Naar inhoud springen

Resolutie 2250 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Algont (overleg | bijdragen) op 2 nov 2017 om 00:44. (sp)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Resolutie 2250
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 9 december 2015
Nr. vergadering 7573
Code S/RES/2250
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Jongeren in gewapende conflicten
Beslissing Vroeg dat jongeren meer werden betrokken bij het bestuur en bij vredesonderhandelingen.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2015
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Angola Angola · Vlag van Tsjaad Tsjaad · Vlag van Chili Chili · Vlag van Spanje Spanje · Vlag van Jordanië Jordanië · Vlag van Litouwen Litouwen · Vlag van Maleisië Maleisië · Vlag van Nigeria Nigeria · Vlag van Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland · Vlag van Venezuela Venezuela
Een voormalige kindsoldaat in Oeganda. Hij werd op dertienjarige leeftijd ontvoerd door het Verzetsleger van de Heer en ingezet als soldaat. Hij werd nadien opgeleid tot metselaar door het met Britse hulp gefinancierde Noord-Oegandees Jeugdontwikkelingscentrum.

Resolutie 2250 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 9 december 2015 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad. De resolutie erkende dat de radicalisatie van jongeren de stabiliteit van landen bedreigde en vroeg dat jongeren meer betrokken werden bij het bestuur en bij de oplossing van conflictsituaties.[1]

Inhoud

Met de term "jeugd" werden in het kader van deze resolutie mensen in de leeftijd van 18 tot 29 jaar bedoeld. In veel conflictgebieden vormde deze groep de meerderheid van de bevolking. Gebrek aan onderwijs en banen voor jongeren ondermijnden de kansen op duurzame vrede en verzoening, terwijl zij hier wel een belangrijke bijdrage toe konden leveren. Landen werden dan ook gevraagd de vertegenwoordiging van jongeren op alle bestuursniveaus op te krikken. Aan onderhandelaars van vredesakkoorden werd gevraagd rekening te houden met de standpunten van de jeugd.

Radicalisatie en extremisme bij vooral jongeren waren een bedreiging voor de stabiliteit van landen. Bovendien konden deze zaken vrede in de weg staan en tot terrorisme leiden. Terreurgroepen maakten ook meer en meer gebruik van het internet om zulke jongeren in te lijven voor hun zaak. De secretaris-generaal werkte inmiddels aan een actieplan om dit tegen te gaan.

Verwante resoluties