Naar inhoud springen

Paleis Huis ten Bosch

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 86.215.55.237 (overleg) op 10 mrt 2007 om 04:57. (interwiki fr)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.


Paleis Huis ten Bosch in Den Haag is het woonverblijf van koningin Beatrix. Het paleis ligt in het Haagse Bos in Den Haag tussen de Bezuidenhoutseweg en de Benoordenhoutseweg. De hoofdentree bevindt zich aan de Leidsestraatweg, aan de noordwestkant van het paleis. Aan de Bezuidenhoutseweg bevindt zich ook een entree.

Geschiedenis

Paleis Huis ten Bosch

Paleis Huis ten Bosch is gebouwd in de zeventiende eeuw. Op 2 september 1645 legde de voormalige koningin Elisabeth van Bohemen, aangehuwde nicht van stadhouder Frederik Hendrik, die asiel had in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de eerste steen voor wat de Sael van Oranje moest gaan heten: een zomerverblijf voor Frederik Hendrik en zijn vrouw Amalia van Solms. De architect Pieter Post maakte het ontwerp voor het verblijf.

Toen Frederik Hendrik in 1647 overleed, maakte Amalia van Solms een mausoleum van het paleis ter nagedachtenis aan haar man. De centrale koepelzaal (de "Oranjezaal") werd geheel gedecoreerd met schilderingen die het leven en glorie van Frederik Hendrik afbeelden. Na het overlijden van Amalia van Solms kwam het paleis in handen van haar dochters. Albertine Agnes, die als enige in de republiek woonde, kreeg het vruchtgebruik. Dit vruchtgebruik verkocht ze een paar jaar later aan haar neef Willem III van Oranje-Nassau. Toen deze in 1702 kinderloos overleed, kwam het paleis in handen van de koning van Pruisen, die afstamde van Frederik Hendrik. Deze gaf in 1732 het paleis terug aan de Oranjes. Stadhouder Willem IV liet het paleis grondig renoveren. Zo werden naar ontwerp van Daniël Marot onder andere twee vleugels aan het paleis gebouwd (deze zouden later de Haagse vleugel en de Wassenaarse vleugel gaan heten) en werd het voorhuis vergroot en van een verdieping voorzien . Zowel Willem IV als Willem V verbleven regelmatig in het paleis. Onder de bewoning van de laatste stadhouder en zijn vrouw kwam de inrichting van de Japanse zaal tot stand. Na de Franse inval van de Republiek in 1795 werd paleis Huis ten Bosch in beslag genomen als oorlogsbuit en overgedragen aan de Staat. Het meubilair werd grotendeels verkocht. Het gebouw deed achtereenvolgens dienst als gevangenis, museum, woonhuis voor raadspensionaris Rutger-Jan Schimmelpenninck en woonhuis van Lodewijk Napoleon, die door zijn broer Napoleon tot koning van Holland was benoemd. Hoewel Lodewijk Napoleon slechts kort in Huis ten Bosch woonde, had hij een grote invloed op de inrichting van het paleis. Veel van de meubelen die hij invoerde, bevinden zich tot op de dag van vandaag in het paleis.

Toen in 1815 Nederland een monarchie werd met koning Willem I aan het hoofd, werd Huis ten Bosch weer woonhuis van de Oranjes. Vooral koning Willem I, koningin Sophie en koningin Wilhelmina verbleven regelmatig in Huis ten Bosch.

Bijna was Paleis Huis ten Bosch in de Tweede Wereldoorlog afgebroken door de Duitse bezetters, omdat er een tankgracht voor de verdediging van Den Haag moest worden aangelegd. Afbraak kon voorkomen worden, maar wel raakte het paleis tijdens de oorlog zwaar beschadigd. Na de oorlog werd het gerestaureerd en weer bewoonbaar gemaakt. Koningin Juliana en prins Bernhard ontvingen van het Nederlandse volk de tuinbeplanting als cadeau voor hun 12½ jarig huwelijk.

Sinds 1981 woont koningin Beatrix met haar gezin in het paleis. De privévertrekken van de koningin bevinden zich in de Wassenaarse vleugel. De Haagse vleugel wordt gebruikt als gastenverblijf en voor ondersteunende doeleinden. Het hoofdgebouw heeft een representatieve functie.

Oranjezaal: schilderkunst

De schilderstukken in de centrale "Oranjezaal" werden van 1648 en 1651 uitgevoerd door een aantal schilders die daartoe waren geselecteerd door Jacob van Campen in samenwerking met het hof. Zij werden beschouwd als de voornaamste destijds levende schilders van historiestukken in de Nederlanden. De opdracht voor het decoreren van deze zaal was een van de belangrijkste uit de Nederlandse Gouden Eeuw en heeft daarom een groot historisch en artistiek belang. De ontstane werken vormen als het ware een staalkaart van de officiële schilderkunst uit die tijd, die nogal afwijkt van het traditionele beeld dat men heeft van de Hollandse schilderkunst uit de zeventiende eeuw.

Naast Jacob van Campen zelf, zijn de schilders Theodoor van Thulden, Caesar van Everdingen, Salomon de Bray, Th. Willeboirts Bosschaert, Jan Lievens, Christiaen van Couwenbergh, Pieter Soutman, Gonzales Coques, Jacob Jordaens en Gerard van Honthorst vertegenwoordigd.

Replica's

Een Japanse replica van dit paleis staat in het attractiepark Huis ten Bosch bij Nagasaki. De replica huisvest een museum voor Japanse en internationale kunstenaars. Omdat Koningin Beatrix niet toestond dat het interieur werd gekopieerd, is de replica verfraaid door een team schilders onder leiding van Rob Scholte. Voorts is de indeling anders, met het oog op de veiligheid. De locatie wordt regelmatig gebruikt voor huwelijksplechtigheden.

Ongeveer 11 jaar lang was er een kleine dependance van de Universiteit Leiden in het gebouw gevestigd, waar op uitnodiging van het themapark Nederlandse studenten Japanologie onderwijs kregen. Dit project is vanwege financiële problemen stopgezet.

De tuin van de Japanse replica is gebaseerd op een afgekeurd plan dat eigenlijk voor het origineel bedoeld was. De tuin bevat een groot aantal beelden van goden uit de Griekse mythologie.

Ook in het Holland-dorp van de Nederlands-Chinese zakenman Yang Bin bij Shenyang bevindt zich een replica van Paleis Huis ten Bosch.

Externe links

Sjabloon:Nederlands Koninklijk paleis