Mopshond
Mopshond | ||
---|---|---|
Hondenras | ||
Zwarte reu (internationaal kampioen)
| ||
Basisinformatie | ||
Andere namen | Nederland: Hollandse bulldog, Nederlandse mastiff, mopshond Verenigd Koninkrijk: Pug, Pug dog Duitsland: Mops Frankrijk: (sivas) turkije | |
Oorsprong | Tibet en Nederland | |
Classificatie | FCI : groep 9 sectie 11 #253 Zie ook de lijst van FCI-nummers | |
Beige reu. Naast zwart en beige zijn ook abrikoos en zilver toegestaan.
| ||
Lijst van hondenrassen |
De mopshond is een compacte, gedrongen hond die qua model in het zogenaamde vierkantsmodel staat.
Rasbeschrijving
De schofthoogte is ongeveer 35 centimeter en zijn gewicht behoort tussen de 6,3 (teef) en 8 (reu) kilogram te liggen.
Door de afwijkende vorm van zijn schedel heeft de mopshond vaak te kampen met oog-, oor- en gebitsproblemen. Dit vergt dus extra zorg van de eigenaar. Daar staat tegenover dat mopshonden zeer oud kunnen worden (15 jaar) en erg lang speels en energiek blijven.
Vanwege zijn uiterlijk wordt de hond door sommigen 'koddig' gevonden. Het is een mensenvriend die in aanleg niet agressief is, ook niet tegenover soortgenoten. Wel zijn de meeste mopsen waaks.
De mopshond kent in Nederland vier erkende kleuren, waarvan beige het meest voorkomt. Het masker dient echter altijd zwart te zijn. Vooral een beigekleurige (of fawn) mopshond verhaart tamelijk veel en vaak het gehele jaar door. Een ander kenmerk van de mopshond is de gekrulde staart, een dubbele krul verhoogt de waarde.
Oorsprong en geschiedenis
De mopshond moet al meer dan 2500 jaar geleden in het Verre Oosten zijn ontstaan, waar deze schalkse hondjes de lievelingen waren van boeddhistische monniken in Tibet. De boeddhistische monniken geloofden dat als het baasje van de mopshond overleed, de ziel van de baas in zijn hond zou trekken en daarom werden deze hondjes verwend door de andere monniken. Via China bereikte de mopshond ook Japan en vanuit via de VOC, Europa. Ook bereikte de mopshond in 1553 via een Turkse vloot Frankrijk. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werden ze populair, omdat de kleur van hun vacht overeenkwam met het Huis van Oranje. Toen Willem III van Oranje van en Maria II van Engeland in 1689 naar Engeland reisden en in datzelfde jaar de troon bestegen, werden ze door een groot aantal mopshonden vergezeld. In die tijd was het ras net zo populair als de poedel nu.
Prins Willem van Oranje had een mopshondje genaamd Pompey. Dit hondje, dat overal met de prins meereisde, zou het leven van Willem van Oranje hebben gered toen de prins sliep in zijn legertent in het Franse Hermigny. Pompey krabde en blafte zodat Willem van Oranje wakker werd en zodoende tijdig kon ontsnappen aan de Spaanse overvallers.
Na Engeland veroverde de mopshond ook Frankrijk. De mopshond van Joséphine de Beauharnais genaamd "Fortuné”, heeft volgens zeggen Napoleon Bonaparte gebeten toen deze op hun huwelijksnacht de slaapkamer binnenkwam. Sedertdien namen ze in aantal geleidelijk af, met als gevolg dat zelfs de Britse koningin Victoria in 1864 moeite had er één voor haar kennels te vinden. Daarna ging het echter weer beter met het ras en werden pogingen gedaan het te verbeteren en te standaardiseren, wat resulteerde in de sierlijke, stevige, kleine mopshond van tegenwoordig.
Hoewel in Nederland in het begin van de twintigste eeuw veel mopshonden werden gefokt, vaak zonder stamboom, is de fokkerij pas echt serieus van start gegaan na de Tweede Wereldoorlog. Het was mevr. Chr. Veldhuis die met haar fokkerij "Warnsborn" van zoveel betekenis voor de populatie in Nederland is geweest, dat de mopshond nu een stevige basis in Nederland heeft gekregen. Mevrouw Veldhuis heeft op 30 augustus 1957 ook de aanzet gegeven tot de oprichting van "COMMEDIA", de vereniging van fokkers en liefhebbers van de mopshond in Nederland.
Gezondheid
De mopshond kan lijden aan het brachycefaal obstructief syndroom, een aandoening die voorkomt bij honden met een verkorte voorsnuit en die kan leiden tot ademhalingsproblemen. Symptomen zijn onder andere benauwdheid, een verminderd uithoudingsvermogen, snurkende ademhaling en hoesten. Daarnaast loopt het ras een verhoogd risico op huidplooiontsteking en oogproblemen, zoals ontstekingen van het hoornvlies (Keratoconjunctivitis sicca), naar binnen krullende oogleden (Entropion) en hoornvliesbeschadiging (exposure keratopathie syndroom).[1][2]
Externe link
Referenties
- ↑ Baller, L., Boots, N., Jansen, M., Kruitwagen, L., Ringelberg, J., (2012), Zo ziek als een hond, Onderzoek naar het voorkomen van (erfelijke) aandoeningen bij rashonden in Nederland, Wageningen Universiteit Research Centre.
- ↑ O'Neill, D.G., Jackson, C., Guy, J.H., Church, D.B., McGreevy, P.D., Thomson, P.C., Brodbelt, D.C., (2015), Epidemiological associations between brachycephaly and upper respiratory tract disorders in dogs attending veterinary practices in England, Canine Genetics and Epidemiology, volume 14, nummer 2, p. 10