394 - 1395 |
Johan van der Lanternen |
Johan van Mulken (Mulken) |
|
1395 - 1396 |
Johan van Heze |
Johan Cuper |
|
1396 - 1397 |
Johan van Weert der alde |
Heinric Baveir |
|
1397 - 1398 |
Reyner van Louwen |
Henric van Riemst |
|
1398 - 1399 |
Johannes de Weirt |
Johannes de Mulken senior |
|
1399 - 1400 |
Theodricus Antonii[noot 4] |
Henricus Baveir |
|
Ambtsperiode |
Naam burgemeester van Luikse zijde |
Naam burgemeester van Brabantse zijde |
Bijzonderheden
|
1400 - 1401 |
Arnoldus de Blisia (Arnout van Bielsen) (Bilzen?) |
Ogerus de Liechtenborch (Lichtenberg) |
|
1401 - 1402 |
Reynerus de Louwen |
Henricus de Riemst |
|
1402 - 1403 |
Theodricus Anthonii |
Florentius de Vinia |
|
1403 - 1404 |
Reynerus de Louwen |
Henricus de Riemst |
|
1404 - 1405 |
Anthonius Yserman[noot 5] |
Arnoldus de Here |
|
1405 - 1406 |
Johannes de Weirt |
Henricus Baveir |
|
1406 - 1408 |
Anthonius Yserman |
Arnoldus de Here[noot 6] |
november 1407-september 1408: Beleg door Luikenaren
|
1408 - 1409 |
Arnoldus de Blisia |
Henric Baveir |
|
1409 - 1410 |
Theodricus Anthonii |
Giselbertus de Geilke |
|
1410 - 1411 |
Arnoldus de Blisia |
domicellus[noot 7] Bertrandus de Loi[re]? |
|
1411 - 1412 |
Everardus de Vernenholte |
Johannes de Gelke |
|
1412 - 1413 |
Theodricus Anthonii |
Giselbertus de Geilke |
|
1413 - 1414 |
Everardus de Vernenholte |
Johannes de Gelke |
|
1414 - 1415 |
Anthonius Yserman |
Giselbertus de Gelke |
|
1415 - 1416 |
Everardus de Vernenholte |
Arnoldus de Here |
|
1416 - 1417 |
Theodricus Anthonii |
Johannes de Gelke |
|
1417 - 1418 |
Johannes Pennen |
Wilhelmus de Junctis (van der Biesen) |
|
1418 - 1419 |
Johannes de Kestelt (Kesselt?) |
Johannes de Geilke |
|
1419 - 1420 |
Theodricus Anthonii |
Paulus de Spauden (Spouwen?) |
|
1420 - 1421 |
domicellus Johannes de Kestelt |
domicellus Lambertus de Busco (Van Bossche/Van den Bosch) |
|
1421 - 1422 |
Everardus de Vernenholte |
Johannes de Gelke |
|
1422 - 1423 |
Johannes Pennen |
Rogerus de Spauden |
|
1423 - 1424 |
magister[noot 8] Theodoricus Anthoniis |
domicellus Arnoldus de Here |
|
1424 - 1425 |
Anthonis Yserman |
Johan van Gelke |
|
1425 - 1426 |
Johannes Pennen |
Rogerus de Spauden |
|
1426 - 1427 |
Anthonius Yserman |
Lambertus de Busco |
|
1427 - 1428 |
Theodricus Anthonii |
Rogerus de Lyechtenborgh (Rogier Bock van Lichtenberg?) |
11 mei 1428: "Nieuw Regiment" moet einde maken aan wanordelijk stadsbestuur[10]
|
1428 - 1429 |
Petrus Mackart "apteker" |
Petrus Prent van den Beelcke |
|
1429 - 1430 |
Gijselbertus de Montenaeken (Montenaken) |
Nicolaus de Leopardo |
|
1430 - 1431 |
Godenulus de Eldris (van Elderen) |
Arnoldus de Chivel |
1430: Brabant Bourgondisch; de hertog van Bourgondië benoemt voortaan de Brabantse burgemeester
|
1431 - 1432 |
Theodricus Knoep |
Petrus Prent van den Beelck |
|
1432 - 1433 |
Gerardus de Tesenbeke |
Fredericus de Reymerstock (Reijmerstok)[noot 9] |
|
1433 - 1434 |
Godenulus de Eldris |
Arnoldus de Chievel |
|
1434 - 1435 |
Johannes de Vleytingis |
Petrus Prent van den Beelck |
|
1435 - 1436 |
Petrus Makart |
Adam de Guttekoven |
Makart overleed omstreeks 13 mei (de kerkelijke feestdag van Sint-Servaas) en werd vervangen door de gezworene Johannes Pennen[noot 10]
|
1436 - 1437 |
Godenulus de Eldris |
Godefridus Happart |
|
1437 - 1438 |
Theodericus Knoupe |
Rogerus de Liechtenborch (zie 1427) |
|
1438 - 1439 |
Nicolaus Kueker (Kucker?) |
Jacobus Happart[noot 11] |
|
1439 - 1440 |
Cornelius de Diepenbeeke (Diepenbeek) |
domicellus Lambertus de Canne[noot 12] |
|
1440 - 1441 |
domicellus Godenolus de Eldris |
domicellus Godefridus Happart |
|
1441 - 1442 |
Aert van Wange |
Loye Bollen |
|
1442 - 1443 |
Vranck Cornken |
Aert Proenen der jonge |
|
1443 - 1444 |
Arnoldus Proenen in Vico Pontis[noot 13] |
Arnoldus van der Heyden |
|
1444 - 1445 |
meister Dionijs Maekart |
Godart Cobbe |
|
1445 - 1446 |
Cornelius van Diepenbeke |
domicellus Lambertus de Mopertinge[14] |
|
1446 - 1447 |
Franck Kornkens |
Rogier van Lichtenborch |
|
1447 - 1448 |
meyster Dionisius Maekart |
Godaert Cobbe |
|
1448 - 1449 |
domicellus Lambertus de Busco |
Arnoldus de Biecht |
|
1449 - 1450 |
domicellus Rogerus de Lichtenborch |
Gerart Hameker |
|
1450 - 1451 |
Dionijs Maekart |
Jan Clutte[noot 14] |
|
1451 - 1452 |
joncker Lambrecht van Mopertingen |
Arnoult van Biecht |
|
1452 - 1453 |
Arnold Proenen in die Brugge (zie 1443) |
Jan Heufts van den Biessen |
|
1453 - 1454 |
meister Dionijs Makart |
Jan Clutte |
|
1454 - 1455 |
Arnoult van Biecht (zie 1451 Brabants) |
Jan Driesens |
|
1455 - 1456 |
Arnoldus Proenen |
Johannes Heuft van den Biessen |
|
1456 - 1457 |
meister Dionijs Maekart |
Jan Cluet |
|
1457 - 1458 |
Arnoldus de Biecht |
Arnoldus van der Heyden |
|
1458 - 1459 |
Gerart Hameker (zie 1449 Brabants) |
Reyner Proenen |
|
1459 - 1460 |
meyster Dionijs Maekart |
joncker Lambrecht van den Bossche |
|
1460 - 1461 |
Arnoldus de Biecht |
Johannes Cluet |
|
1461 - 1462 |
Andreas Conynxs |
Johannes Dresens |
|
1462 - 1463 |
Laurentius Wixs |
domicellus Lambertus de Busco |
|
1463 - 1464 |
magister Dionys Maekart |
Johannes Heuft de Junctis |
|
1464 - 1465 |
Andreas Conynx |
Johannes Clut |
|
1465 - 1466 |
joncker van Mobertingen |
Lens Wyx |
|
1466 - 1467 |
magister Dionisius Mackart |
Johannes de Goeswijntoren[noot 15] |
|
1467 - 1468 |
joncker van Mopertinge Junior |
Jan Dresens |
|
1468 - 1469 |
Arnoldus de Biecht |
Wilhelmus van den Bosch |
|
1469 - 1470 |
Meister Dionyss Maekart |
Jan Heutz ten Goeswinstoren |
|
1470 - 1471 |
joncker van Mopertingen |
Jan Oeslinger |
|
1471 - 1472 |
Art van Biecht |
Art Lamboye |
|
1472 - 1473 |
magister Dionisius Maekart |
Christianus de Cacabo (Christiaan van den Ketel) |
|
1473 - 1474 |
domicellus Lambertus de Mopertingen |
Johannes Cluet |
|
1474 - 1475 |
Aert van Biecht |
Art Lamboy |
|
1475 - 1476 |
magister Dionisius Maekart |
Wilhelmus de Borne (Born?) |
|
1476 - 1477 |
domicellus Lambertus de Mopertingen |
domicellus Wilhelmus de Bossche |
|
1477 - 1478 |
Art van Biecht |
Art Lamboy |
|
1478 - 1479 |
Art Clut |
Art Pronen |
|
1479 - 1480 |
meyster Dyonijs Maekart |
joncker Willem van den Bossche |
|
1480 - 1481 |
Art van Biecht |
Art Lamboy |
|
1481 - 1482 |
Johan Prent (of Prynt) |
Johan Scheijve te Lenculen |
|
1482 - 1483 |
joncker Lambrecht van Mopertingen |
Johan Oeslinger |
|
1483 - 1484 |
Art van Bicht (Grevenbicht?) |
Jan Bastin |
|
1484 - 1485 |
Jan Prent |
Art Lamboy |
|
1485 - 1486 |
joncker Jan van Mulcken[noot 16] |
Joncker Willem van den Bossche |
Willem van der Marck Lumey onthoofd op het Vrijthof[10]
|
1486 - 1487 |
Arnt van Biecht |
Goerdt van Daelhem (Dalhem?) |
|
1487 - 1488 |
Jan Prent |
Willem van Born |
|
1488 - 1489 |
joncker Jan van Mulcken |
Art Lamboy |
|
1489 - 1490 |
Jan Wixs |
Willem van den Bosche |
|
1490 - 1491 |
Jan Prent |
joncker Gereth van Cortenbach |
|
1491 - 1492 |
Peter Clut |
Art Lamboy |
|
1492 - 1493 |
Andreas van Bodtingen |
Herman van Eyse alias Bueysdale (zie Poort van Beusdael) |
|
1493 - 1494 |
Jan Prent |
Jan Conynck |
|
1494 - 1495 |
Peter Clut |
Gieles van Reymerstock |
|
1495 - 1496 |
joncker Jan van Mulken |
Art Lamboy |
|
1496 - 1497 |
Jan Prent |
Willem van den Bossche |
|
1497 - 1498 |
Peter Clut |
Claes of Vrints |
|
1498 - 1499 |
joncker Jan van Mulcken |
Reyner van Mere (Mheer)[noot 17] |
|
1499 - 1500 |
Jan Prent |
Art Swaelen |
|
Ambtsperiode |
Naam burgemeester van Luikse zijde |
Naam burgemeester van Brabantse zijde |
Bijzonderheden
|
1500 - 1501 |
Peter Clut |
Willem van den Bossche |
|
1501 - 1502 |
jhr. Jan van Mulcken (Mulken) |
Reyner van Mere (Mheer) |
|
1502 - 1503 |
Thomas van den Ketel[noot 18] |
Jan of Doilman |
|
1503 - 1504 |
Paes (Pascalis) van Merssen (Meerssen) |
Willem van Buel (Budel?) |
|
1504 - 1505 |
jhr. Jan van Mulken |
Reyner van Meer |
|
1505 - 1506 |
Thomas van den Ketel |
Johan Doilman |
|
1506 - 1507 |
Peter Cluet |
Cloes Vrintz |
|
1507 - 1508 |
jhr. Jan van Mulken |
Reyner van Meer |
|
1508 - 1509 |
jhr. Gerart van Schaluyn[noot 19] |
Jan Doilman |
|
1509 - 1510 |
Meester Dioniss Proenen |
Gornelis van der Sargien |
|
1510 - 1511 |
jhr. Jan van Mulken |
Reyner van Meer |
|
1511 - 1512 |
Henrick Simons |
jhr. Ulrich (van) Weirst (Weerst) |
|
1512 - 1513 |
Dionyss Proenen |
Jan Doilman |
|
1513 - 1514 |
Paes van Meerssen |
Reyner van Meer |
|
1514 - 1515 |
Henrich Simons |
jhr. Ulrich van Weirst |
|
1515 - 1516 |
Dionys Proenen |
Jan Doilman |
|
1516 - 1517 |
jhr. Jan van Mulcken |
Reyner van Meer |
|
1517 - 1518 |
Henrich Simons |
Kerst van Gangelt (Gangelt) |
|
1518 - 1519 |
Dionys Proenen |
jhr. Ulrick van Weirst |
|
1519 - 1520 |
Meert Montz |
Reyner van Meer |
|
1520 - 1521 |
jhr. Jan van Mulcken |
Jan Doelman |
|
1521 - 1522 |
Dionyss Proenen |
jhr. Liebrecht van Schaluyn (Schaloen) |
|
1522 - 1523 |
Mert Monts |
Reyner van Meer (Mheer) |
|
1523 - 1524 |
jhr. Jan van Mulcken |
Jan Doilman |
Van Mulcken overleed in juli 1523
|
1524 - 1525 |
mr. Remeyss Print |
Kerst van Gangelt |
|
1525 - 1526 |
Meert Montz |
jhr. Liebrecht van Schaluyn |
|
1526 - 1527 |
Jan Prent |
Johan Doilman |
|
1527 - 1528 |
mr. Remeyss Prent |
Peler Pilloye |
|
1528 - 1529 |
Johan Koenen op ten Aldenhoeff (buiten de Minderbroeder- of Aldenhofpoort) |
jhr. Liebrecht van Schaluyn |
|
1529 - 1530 |
Johennes Prent |
Gerardus de Meer (Mheer) |
1530: Karel V bevestigt de Gouden Bul voor Maastricht[20]
|
1530 - 1531 |
Lambrecht Zillers |
Johan Doilman |
|
1531 - 1532 |
Thomas Nyss |
Cloes van den Bruyck |
|
1532 - 1533 |
Johan Koenen |
Willem van Borne |
|
1533 - 1534 |
Peter Heytenrixs |
jhr. Godenoel Lamboye |
|
1534 - 1535 |
Thomas Nyss |
Claes van den Bruyck |
september 1534 - februari 1535: minstens 17 "ketterse" wederdopers terechtgesteld op het Vrijthof, waarvan 3 verbrand, 1 verdronken, de anderen onthoofd werden.[21]
|
1535 - 1536 |
Dionis Vrintz |
Peter Frambach |
|
1536 - 1537 |
Lambrecht Tzillers |
jhr. Johan Stael |
|
1537 - 1538 |
Johan Prent |
jhr. Werner Strithaegen (Strijthagen) |
|
1538 - 1539 |
mr. Remeys Prent |
Peter Piloye |
|
1539 - 1540 |
Thomas Nyss |
jhr. Johan Stael |
september - oktober 1539: Trichter Oploop, volksopstand, waarbij de Brabants-gezinde Luikse burgemeester Prent om het leven kwam en oud-burgemeester Frambach werd gearresteerd en in gevangenschap stierf.[22]
|
1540 - 1541 |
Peter Heytenriks |
Nicolaes van den Bruyck |
|
1541 - 1542 |
domicellus Goeswinus Passart (Passart?) |
Johanes Winantz |
|
1542 - 1543 |
Martinus van der Vels |
domicellus Johannes Stael |
|
1543 - 1544 |
Petrus Heytenrixs |
Wilhelmus de Castart (Caestert?) |
|
1544 - 1545 |
Anthonis van Broemelen (Brommelen?) |
Johan Wynants |
|
1545 - 1546 |
jhr. Gerith Chaloin (Schaloen) |
jhr. Johan Stael |
1546: "Accoort", regeling tweeherigheid verfijnd
|
1546 - 1547 |
Peter Heytenrixs |
Willem van Castart |
|
1547 - 1548 |
Henrick Symons |
Johan Wynants |
|
1548 - 1549 |
jhr. Gerardt van Schloyn |
jhr. Johan Stael |
|
1549 - 1550 |
Frans Monninxs |
Henrick Smeets alias van Jaebeke (Jabeek) |
|
1550 - 1551 |
Peter Heytenrixs |
Johan Wynants |
|
1551 - 1552 |
Reyner van Herkenraye (Herkenrade) |
jhr. Johan Stael |
|
1552 - 1553 |
jhr. Gerardt van Schaluyn |
Lambrecht van der Hoeven int Gruenhuyssch |
|
1553 - 1554 |
Henrick Smeets alias Simons |
Jan Wynants |
|
1554 - 1555 |
Pouwels Bouthen |
Wilhem van Castart |
|
1555 - 1556 |
Frans Munchs |
Gysbrecht Vrients |
Munchs overleed in mei 1556 en werd vervangen door Johannes Mun(s)chs.[noot 20]
|
1556 - 1557 |
jhr. Gerardt van Schaluyn |
mr. Jan Wijnants |
|
1557 - 1558 |
Wyllem Capuyns |
Wyllem van Castart |
|
1558 - 1559 |
mr. Jacob van Buel |
mr. Andreas van Coelmont (Colmont?) |
|
1559 - 1560 |
mr. Johan Bals |
mr. Lambrecht van der Hoven int Gruenhuys |
|
1560 - 1561 |
jhr. Gerart van Strythaegen (Strijthagen) |
mr. Jan Wynants |
Van Strythaegen vervangen door mr. Meert Dreesens.[noot 21]
|
1561 - 1562 |
mr. Andreis Dreis |
mr. Librecht Ptilloye |
|
1562 - 1563 |
Johan Bals |
jhr. Johan Cluth |
|
1563 - 1564 |
Johannes Vrients |
Wilhem van Castart |
|
1564 - 1565 |
mr. Jacob van Buel |
mr. Reyner Thoreels |
|
1565 - 1566 |
Johan Bals |
Lambrecht van der Hoeven |
|
1566 - 1568 |
Bartholomeus Dollart |
Wilhem van Castart (Caestert) |
september - november 1566: Beeldenstorm; Van Castart overleed in april 1567 en werd vervangen door jhr. (Johan?) van Merssen. Wegens de "beroertens" werd de raad in 1567 niet vernieuwd.[noot 22]
|
1568 - 1570 |
Herman Vaes |
jhr. Johan Cluth |
|
1570 - 1574 |
mr. Wilhelm Capuyns |
jhr. Johan van Merssen |
|
1574 - 1575 |
Claes Thys |
Lambrecht van der Hoeven |
|
1575 - 1576 |
jhr. Wynant van Oest (Oost-Maarland)[noot 23] |
Willem van Buel |
Van Oest werd wegens wettige reden vervangen door mr. Johan Bals[23]
|
1576 - 1578 |
Laurens Theelen |
Lambrecht van der Hoeven |
1576: Spaanse Furie
|
1578 - 1580 |
Jan van Daelhem (Dalhem?) |
Michael van Vlieck (Vliek) |
1579: Inname door Parma
|
1580 - 1581 |
Pouwels Ffall |
Gerardt Cortenbach |
Cortenbach stierf en werd vervangen door Gerard van Suetendael
|
1581 - 1583 |
Laurens Thoelen |
mr. Olivier Thoreels |
|
1583 - 1584 |
mr. Johan Playoul |
Johan Raeven |
|
1584 - 1586 |
Bernardt van Aust (Oost-Maarland) |
Dionys van Suetendael (Zutendaal) |
|
1586 - 1587 |
Laurens Thoelen |
Frans Munix |
|
1587 - 1588 |
Amicus Vrintz van Herderen |
Franchois Muncx |
|
1588 - 1590 |
Johan Playoul |
Lambrecht van der Hoeven |
|
1590 - 1592 |
Mathys Nullens |
Laurens Meys |
|
1592 - 1593 |
Jeronnymus van Hoven |
Franchois Munix |
|
1593 - 1595 |
Aerdt int Broeck genoempt Sampson[noot 24] |
jhr. Gerard van Hulsberch, genoempt Schaloen |
|
1595 - 1597 |
Johan Sdroegen |
Laurens Meys |
|
1597 - 1598 |
Ardt int Broek alias Sampson |
Franchois Munix |
|
1599 - 1600 |
Johan Buetenaeken (Beutenaken) |
jhr. Gerard van Hulsberch, genoempt Schaloen |
|
Ambtsperiode |
Naam burgemeester van Luikse zijde |
Naam burgemeester van Brabantse zijde |
Bijzonderheden
|
1600 - 1601 |
Jan Buetenaeken |
jhr. Gerard van Hulsberch, genoempt Schaloen |
|
1601 - 1603 |
Johan Sdroegen |
Andries van Eyck |
|
1603 - 1605 |
Johan Bruwers |
Nicolaes Caesen |
|
1605 - 1607 |
Laurens Grooteclaes |
Merten Maenen |
|
1607 - 1608 |
Tossain Wathier |
Gillis Ruysschen[noot 25] |
|
1608 - 1610 |
Laurens Grootenclaes |
Andries van Eyck |
|
1610 - 1612 |
lic. Cauwenberch (Caberg?) |
Gerardt Dries |
|
1612 - 1613 |
Lambrecht Vrintz |
Jan Pastoir |
|
1613 - 1615 |
Jacob van Buel |
Reyner van Raede[noot 26] |
|
1615 - 1616 |
Henrick van Suetendael |
Gillis Ruyschen[noot 27] |
|
1616 - 1617 |
lic. Nicolaes Nysmans |
Michiel Coecken |
|
1617 - 1618 |
Houbrecht Grauer |
Renier van Raede |
|
1618 - 1619 |
Leonard Thisius |
lic. Andries van Buel[noot 28] |
|
1619 - 1620 |
lic. Houbrecht Cruesen |
Aert Thoelen |
|
1620 - 1621 |
lic. Nicolaes Nysmans |
Michael Coecken |
|
1621 - 1622 |
Leonardus Thisius |
lic. Johan Dillen (Dillenius)[27] |
|
1622 - 1624 |
Emerick van der Heggen |
Aert Thoelen |
|
1624 - 1625 |
Henrick van Suetendael |
Jan van Cauberch |
|
1625 - 1627 |
Emerick van der Heggen |
lic. Adam Randenraede |
Michael Coecken in 1626?[noot 29]
|
1627 - 1628 |
Mathys Coenen |
Jan van Cauberch |
|
1628 - 1629 |
Lambrecht Vrints |
Arnoldt Thoelen |
|
1629 - 1631 |
Emerick van der Heggen |
Johan van Cauberch |
|
1631 - 1632 |
Henric Loyens |
lic. Coenrard Graeven |
|
1632 - 1635 |
Lambrecht van Heer[noot 30] |
Herman Baechusius |
1632: Inname door Frederik Hendrik; Staten-Generaal benoemden voortaan de Brabantse burgemeester; 1634: Beleg door De Moncada (mislukt)
|
1635 - 1639 |
lic. Peter Nysmans |
Hendrick van Daelhem |
1638: 'Verraad' van Maastricht (mislukt)
|
1639 - 1641 |
Pouwels Buetenaeken |
Hendrick van Hilesbergen |
|
1641 - 1644 |
Franciscus de Grati[noot 31] |
Jan Pierlinck |
Pierlinck overleed en werd op 23 maart 1643 vervangen door Henric van den Brouck
|
1644 - 1646 |
Joannes Batista de Grati |
Henric van den Brouck |
|
1646 - 1648 |
Andries van Stockem |
Peter de Best (of: de Bert van Beueren) |
De Best werd benoemd te 's-Hertogenbosch en op 4 januari 1647 vervangen door Herman Ernst
|
1648 - 1650 |
Joannes Baptista de Grati |
Herman Ernst |
|
1651 - 1652 |
Servaes van Cauwenberch |
Lambrecht Rietraet[31] |
|
1652 - 1654 |
lic. Leonard Paludanus |
lic. Joannes Rusius (Johan Ruse) |
|
1654 - 1656 |
Johan Baptista de Grati |
Rutger van Hem
|
1656 - 1658 |
Servaes van Cauwenberch |
Hendrick van den Broeck |
|
1658 - 1660 |
lic. Petrus Conincx |
Lambert Rietraet |
1659: start bouw stadhuis van Maastricht
|
1660 - 1662 |
lic. Michael de Selis |
Henrick van den Broek |
|
1662 - 1664 |
lic. François Pasquier |
Lambert Rietraet |
1664: ingebruikname stadhuis van Maastricht
|
1664 - 1666 |
Hubrecht Lenaerts |
lic. Gaspar van Hoogendorp[noot 32] |
|
1666 - 1668 |
lic. Peter Conincx |
lic. Gaspar van Hoogendorp |
|
1668 - 1670 |
lic. Michael Selis |
Marcelis Thius |
|
1670 - 1674 |
lic. François Pasquier |
Marcelis Thius |
1673: Inname door Lodewijk XIV
|
1674 - 1678 |
Henrick Bosch |
lic. Franc de Hildernisse[noot 33] |
1676: Beleg door Willem III; 1678: vertrek van de Fransen na de Vrede van Nijmegen
|
1678 - 1679 |
Lambert Rietraet |
Johan Ghysen |
beiden benoemd door de Staten-Generaal zonder inspraak van de Luikse commissarissen-deciseurs
|
1679 - 1682 |
lic. Michel Selys |
dr. Johan Ghysen |
|
1682 - 1684 |
lic. Joannes Emericx |
lic. Servaes van Panhuysen |
|
1684 - 1686 |
Joannes Olislaegers |
dr. Johan Ghysen |
|
1686 - 1688 |
lic. Joannes Emerix |
Servaes van Panhuysen |
|
1688 - 1690 |
lic. Jan Herman Vaes |
lic. Pieter Hermes[noot 34] |
Vaes overleed op 13 maart 1690 en werd opgevolgd door lic. Lambert Nootstock
|
1690 - 1692 |
lic. Lambert Nootstock |
Servaes van Panhuyse |
|
1692 - 1694 |
lic. Johan Emerix |
mr. Pieter Hermes |
|
1694 - 1696 |
lic. Willem Vaes |
Servaes van Panhuyse |
|
1696 - 1698 |
lic. Johan Emerix |
mr. Johan Willem Groulardt |
|
1698 - 1700 |
Johan Olislaegers |
mr. Peter Hermes |
|
Ambtsperiode |
Naam burgemeester van Luikse zijde |
Naam burgemeester van Brabantse zijde |
Bijzonderheden
|
1700 - 1702 |
Servaes Loyens[33] |
Adriaen Henrick van Slijpe |
|
1702 - 1704 |
Henrich Thisius |
Pieter Hermes |
|
1704 - 1706 |
Johannes Olislaegers |
Adriaen Henrick van Slijpe |
|
1706 - 1708 |
Guillaume van Aecken[34] |
Pieter Hermes |
|
1708 - 1710 |
Johannes Olislaegers |
Adriaen Henrick van Slijpe |
|
1710 - 1712 |
Servaes Lenarts |
Henrick Pesters |
|
1712 - 1714 |
Guillaume van Aecken |
Adriaen Henrick van Slijpe |
Van Aeken tot 1715
|
1714 - 1716 |
Servaes Loyens |
Henrick Pesters |
Loyens vanaf 1715
|
1716 - 1718 |
Arnoldus Intbroeck |
Andreas Mattheus Hesselt van Dinter[noot 35] |
|
1718 - 1720 |
Leo Emerix |
Henrick Pesters |
|
1720 - 1722 |
Guillaume van Aecken |
Johan Lemker[noot 36] |
|
1722 - 1724 |
Emondus Cox |
Henrick Pesters |
|
1724 - 1726 |
Mathias Carolus Lenaers |
Johan Lemker |
|
1726 - 1728 |
Philip Kerens[noot 37] |
Henrick Pesters |
|
1728 - 1730 |
Eustachius van der Maessen |
Andreas Mattheus Hesselt van Dinter |
|
1730 - 1732 |
Leo Emerix |
Henrick Pesters |
|
1732 - 1734 |
Guillaume de Requilé |
Godert van Slijpe |
|
1734 - 1736 |
Johannes Olislagers |
Henrick Pesters |
|
1736 - 1738 |
Jacob van Brienen |
Godert van Slijpe |
|
1738 - 1740 |
Lambertus Emanuel de Loneux |
Henrick Pesters |
|
1740 - 1742 |
Guillaume de Requilé |
Godert van Slijpe |
|
1742 - 1744 |
Johannes Olislagers |
Henrick Pesters |
|
1744 - 1746 |
Jocobus Hamelars |
Godert van Slijpe |
De Loneux waarnemend voor Hamelars vanaf 1745
|
1746 - 1748 |
Corolus van Brienen |
Henrick Pesters |
1747: Slag bij Lafelt; 1748: Beleg door Maurits van Saksen; vertrek van de Fransen na de Vrede van Aken
|
1749 - 1750 |
Johannes Olislagers |
Godert van Slijpe |
|
1750 - 1752 |
Lambertus Emanuel de Loneux |
C.R. van der Haer |
|
1752 - 1754 |
J. van der Maesen |
Godert van Slijpe |
J.H. Resnich waarnemend voor Van Slijpe vanaf jan. 1753
|
1754 - 1756 |
H. Joppen |
E.W.D. Pillers |
|
1756 - 1758 |
Johannes Olislagers |
C.R. van der Haer |
|
1758 - 1760 |
Lambertus Emanuel de Loneux |
Wilhelm Brull |
|
1760 - 1762 |
H. Joppen |
C.R. van der Haer |
|
1762 - 1764 |
Johannes Olislagers |
A.J.J. Vignon |
|
1764 - 1766 |
Willem Hubertus Cruts |
C.R. van der Haer |
|
1766 - 1768 |
J.A.J. Olislagers |
A.J.J. Vignon |
|
1768 - 1770 |
H. Joppen |
C.R. van der Haer |
|
1770 - 1772 |
P. Banens |
Christiaen de Jacobi |
|
1772 - 1774 |
J.A.J. Olislagers |
C.R. van der Haer |
Jan Hubert van Slijpe waarnemend voor Van der Haer vanaf oktober 1772
|
1774 - 1776 |
J.P.J. Munix |
Christiaen de Jacobi |
|
1776 - 1778 |
P. Banens |
J. van Schulenburg |
|
1778 - 1780 |
Willem Hubertus Cruts |
Christiaen de Jacobi |
Kerens waarnemend voor Cruts vanaf maart 1780
|
1780 - 1782 |
H.M. Vliex |
J. van Schulenburg |
|
1782 - 1784 |
J.A.J. Olislagers |
Christiaen de Jacobi |
|
1784 - 1786 |
P. Banens |
Walter Daniel Vignon |
|
1786 - 1788 |
P.J. Kerens[noot 38] |
Christiaen de Jacobi |
|
1788 - 1790 |
André Charles Membrede[noot 39] |
Alexandre Quirin Collard |
|
1790 - 1792 |
Jean Arnould Servais Munix |
Christiaen de Jacobi |
|
1792 - 1794 |
H. Joppen de Beegden |
Alexandre Quirin Collard |
1793: Beleg door De Miranda; 4 november 1794: Inname door Kléber
|
1795 - 1800 |
|
|
22 augustus 1795: Franse grondwet; instelling van conseil municipal (gemeenteraad) met aan het hoofd een agent municipal en een adjoint[36]
|
Bronnen, noten en verwijzingen
- Eerden-Vonk, M.A. van der (1992): Raadsverdragen van Maastricht 1367-1428. Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Den Haag. ISBN 90-5216-032-5 (online tekst)
- Evers, Ingrid M.H. (1984): 'Een Maastrichts heksenproces in 1612, bronnenuitgave met commentaar', in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg (PSHAL), jrg. 120 (1984) pp. 201-244
- Eversen, H.P.H. (1884): 'De burgemeesters van Maastricht'. In: De Maasgouw. Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde, jrg. 6, 1884 (5), nr. 235 (06-12-1884), pp. 1027-1028; nr. 236 (20-12-1884), p. 1030 (online te raadplegen op delpher.nl)
- Eversen, H.P.H. (1884-1885): 'Chronologische lijst der burgemeesters van Maastricht'. In: De Maasgouw. Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde, jrg. 7, 1885 (5), nr. 236 (20-12-1884), pp. 1031-1032; nr. 237 (03-01-1885), pp. 1035-1036; nr. 238 (17-01-1885), pp. 1039-1040; nr. 239 (31-01-1885), pp. 1042-1043 (online te raadplegen op delpher.nl)
- Minis, S., en A. de Heer (red.) (1985): Een seer magnifick Stadthuys. Tien studies over de bouw en de inrichting van het stadhuis te Maastricht. Delftsche Uitgevers Maatschappij BV, Delft. ISBN 90-6562-070-2 (PDF)
- Molhuysen, P.C. e.a. (red.) (1911-1937): Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Sijthoff, Leiden
- Schaepkens van Riemst sr. & jr., Jules (1907/1931-1933): 'Eenige bijzonderheden omtrent straten, pleinen en bewoners van het oude Tricht'. In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg (PSHAL), jrg. 43 (1907), pp. 39-369; jrg. 67 (1931), pp. 187-232; jrg. 68 (1932), pp. 71-112; jrg. 69 (1933), pp. 63-86. LGOG, Maastricht (tekst online)
- Schaepkens van Riemst sr., Jules (1908): 'Schepenbrieven van het Kapittel van St. Servaas te Maastricht'. In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg, jrg. 44 (1908), pp. 3-98. LGOG, Maastricht (tekst online)
- Ubachs, Pierre J.H., en Ingrid M.H. Evers (2005): Historische Encyclopedie Maastricht. Walburg Pers, Zutphen / RHCL, Maastricht. ISBN 90-5730-399-X
- Ubachs, Pierre J.H., en Ingrid M.H. Evers (2006): Tweeduizend jaar Maastricht. Een stadsgeschiedenis. Walburg Pers, Zutphen. ISBN 90-5730-441-4
- Burgemeesters Maastricht vanaf 1800 Via Internet Archive
- ↑ In feite waren er drie schouten en drie schepenbanken, omdat ook de Vroenhof zijn eigen hooggerecht bezat. Zie ook Lijst van schouten en schepenen in Maastricht.
- ↑ In 1389 vermeld als Luiks schepen te Maastricht.
- ↑ Arnout vanden Swaen (ook: "Arnoldus de Cigno") woonde in 1388 in het huis "De Zwaan" in de Grote Staat (platea Sancti Georgii). Mogelijk was zijn echte naam Van Elderen. Zijn echtgenote wordt aangeduid als Maria de Elderen.[11]
- ↑ Theodricus Anthonii (Theodoricus Thonis) vervulde tussen 1399 en 1428 zeven termijnen als Luiks burgemeester van Maastricht. In 1411 tevens vermeld als Luiks schepen te Maastricht.
- ↑ Anthonius Yserman (Anthonys Ysermans) vervulde tussen 1404 en 1427 vijf termijnen als Luiks burgemeester van Maastricht. In de periode 1417-1424 tevens vermeld als Luiks hoogschout te Maastricht.
- ↑ Schaepkens van Riemst noemt hem Arnold van Hees.[12]
- ↑ Domicellus is het verkleinwoord van dominus (heer) en wordt in middeleeuwse documenten gebruikt om (jongere) zonen van een (adellijk) heer mee aan te duiden. Vanaf ca. 1450: joncker of jonkheer (jhr.).
- ↑ Magister, voluit Artium Liberalium Magister (meester in de vrije kunsten), is een middeleeuwse academische titel. Ook meyster of meister. Later, in een iets andere betekenis, mr.
- ↑ Tevens vermeld als Brabants schepen en vice-hoogschout (1485; 1503-1516) en schepen van de Vroenhof.
- ↑ De Latijnse tekst luidt: qui obiit in profesto Servacii.[13]
- ↑ Jacobus (Jacques) Happart. Vermeld als Brabants schepen (1411) en Brabants vice-hoogschout (1413-1419/1426?). Gehuwd met Margaretha Roedts. Mogelijk dezelfde als de schepen en schout van Heer (1423-ca. 1467) en/of de broer van Olof Happard, schepen van Sint Pieter.
- ↑ Lambert van den Bossche was heer van Kanne en Mopertingen.[14]
- ↑ Arnoldus (of Aart) Proenen woonde blijkbaar in de Maastrichter Brugstraat (in vico pontis).
- ↑ Johannes (Jan) Clut/Clutte/Cluet, soms met toevoeging "in 't Gruythuys". Tot 1465 vijfmaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als Brabants schepen (1457, 1477).
- ↑ Waarschijnlijk dezelfde als de in 1469 benoemde Jan Heutz. De Gosewijnstoren was een middeleeuwse woontoren op de hoek van de Maastrichter Brugstraat en de (toenmalige) Kersenmarkt.[15]
- ↑ Joncker Jan van Mulcken was tussen 1485 en 1523 tienmaal Luiks burgemeester; in 1497 tevens schout van Sint Pieter[16]
- ↑ De heren van Mheer (Meer/Mere) bezaten een refugiehuis in Maastricht, de Poort van Mheer in de Bredestraat[17]
- ↑ Woonde in 1506 in het huis "den Arenberch" in de Grote Staat, tegenover de Heilige Geestkapel.[18]
- ↑ De heren van Schaloen (Schaluyn/Schloyn), ook heren van Hulsberg genoemd, bezaten een refugiehuis in Maastricht, de Poort van Schaloen aan de Bredestraat nr. 11[19]
- ↑ De Latijnse tekst luidt (mogelijk met fouten i.v.m. onduidelijke transciptie): Hic Franciscus jam iterum consul anno humane salutis 1556 tertio nonis mai vesperi hora circiter decima magno respublica suorumque iuctu vita functus est, qui propituis sit D. op. max misericors dominus. Johannes Munschs scriba civitatis huius juratus patri suo piissymmis votis prosequitur.[23]
- ↑ De Latijnse tekst luidt: Hic Strijthaegen non voluit jurare propter differentiam quod erat inter schultetes(?) ducis et episcopi. Mr. Meert Dreesens surrogatus fuit in locum Strithaegen.[23]
- ↑ Bij brieve dd. 25 april 1568 gaf Philips II aan Jacques Boonen, Guiliaume Boxhoren, Franchois de Halewin en Charles de Sweveghem opdracht tot vernieuwing van de raad, die hij het jaar daarvoor verboden had. Dientengevolge had op 22 augustus de vernieuwing plaats, maar werd uitgesteld tot 29 Januari 1570. Er blijkt nergens uit dat de bisschop bij deze vernieuwingen commissarissen heeft gezonden; op 9 juni 1574 presenteerde mr. Johan Wilten, kanselier, en mr. Matthijs Wijsshoeft, raad van Z.G., brieven waarbij zij gevolmachtigd werden de vernieuwing van de raad met des konings commissarissen te doen.[23]
- ↑ De heren van Oost (ook Holsit genoemd) bezaten een refugiehuis in Maastricht, de Poort van Oost aan de Kapoenstraat nrs. 3-5. De familie leverde meerder schepenen en schouten in Maastricht en omgeving.[24]
- ↑ Voor 1593 vermeld als Luiks hoogschout te Maastricht.
- ↑ Tweemaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als Brabants schepen (1584).
- ↑ Tevens gezworene (1604, 1610) en Brabants schepen (1607-1615).[25]
- ↑ Tevens gezworene (1610, 1613, 1616), Brabants schepen (1612) en rentmeester van de Vroenhof (1615).[25]
- ↑ Tevens Brabants schepen (1600-1620) en gezworene (1608, 1622 en 1624).[26]
- ↑ Schaepkens van Riemst vermeldt dat Coecken in 1626 als burgemeester een akte ondertekende.[28]
- ↑ Luiks schepen (1610-ca. 1646). Gezworene in 1613, 1622 en 1629.[29]
- ↑ Oud-burgemeester Franciscus de Grati spande zich ook later in voor de belangen van zijn stad. In 1655 wist hij tijdens dienstreizen naar Luik en Den Haag toestemming te verkrijgen voor de bouw van het nieuwe stadhuis. Ook zou hij de eerste contacten met de architect Pieter Post hebben gelegd. De Grati declareerde 3.310 gulden aan reis-en verblijfskosten.[30]
- ↑ Gaspar van Hoogendorp/Caspar van Hogendorp (ca. 1629 - voor 1692). Tweemaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als Brabants schepen van Maastricht en secretaris van het Brabants en Vroenhofs hooggerecht (1679-1691).[32]
- ↑ Mogelijk dezelfde als de Frans Servaas de Hildernisse die omstreeks deze tijd schepen van Heer was.
- ↑ Tot 1708 vijfmaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als schepen van de Vroenhof (1706-1721).
- ↑ Andreas Mattheus (Andries Matthijs) Hesselt van Dinter. Tweemaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als schepen van de Vroenhof (1710-1732).
- ↑ Tweemaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als secretaris van het Brabants (en Vroenhofs) hooggerecht (1710-1732).
- ↑ In 1714 en 1716 vermeld als Luiks schepen te Maastricht.[35]
- ↑ Philippus Josephius Kerens (1726-1793), zoon van Philippus Kerens († 1761), beiden advocaat, schepen en burgemeester van Maastricht. In de periode 1774-1793(?) tevens vermeld als Luiks vice-hoogschout te Maastricht.
- ↑ André Charles Membrede (1758-1831), jurist en politicus, o.a. lid van het Franse Lagerhuis, voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, twee maal burgemeester van Maastricht (1788-1789, 1815-1818) en gouverneur van Antwerpen. In 1780 en 1783 tevens vermeld als Luiks schepen te Maastricht.
- ↑ Ubachs/Evers (2006), pp. 54-55.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), pp. 104-105: 'burgemeester'.
- ↑ Eversen (1884), pp. 1027-1028, 1030.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), p. 167: 'Eversen, Hermanus Paulus Hubertus'.
- ↑ Schaepkens van Riemst (1907), p. 350.
- ↑ Schaepkens van Riemst (1907), p. 204.
- ↑ Schaepkens van Riemst (1907), p. 212.
- ↑ Ubachs/Evers (2006), p. 48.
- ↑ Ubachs/Evers (2006), p. 269.
- ↑ a b c Ubachs/Evers (2006), p. 270.
- ↑ Schaepkens van Riemst (1907), p. 154.
- ↑ Schaepkens van Riemst (1907), p. 520.
- ↑ Eversen (1885), p. 1031.
- ↑ a b Schaepkens van Riemst (1907), p. 113.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), p. 200: 'Gosewijnstoren'.
- ↑ Schaepkens van Riemst (1907), p. 200.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), p. 351: 'Mheer, Poort van'; p. 417: 'poort'; p. 436: 'refugie'.
- ↑ Schaepkens van Riemst (1907), p. 157.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), p. 461: 'Schaloen, Poort van'; p. 417: 'poort'; p. 436: 'refugie'.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), p. 200: 'Gouden Bul'.
- ↑ J. Leunissen (1978): Minnerij, misdaad en magie, pp. 108 - 111'. Corrie Zelen, Maasbree (online tekst). Gearchiveerd op 17 april 2023.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), p. 535: 'Trichter Oploop'.
- ↑ a b c d Eversen (1885), p. 1036.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), p. 387: 'Oost, Poort van'.
- ↑ a b Evers (1984), p. 243.
- ↑ Evers (1984), p. 242.
- ↑ NNBW (1912), deel 2, p. 393-393: 'Dillenius, Jan'.
- ↑ Schaepkens van Riemst (1908), pp. 74-75.
- ↑ Evers (1984), p. 243.
- ↑ Minis/De Heer (1985), p. 22.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), p. 442: 'Rietraet, Lambert'.
- ↑ NNBW (1933), deel 9, p. 383: 'Hogendorp, Caspar van'.
- ↑ NNBW (1930), deel 8, pp. 1074-1075: 'Loyens, Servatius'.
- ↑ NNBW (1911), deel 1, p. 51: 'Aken, Michaël Willem van'.
- ↑ Ubachs/Evers (2005), p. 274: 'Kerens, Philippus'.
- ↑ a b Eversen (1884), p. 1030.