Naar inhoud springen

South West Africa People's Organisation

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf SWAPO)
SWAPO Party of Namibia
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Personen
Partijvoorzitter Hifikepunye Pohamba
Zetels
Nationale Vergadering
54 / 72
Nationale Raad
24 / 26
Lokale raadsleden
226 / 327
(2010)
Pan-Afrikaans Parlement
4 / 5
Geschiedenis
Opgericht 19 april 1960
Algemene gegevens
Actief in Namibië
Hoofdkantoor Hans Diedrich Gencher Street, Windhoek
Krant Namibia Today
Richting Links
Ideologie Sociaaldemocratie, Democratisch socialisme, Afrikaans-nationalisme
Kleuren Blauw, Rood en Groen
Jongeren­organisatie SWAPO Party Youth League
Internationale organisatie Socialistische Internationale
Website http://www.swapoparty.org/
Vlag
Vlag
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Namibië

De South West Africa People's Organisation (Duits: Südwestafrikanische Volksorganisation, SWAVO, Afrikaans: Suidwes-Afrikaanse Volksorganisasie, SWAVO) is een bevrijdingsbeweging en sinds de onafhankelijkheid van Namibië in 1990 de enige regeringspartij die bij alle verkiezingen de absolute meerderheid behaalde. Ondanks dat de naam van het land na de onafhankelijkheid door SWAPO veranderd werd van South West Africa naar Namibië, bleef de naam van de partij een verwijzing naar de oude gehate benaming hebben. Ze veranderde haar naam van SWAPO naar Swapo Party of Namibia.

SWAPO werd opgericht op 19 april 1960 door Andimba Toivo ya Toivo als opvolger van Ovamboland People’s Organization (OPO). OPO heette voor 1959 nog Ovamboland People's Congress (OPC), een beweging die in 1957 was ontstaan. De reden van de naamsverandering naar SWAPO was om de beweging een nationaler karakter te geven en niet enkel meer de Owambo's te vertegenwoordigen. Het doel van SWAPO was om zich te verzetten tegen het systeem van contractarbeid en gedwongen verhuizing, ingesteld door de Zuid-Afrikaanse bezetter die apartheid had ingevoerd. Tevens had SWAPO zich een onafhankelijk Namibië ten doel gesteld. Sam Nujoma werd gekozen als president van SWAPO.

Onafhankelijkheidsstrijd

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1962 richtte SWAPO een militaire vleugel op, de People's Liberation Army of Namibia (PLAN). Vanaf 1966 werden er militaire kampen opgericht in Tanzania en Zambia, later verhuisden deze kampen zich naar Angola. Op 26 augustus 1966 trachtte de Zuid-Afrikaanse politie PLAN te verrassen met operatie Blouwildebees. Het leidde tot een confrontatie tussen de twee in het plaatsje Omgulumbashe in het toenmalige Owamboland. Deze confrontatie wordt als het begin beschouwd van de Zuid-Afrikaanse Grensoorlog.

Als gevolg van de guerrillastrijd nam de onderdrukking van de kant van de Zuid-Afrikaanse bezetter toe en werd het steeds moeilijker voor de SWAPO om in Namibië politiek te bedrijven. De meeste SWAPO-leiders moesten het land verlaten. Andimba Toivo ya Toivo werd opgepakt en voor twintig jaar verbannen naar Robbeneiland. De strijd nam toe en duizenden mensen vluchtten naar opvangkampen in buurlanden Botswana, Zambia en Angola. SWAPO zorgde hier voor medische zorg en onderwijs. In ballingschap werden Namibiërs opgeleid voor functies met het oog op de uiteindelijke machtsoverdracht.

De politieke tak van de SWAPO vroeg bij verschillende vergaderingen van de Verenigde Naties om maatregelen tegen Zuid-Afrika. In 1978 werd resolutie 435 van de VN-Veiligheidsraad aangenomen, waarin een staakt-het-vuren wordt geëist en de Zuid-Afrikaanse troepen worden gemaand zich terug te trekken. Zuid-Afrika aanvaardde deze resolutie. Desondanks viel het Zuid-Afrikaanse leger op 4 mei 1978 Cassinga in het zuiden van Angola aan, wat volgens de SWAPO een vluchtelingenkamp was en volgens Zuid-Afrika een militair trainingskamp en hoofdkwartier. Ongeveer 600, meestal ongewapende, mannen, vrouwen en kinderen kwamen bij deze verrassingsaanval om. De strijd laaide hierna weer op. Cassinga Day is nu een nationale feestdag in Namibië.

Het duurde vervolgens nog tien jaar voor er een nieuwe doorbraak kwam in de kwestie Namibië. Op 22 december 1988 werd resolutie 435 alsnog ondertekend door vertegenwoordigers van alle partijen en vanaf 1 april 1989 zag een vredesmacht van de Verenigde Naties toe op de uitvoering van deze resolutie. Tienduizenden Namibiërs keerde naar huis terug, waaronder Sam Nujoma op 14 september 1989.

DDR-kinderen van Namibië

[bewerken | brontekst bewerken]
Het kasteel van Bellin

De onafhankelijkheidsoorlog leidde tot een vluchtelingenstroom naar de buurlanden, voornamelijk het zuiden van Angola. Na de aanval van het Zuid-Afrikaanse leger bij Cassinga vroeg Sam Nujoma aan de Duitse Democratische Republiek om vluchtelingenkinderen op te vangen. Swapo en de DDR hadden reeds goede relaties, zo had de DDR reeds voor een korte tijd gewonde PLAN-strijders opgevangen. Op 12 september 1979 aanvaardde het Centraal Comité van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands Nujoma's vraag en stelde het kasteel Jagdschloss Bellin ter beschikking. 430 kinderen verhuisden in verschillende fases naar de DDR en volgden er school. De meesten van hen waren wezen, maar er waren ook kinderen van Swapo-functionarissen. De toestemming voor de verplaatsing van de familieleden van die laatste groep werd niet altijd gevraagd. De DDR zag de opvoeding van de kinderen als een onderdeel van de socialistische wereldrevolutie. De kinderen gingen in het Duits naar school, maar er werd toch getracht om de Namibische cultuur te onderhouden door traditionele dansen, eten en Oshiwambo liederen. Dit alles moest ervoor zorgen dat een nieuwe elite voor Swapo gevormd werd.[1]
In 1989 werd Namibië onafhankelijk en viel in de DDR de Berlijnse Muur. Dit resulteerde in de vraag van een oudercomité om de kinderen terug naar Namibië te sturen. Hiermee zou ook getoond worden dat het gerucht dat de kinderen ontvoerd waren, onjuist was. De repatriëring gebeurde tussen 26 en 31 augustus 1990. De kinderen, die opgegroeid waren in Duitsland, ondergingen een cultuurschok. Ze beschrijven zich tegenwoordig als de 'Ossis van Namibië' of als 'Omulaule', wat zwarte in het Oshiwambo betekent. Sinds 2009 vraagt een drietal mannen geld aan toeristen in Windhoek om een tentoonstelling over de DDR-kinderen te organiseren. Deze tentoonstelling heeft sindsdien echter nooit plaatsgevonden en dat zal waarschijnlijk ook niet meer gebeuren.[2][3]

Controverse binnen de beweging

[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog heerste er een oorlogsretoriek binnen Swapo en veel achterdocht tussen de leden. Volgens de politieke analist Graham Hopwood opereerde Swapo as a quasi-military organisation in an atmosphere that was often thick with rumours of spies and treachery. In such a climate those who openly disputed leadership decisions were dealt with harshly and increasingly Swapo's security chieftains were given a free rein to detain anyone who fell under their suspicion, even for the flimsiest reasons.[4] Deze gevangenschappen van de eigen leden vonden plaats vanaf het ontstaan van de beweging. Eind jaren 1960 werden al dissidente leden, die in Tanzania een militaire Swapo-training volgden, op bevel van de Swapo-top gevangengenomen. In 1974, te Zambia, werden er meer dan 1.000 dissidente Swapo-strijders gevangengezet en een onbekend aantal werd vermoord. En in de jaren 1980 werden er in Angola, voornamelijk bij de stad Lubango, rond de 2.000 leden opgesloten in kerkers.[4] De meeste slachtoffers in de jaren 1980 waren afkomstig uit het zuiden of centrum van Namibië, hadden gestudeerd of waren vakbondsmilitanten. Ze werden (meestal onterecht) beschuldigd van spionage voor Zuid-Afrika. Deze beschuldigingscampagne startte na de slag bij Cassinga. De interne veiligheidsdienst die de gevangenneming deed bestond voornamelijk uit niet-gestudeerde Kwanyama's.[5]
De organisatie van voormalige gevangenen Breaking the Wall of Silence strijdt sinds de onafhankelijkheid voor erkenning van de gevangenneming en martelingen. Swapo heeft dit nooit erkend en wil deze episode uit haar geschiedenis liever vergeten om zo voor verzoening in het land te zorgen. Hierdoor heeft ze ervoor gekozen om ook de misdaden van de Zuid-Afrikaanse (geheime) politie niet te laten vervolgen en geen verzoeningscommissie op te richten, zoals dat in Zuid-Afrika met de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie wel het geval is. Volgens Swapo zal er anders 'chaos en instabiliteit' volgen.[6] Hage Geingob zou het onderwerp wel willen bespreken en al op een partijbureau ter sprake hebben gebracht.[7]

Volgens een studie uit 2005 door het PEACE CENTRE vindt men een hoge mate van sociale fobieën en een zeer lage mate van depressies terug bij de voormalige strijders van SWAPO. Bij de voormalige soldaten van het Zuid-Afrikaanse leger is deze mate in beide gevallen (nog) hoger.[8]

De onafhankelijkheidsstrijd werd niet alleen vanuit de buurlanden gevoerd, of 'in exile' zoals dat vaak genoemd wordt, maar ook binnenin Namibië met de 'inside'-beweging. Deze interne beweging was echter van ondergeschikt belang in de ogen van de 'top in exile'. Dit werd bevestigd op het Nationale Congres van de interne beweging in mei 1976 te Walvisbaai.[4] De Canadese historica Lauren Dobell schrijft hierover: Internal mobilisation played no real part in SWAPO's overall strategy, as directed from exile, and that dissenting voices would not be tolerated in either.[9] Dissidente meningen in de inside-vleugel van Swapo werden niet gedoogd.

Ook organisaties in Namibië die geen deel van de Swapo-structuur uitmaakten, maar waar (onder andere) Swapo-leden lid van waren, werden afgekeurd door de top in het buitenland. Deze organisaties werden gezien als concurrenten van de Swapo-organisaties. Zo was er Namibian Women's Voice (NWV), een vrouwenorganisatie die grotendeels bestond uit leden van Swapo. Hoewel de oprichtster, Rosa Namises, een prominent lid was van Swapo's inside-vleugel werd de organisatie toch als concurrentie gezien van Swapo Women's Council, de vrouwenbeweging van Swapo die vanaf 1997 Swapo Party Women's Council heet.

Na de onafhankelijkheid

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1989 werden er verkiezingen voor een Grondwettelijke Raad georganiseerd. Swapo nam hieraan deel en liet haar leden die gevlucht waren terugkeren naar Namibië. Swapo haalde bij deze verkiezingen 57 procent van de stemmen. Dit was niet genoeg om een tweederdemeerderheid in de Raad te behalen, waarmee de nieuwe Grondwet volgens de VN gestemd moest worden. Het gevolg was dat Swapo diende samen te werken met de andere politieke partijen om de nieuwe Grondwet te vormen. De campagne van de partij was ondermijnd door het gevoel dat Swapo in april 1989 gewapend de macht wou grijpen toen het ongeveer 2.000 gewapende PLAN-strijders de Namibisch-Angolese grens liet oversteken, ondanks het akkoord om enkel ongewapende leden te repatriëren. Een tweede factor die ondermijnend werkte waren de geruchten over mensenrechtenschendingen. In Hereroland en Damaraland kon de partij, waarschijnlijk door deze redenen, niet veel stemmen behalen. Maar ze won overweldigend in Owamboland en Kavango en gemakkelijk in de steden Windhoek, Tsumeb en Swakopmund.[10]

Bij de onafhankelijkheid van Namibië op 21 maart 1990 werd Sam Nujoma als eerste president van het land ingezworen door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties Javier Pérez de Cuéllar. Er waren 30.000 toeschouwers bij dit evenement in het sportstadion van Windhoek.[11]

Nujoma focuste tijdens zijn ambt vooral op verzoening tussen de bevolkingsgroepen en stelde ook enkele ministers aan die geen lid van Swapo waren. Daarnaast startte hij een landhervorming waardoor tegen 2007 12 procent van de boerderijen in handen van zwarte landbouwers waren gekomen.[12] Dit beleid wordt al bij al als een mislukking gezien. In 1994 werd Nujoma herverkozen met 76 procent van de stemmen, heel wat meer dan in 1989 en voldoende voor een tweederdemeerderheid waarmee de Grondwet alleen aangepast kon worden. Na deze tweede termijn zou Nujoma moeten opstappen, omdat de Grondwet een maximumtermijn van twee termijnen voorschrijft. De Grondwet werd echter voor Nujoma aangepast zodat zijn eerste termijn, die tussen 1990 en 1994, niet wordt meegeteld omdat hij hierbij niet rechtstreeks verkozen was door middel van verkiezingen. Deze grondwetswijziging veroorzaakte protest, net als de beslissing om aan de Tweede Congolese Burgeroorlog deel te nemen en onthullingen over mensenrechtenschendingen door Swapo tijdens de onafhankelijkheidsoorlog. Swapo reageerde heftig op elke kritiek. Zo werd de Duitse pastoor Siegfried Groth als 'vijand van Swapo' betiteld door de toenmalige Swapo secretaris-generaal Moses Garoeb, nadat Groth in zijn boek 'The Wall of Silence' de mensenrechtenschendingen had aangekaart.[13] Enkele leden stapten uit de partij en Ben Ulenga, een voormalig viceminister en parlementslid voor Swapo, richtte in 1999 een nieuwe partij op, de Congress of Democrats (CoD). CoD werd als een bedreiging voor Swapo gezien en kreeg te maken met smeercampagnes vanuit Swapo en karaktermoorden op haar leiders.[14] Jerry Ekandjo, de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, noemde CoD bijvoorbeeld 'traitors and spies' en Hage Geingob, die toen premier was, vond dat CoD stond voor 'Congress of Deserters'.[15] Ook de leider van Swapo, Sam Nujoma, sprak zich publiekelijk uit tegen CoD. Hij beschreef ze als: 'dark forces masquerading under different guises – in the name of democracy and freedom'.[15] Uiteindelijk bleek CoD geen bedreiging te zijn en behaalde het slechts 10 procent van de stemmen, waarvan de meesten van een andere oppositiepartij, de DTA, kwamen. Swapo won de verkiezingen van 1999 opnieuw met 76 procent van de stemmen.

Voor de nationale verkiezingen die op 15 en 16 november 2004 georganiseerd zouden worden, moest er een presidentskandidaat aangewezen worden die bij verkiezingsoverwinning Sam Nujoma zou opvolgen. Swapo organiseerde hiervoor een partijcongres op 30 mei 2004 met 516 stemgerechtigde afgevaardigden. Er waren drie kandidaten voor de positie: Nahas Angula, Hidipo Hamutenya en Hifikepunye Pohamba. Na de eerste ronde viel Angula met de minste stemmen, 137, uit. In de tweede ronde stemden degenen die op hem hadden gestemd bijna voltallig op Pohamba die daarmee won. Pohamba verkreeg in de tweede ronde 314 stemmen (67% van het totaal) en Hamutenya 167, één meer dan in de eerste ronde. Vier dagen voor het congres had Nujoma Hamutenya ontslagen als minister van Buitenlandse Zaken en hem beschuldigd van het creëren van interne conflicten in de regio Omaheke.[16] Hiermee had Nujoma duidelijk kamp gekozen voor Hamutenya's grote concurrent Pohamba, Angula werd op voorhand al als een outsider beschouwd. Ondanks dat het congres sereen verliep,[17] zorgde het voor een kloof in de partij.

Omdat de partij vreesde dat ze stemmen zou verliezen zonder de figuur van Sam Nujoma als presidentskanidaat, werd zwaar campagne gevoerd. Dit zorgde ervoor dat er meer mensen gingen stemmen. Het aantal stemmen voor Swapo steeg van 414.000 in 1999 naar 625.000 in 2004, maar het percentage stemmen bleef hetzelfde.

In oktober 2004 werd Hamutenya door het verkiezingscollege van Swapo pas op de 57ste plaats gezet. Hij miste een parlementszetel op twee zetels na. In november 2005 geraakte hij uiteindelijk toch in het parlement doordat een ander parlementslid, Paulus Kapia, ontslag moest nemen wegens corruptie-aantijgingen.[18] In 2007 stapte onder andere Hamutenya uiteindelijk uit de partij en richtten ze een eigen partij op, de Rally for Democracy and Progress (RDP). RDP werd als een groot electoraal gevaar voor Swapo gezien die stemmen bij de Kwanyama's kon halen. Er ontstond een haat-relatie tussen beide partijen. Zo vergeleek Pohamba de RDP met Judas Iskariot[19] en werd de partij 'Radopa',[20] wat mislukking betekent in het Oshiwambo, genoemd.

De verkiezingen van 2009 werden opnieuw met grote meerderheid door Swapo gewonnen. De oppositiepartijen, vooral RDP, beweerden wel dat de verkiezingen niet correct verlopen waren.

In december 2012 werd een partijcongres georganiseerd om de bestuursposities in de partij te bepalen. Hage Geingob werd herkozen als vicevoorzitter van Swapo. Hij versloeg in deze verkiezingen de andere twee kandidaten Jerry Ekandjo en Pendukeni Iivula-Ithana. Geingob kreeg 312 stemmen en de andere kandidaten respectievelijk 220 en 64.[21] Door zijn positie als vicevoorzitter wordt hij normaal de presidentskandidaat van zijn partij voor de verkiezingen van 2014. De voorzitter van Swapo, Hifikepunye Pohamba, is namelijk bezig aan zijn tweede en grondwettelijk gezien laatste termijn als president van het land. De statuten van Swapo schrijven sinds enkele jaren voor dat de Swapo-kandidaat voor de presidentsverkiezingen de voorzitter van de partij moet zijn. Indien deze niet kan, moet dit de vicevoorzitter worden. Indien ook deze niet kan, de secretaris-generaal van de partij en in het uiterste geval de vicesecretaris-generaal.

Twee dagen na het partijcongres herschikte president Pohamba de regering waardoor Geingob zijn ministersportefeuille van handel en industrie inruilde voor het premierschap.[22] Door deze regeringsherschikking en herschikkingen binnenin Swapo kregen de vertrouwelingen van Geingob meer macht.[23] In april 2013 vonden er met de aanduiding van twee regionale gouverneurs en twee ministeriële adviseurs opnieuw enkele herschikkingen plaats die Geingob-getrouwen belangrijke posities schonk.[24]

Geingob werd de eerste niet-Owambo president van Namibië. Geingob zelf was van Damara-afkomst en zijn mogelijke presidentschap werd gezien als een teken dat Swapo en Namibië niet alleen door Owambo's geregeerd worden. Geingob werd vooral gesteund door intellectuelen en zakenlui. Hij werd gezien als een gematigd figuur die beleid voeren centraal stelde. De keuze voor hem op het partijcongres van 2012 werd ook beschouwd als een vermindering van de macht in Swapo van nostalgische hardliners zoals Ekandjo en Iivula-Ithana.[25] Politieke waarnemers verwachtten dat Geingob de fouten van Swapo tijdens de onafhankelijkheidsstrijd openbaar zou maken.

Verkiezingsuitslagen

[bewerken | brontekst bewerken]
Verkiezingsjaar Stemmenaantal[26] Zetels[26]
2009 74,29 % 54
2004 76,1 % 55
1999 76,3 % 55
1994 72,7 % 53
1989 57,3 % 41
Verkiezingsjaar Kandidaat Stemmen aantal Percentage
2019 Hage Geingob 464.703 56,3%
2014 Hage Geingob 772.528 86,7%
2009 Hifikepunye Pohamba 611.241 75,3%
2004 Hifikepunye Pohamba 625.605 76,4%
1999 Sam Nujoma 414.096 76,8%
1994 Sam Nujoma 370.452 76,3%

Namibië werd onafhanklijk op hetzelfde moment als het einde van de Koude Oorlog. Voor de onafhankelijkheid werd Swapo dan ook ingedeeld in een van de twee machtsblokken die er toen in de wereld waren, het Westen en de communistische wereld. De partij werd als communistisch beschouwd, kreeg steun van communistische landen en gebruikt(e) communistische symboliek. Maar haar streefdoel was waarschijnlijk niet het communisme, maar het onafhankelijkheidsstreven en de wil naar de macht.[27] Na de onafhankelijkheid ontstond een vrije markteconomie, met zelfs een Black Economic Empowerment-beleid. Het is daarom correcter om te stellen dat Swapo (al vanaf haar ontstaan) een 'vision of a free, unified Namibia with a combination of publicly- and privately-owned industries'.[28] Daarnaast streeft ze naar landhervorming op het platteland om landlozen en achtergestelden land te laten verwerven.[29][30] De politici van Swapo hebben zich steeds tegen het idee van een basisinkomen gekeerd.

Swapo is lid van de Socialistische Internationale en was voor de onafhankelijkheid als organisatie lid van de Beweging van Niet-Gebonden Landen. In 2008 werd de Swapo Think Thank opgericht om haar ideologie te versterken.[31] De partij is momenteel onduidelijk over haar eigen ideologie en noemt haarzelf vaak 'een brede Kerk' waarvan iedereen lid kan worden en er dus mensen met verschillende ideologieën lid zijn.[32] In september 2012 organiseerde Swapo voor het eerst een conferentie over haar visie.[33]

Bevolkingsgroepen in Swapo

[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de bevrijdingsstrijd telde Swapo vooral Owambo's als leden. De Owambo's wonen voornamelijk in het noorden van Namibië en het zuiden van Angola. Hier vonden de gevechten plaats tussen PLAN, de gewapende tak van Swapo, en het Zuid-Afrikaanse leger. Maar Swapo stond ook open voor andere etnische groepen. Het aantal niet-Owambo leden steeg opmerkelijk in 1976 toen een groot deel van de Rehoboth Basterds en van de Herero's lid werd van Swapo. Hun politieke bewegingen, respectievelijk de Rehoboth Volksparty en de Association for the Preservation of the Tjamuaha/Maharero Royal House, hielden op te bestaan en werden een deel van Swapo. In datzelfde jaar werden ook zo'n 80% van de Nama's lid van Swapo in navolging van hun leider Hendrik Witbooi die toen de beslissing nam om Swapo-lid te worden.[34] Tot dan kreeg Swapo het verwijt een beweging voor bijna uitsluitend Owambo's te zijn, maar vanaf dan could [Swapo] thus convincingly claim to be a truly national liberation movement.[34] Hoewel de blanke bevolking nog altijd zo goed als geen Swapo-leden telde en ook de regio Caprivi niet goed vertegenwoordigd was. In 1980 stapte de toenmalige Ondervoorzitter van Swapo Mishake Muyongo, die afkomstig was van Caprivi, op omdat de mensen uit zijn regio volgens hem gediscrimineerd werden binnenin de bevrijdingsbeweging.[4]

Swapo kan momenteel als een multi-etnische partij gezien worden met extra grote steun bij de Owambo's. De partij haalt haar leden en kiezers uit alle etnische, regionale en linguïstische groepen. Dit kon men bijvoorbeeld zien bij de regionale en lokale verkiezingen van 26 en 27 november 2010. In deze verkiezingen behaalde haalde Swapo vertegenwoordigers in alle 50 'local authorities'.[35] Wel, heeft ze bij enkele bevolkingsgroepen (lichte) concurrentie van andere partijen, zoals de Democratic Turnhalle Alliance bij de Himba en UDF bij de Damara. De apathie die er in de regio Caprivi tegenover Swapo was, is in het eerste decennium van de 21ste eeuw weggewerkt. De partij(steun) wordt, ondanks het multi-etnische karakter, gedomineerd door de Owambo's.[36] Hierover wordt soms geklaagd door de andere bevolkingsgroepen. Zo beweren zij dat Swapo wordt bestuurd door de Omusati-kliek, een groep Swapo-politici en zakenlui uit de regio Omusati. Voor het partijcongres van december 2012 werd er opgeroepen, door onder andere Kazenambo Kazenambo een toenmalig Swapo-minister, tot een niet-Owambo president. Op het congres werd dit realiteit met de verkiezing van Hage Geingob. Door sommigen wordt dit gezien als een teken van de multi-etniciteit van de partij en een vermindering van de Owambo-dominantie in Swapo. Het is voor Swapo erg belangrijk om een nationaal karakter te hebben. Dit komt naar voor in de statuten van de partij[37] en in de counter-balance strategie die gebruikt wordt om de regerings- en partijposten te verdelen tussen de verschillende etnieën.

Onderzoek van Christiaan Keulder in 2000 naar partijsympathie voor Swapo per raciale groep[38]
Graad van sympathie tegenover Swapo Zwarten aantal Zwarten aandeel Blanken aantal Blanken aandeel Kleurlingen aantal Kleurlingen aandeel
Sterke voorkeur 375 55,8 4 4,0 12 8,8
Voorkeur 96 14,3 2 2,5 22 15,8
Neutraal 100 14,9 36 36,6 41 29,4
Afkeer 47 7,0 11 11,1 17 12,6
Sterke afkeer 54 8,1 45 45,8 46 33,4
Onderzoek van Christiaan Keulder in 2000 naar partijsympathie voor Swapo per taalgroep[39]
Graad van sympathie tegenover Swapo Khoekhoegowab (Damara) Khoekhoegowab (Nama) Oshiwambo Afrikaans Silozi Otjiherero
Sterke voorkeur 20,3 26,3 81,2 6,9 58,2 18,4
Voorkeur 13,4 22,1 9,7 12,7 4,7 30,0
Neutraal 32,2 22,0 7,6 31,9 10,6 17,6
Afkeer 16,3 8,8 0,4 10,8 11,8 17,8
Sterke afkeer 17,9 20,8 1,1 37,7 14,7 16,2

Partijorganisatie

[bewerken | brontekst bewerken]
Wagen tijdens de verkiezingscampagne van 2009

Swapo bestaat uit verschillende regionale afdelingen volgens de administratieve opdeling van het land. Daarnaast heeft ze ook departementen die werken rond een bepaald beleidsthema en drie vleugels: de SWAPO Party Youth League voor de jongeren, de SPWC voor de vrouwen en de SPEL voor de ouderen.[40]

Swapo heeft goede banden met andere voormalige bevrijdinsgbewegingen uit Zuidelijk Afrika en met de Communistische Partij van China, die computers aan Swapo doneerde en in 2006 een workshop over partijmobilisatie organiseerde.[41] Swapo bezit ook een aantal bedrijven uit verschillende economische sectoren.[42]

Sinds 2008 heeft de partij een eigen denktank die tot enkele dagen voor zijn overlijden in 2012 werd geleid door Abraham Iyambo.[43] Iyambo's opvolger werd op zijn wens Kalumbi Shangula.[44] Swapo heeft momenteel (2013) plannen om een 'school' op te richten die trainingen aan haar leden verschaft en hen leert over de geschiedenis van de partij en het land, de onafhankelijkheidsstrijd, verschillende economische modellen en internationale solidariteit.[45]

In oktober 2013 werd een disciplinair comité opgericht dat onder de bevoegdheid van de secretaris-generaal valt. De taak van dit comité is het behandelen van klachten en het bewaren van orde en stabiliteit in de partij. Het comité bestaat uit ervaren leden die aangesteld worden door de secretaris-generaal. De huidige leden zijn:[46]

Namibia Today is het partijblad van Swapo dat elke vrijdag verschijnt.

De top van de partij bestaat uit vier personen: voorzitter Hifikepunye Pohamba, vicevoorzitter Hage Geingob, secretaris-generaal Nangolo Mbumba en vicesecretaris-generaal Laura McLeod-Katjirua.[47]

Sam Nujoma en Andimba Toivo ya Toivo zijn ereleden van de partij en kunnen hierdoor levenslang deel uitmaken van elke vergadering van de partij en er stemmen.[48][49]

Op 26 augustus 2013 werd een amendement aan de partijstatuten toegevoegd waarmee verklaard werd dat alle nieuwe posten in de partij gelijk verdeeld moeten worden over beide geslachten.[50][51]

Voorzitters Swapo
Periode Voorzitter
1960 - 2007 Sam Nujoma
2007- 2015 Hifikepunye Pohamba
2015 - 2024 Hage Geingob

Het Politbureau bestaat uit:

  • De top-vier van de partij
  • 17 door het partij-congres verkozen leden, gerangschikt per aantal stemmen op het congres van december 2012:[52]

Centraal Comité

[bewerken | brontekst bewerken]

Swapo's Centraal Comité bestaat uit:

  • De top-vier van de partij
  • De Swapo-coördinator uit elke regio van Namibië
  • Tien door de voorzitter aangeduide leden
  • Verkozenen door het partij-congres. In december 2012 werden volgende leden verkozen, ze zijn geordend op hun aantal stemmen op het congres[53]:

De National Union of Namibian Workers (NUNW) is een Namibische vakbondskoepel die werd opgericht door Swapo tijdens de onafhankelijkheidsstrijd. Ze is de enige organisatie die officieel verbonden is aan de partij en daardoor volgens de partijstatuten het recht heeft om 15 stemgerechtigde gedelegeerden naar het partijcongres sturen.[37] Dit is echter een relatief klein aantal, want bij het partijcongres van 2002 waren er bijvoorbeeld rond de 570 stemgerechtigden.[4] De relatie tussen NUNW en Swapo verloopt niet altijd zo goed. Ten eerste bestaat er discussie binnen beide organisaties over de relatie tussen beide en de mate van onafhankelijkheid die de NUNW zou moeten hebben.[54][55][56] Daarnaast werden de vakbondsleden die Hidipo Hamutenya steunden tijdens het Swapo-congres van 2004 voor zijn aanduiding als Swapo's presidentskandidaat, uit de vakbond gewerkt. De secretaris-generaal van NUNW, Peter Naholo, die Hamutenya had gesteund, werd in december 2005 uit zijn functie gezet. Bij NANTU, de leerkrachtenvakbond en een NUNW-lid, verloor de Hamutenya-groep haar leiderschapspositie op het NANTU-congres in september 2006.[55]

Kritiek op partij

[bewerken | brontekst bewerken]

Owambo-dominantie

[bewerken | brontekst bewerken]

Een vaak voorkomende kritiek is dat Swapo en Namibië gedomineerd worden door de Owambo's. Deze kritiek werd intern geuit door voormalig minister Kazenambo Kazenambo[57] en door viceminister van Energie Willem Isaack.[58] Extern kwam deze kritiek onder andere van de kleine Communistische Partij[59] en de Rehoboth Basters.

Intolerant voor kritiek van de media

[bewerken | brontekst bewerken]

Swapo wordt door de internationale NGO Freedom House beschuldigd van intolerantie tegenover kritische mediaberichtgeving. Er wordt hierbij o.a. verwezen naar de regeringsboycot van de krant The Namibian tussen 2000 en 2011 en het stopzetten van het radioprogramma 'The National Chat Show' op de publieke radio van de National Broadcasting Company.[60]

Sam Nujoma besloot in 1998 om Laurent-Desiré Kabila te steunen tijdens de Congolese Burgeroorlog en het Namibische leger naar Congo te sturen. Hierop kwam kritiek van onder andere Ben Ulenga die daarop besloot om uit Swapo te stappen. Ulenga startte de nieuwe partij Congress of Democrats.

Derde ambtstermij voor Sam Nujoma

[bewerken | brontekst bewerken]

Sam Nujoma werd tot president verkozen in 1990 en in 1994. In 1999 liet hij de Grondwet wijzigen zodat hij tot een derde termijn verkozen kon worden, terwijl de Grondwet hiervoor een maximum van twee ambtstermijnen oplegde. Ook dit punt stuitte op kritiek van Ben Ulenga en vormde mee zijn beslissing om uit Swapo te stappen.

Onvrede over partijcongres van 2004

[bewerken | brontekst bewerken]

Op het partijcongres van 2004 moest gekozen worden wie Swapo's presidentskandidaat na Sam Nujoma moest worden. Hidipo Hamutenya was een van de kandidaten. Nadat hij verloor stapte hij samen met zijn aanhangers uit de partij en richtte de Rally for Democracy and Progress op.

[bewerken | brontekst bewerken]