Naar inhoud springen

Resolutie 2086 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is de huidige versie van de pagina Resolutie 2086 Veiligheidsraad Verenigde Naties voor het laatst bewerkt door Robotje (overleg | bijdragen) op 8 aug 2019 00:26. Deze URL is een permanente link naar deze versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Resolutie 2086
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 21 januari 2013
Nr. vergadering 6903
Code S/RES/2086
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Vredesoperaties
Beslissing Verbetering van de aanpak van vredesoperaties.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2013
Permanente leden
Niet-permanente leden
Actieve (blauw) en beëindigde (lichtblauw) vredesoperaties van de Verenigde Naties. In januari 2013 waren er veertien VN-vredesmachten actief.
Actieve (blauw) en beëindigde (lichtblauw) vredesoperaties van de Verenigde Naties. In januari 2013 waren er veertien VN-vredesmachten actief.

Resolutie 2086 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 21 januari met unanimiteit aangenomen door de VN-Veiligheidsraad als eerste resolutie van 2013.

De resolutie volgde op een open door Pakistan gemodereerd debat over de aanpak van vredesoperaties. Aangezien conflicten steeds complexer werden moesten vredesoperaties voortaan "multidimensionaal" aangepakt worden.[1]

Vredesoperaties moesten bestaan uit het opbouwen en handhaven van vrede en ontwikkeling om effectief te zijn in situaties na een conflict. Ook moesten de internationale legitimiteit en het politieke gewicht van een mandaat van de Veiligheidsraad worden uitgespeeld. Verder moest een mix van civiele-, politionele- en militaire capaciteiten diep op het terrein worden ingezet onder een gezamenlijk leiderschap.

Het mandaat kon voorzien dat een vredesmacht verantwoordelijkheden van het gastland overnam, zoals instaan voor de veiligheid in het land, het politieke proces leiden en de bevolking beschermen tegen geweld. De overheid van het gastland bleef zelf verantwoordelijk voor het bepalen van de prioriteiten tijdens het vredesproces, in overleg met een brede doorsnede van de maatschappij. De taken die een vredesmacht kon krijgen:

  • De veiligheid in het land,
  • Ontwapening,
  • De ordehandhavingsinstellingen in het land versterken,
  • Ontmijning,
  • De politieke dialoog faciliteren,
  • Noodhulp mogelijk maken,
  • De mensenrechten beschermen,
  • De bevolking beschermen tegen geweld,
  • Inspanningen voor economische ontwikkeling ondersteunen,
  • De deelname van vrouwen aan het vredesproces ondersteunen.

Conflicten werden immer complexer en dynamischer en de vredesoperaties die volgden moesten daar rekening mee houden. Landen en organisaties werden gevraagd hun beschikbare civiele capaciteiten voor vredesoperaties uit te breiden. Een vredesmacht moest voorts een duidelijk omschreven mandaat en voldoende middelen (wat vaak een pijnpunt was) krijgen.

Verwante resoluties

[bewerken | brontekst bewerken]