Naar inhoud springen

Juan-Fernandezkolibrie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Sephanoides fernandensis)
Juan-Fernandezkolibrie
IUCN-status: Kritiek[1] (2020)
Vrouwtje Juan-Fernandezkolibrie
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Apodiformes (Gierzwaluwachtigen)
Familie:Trochilidae (Kolibries)
Onderfamilie:Lesbiinae
Geslachtengroep:Lesbiini
Geslacht:Sephanoides
Soort
Sephanoides fernandensis
(King, 1831)
Mannetje
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Juan-Fernandezkolibrie op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels
Verspreidingsgebied van de Juan-Fernandezkolibrie

De Juan-Fernandezkolibrie (Sephanoides fernandensis) is een vogel uit de familie Trochilidae (kolibries). De vogel werd in 1831 beschreven door de Britse marine-officier en natuuronderzoeker Phillip Parker King. Het is een ernstig bedreigde, endemische vogelsoort van de Chileense Juan Fernández-archipel die 320 km ten westen van het vasteland ligt.

De vogel is 13 cm lang. Er is een opvallend verschil tussen het mannetje en het vrouwtje. Het mannetje is overwegend roodbruin tot oranje met donkere vleugelveren. Het vrouwtje is overwegend groen van boven met blauw op de kruin en groenblauw op de rest van de kop en bijna wit van onder.[2][1]

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort is endemisch op de Juan Fernández-archipel en telt twee ondersoorten:[3]

Het leefgebied van de eerste ondersoort is een 11 km² groot gebied waar nog het oorspronkelijke bos staat. Gedurende de broedtijd is deze vogelsoort volledig afhankelijk van inheemse planten en bomen, buiten de broedtijd foerageert de kolibrie ook wel op aangeplante bloemplanten in tuinen.[1]

De Juan-Fernandezkolibrie heeft een zeer klein verspreidingsgebied en daardoor is de kans op uitsterven groot. De grootte van de populatie werd in 2012 door BirdLife International geschat op 2500 tot 3000 individuen en de populatie-aantallen nemen af. Het leefgebied wordt sterk aangetast door de mens als landbouwer en door ingevoerde invasieve soorten als konijnen, ratten en katten. De konijnen tasten de oorspronkelijke vegetatie aan en ratten en katten treden op als predatoren. Om deze redenen staat deze soort als kritiek op de Rode Lijst van de IUCN.[1]