Sjoesji (gewest)
Gewest in Nagorno-Karabach ![]() | |||
---|---|---|---|
![]() | |||
Coördinaten | 41°NB, 47°OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 381,33 km² | ||
Inwoners (2015) |
5400 (14,4 inw./km²) | ||
Hoofdstad | Sjoesji | ||
Overig | |||
Aantal gemeenten | 7 | ||
|
Sjoesji (Armeens: Շուշի; Azerbeidzjaans: Şuşa; Engels: Shoushi) is een gewest in de Republiek Artsach (Nagorno-Karabach), een gebied dat formeel behoort tot het grondgebied van Azerbeidzjan. De facto gedraagt Nagorno-Karabach, hoewel niet erkend door de internationale gemeenschap, zich als een onafhankelijke republiek, waarbij sprake is van Armeense invloed op het bestuur[1]. Het gewest is 381 km² groot en had 5400 inwoners in 2015. De hoofdstad is het gelijknamige Sjoesji. Het gewest Sjoesji is onderverdeeld in 7 gemeenten.
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/2/25/%D5%87%D5%B8%D6%82%D5%B7%D5%AB_%D5%82%D5%A1%D5%A6%D5%A1%D5%B6%D5%B9%D5%A5%D6%81%D5%B8%D6%81_%D4%B5%D5%AF%D5%A5%D5%B2%D5%A5%D6%81%D5%AB_09.jpg/260px-%D5%87%D5%B8%D6%82%D5%B7%D5%AB_%D5%82%D5%A1%D5%A6%D5%A1%D5%B6%D5%B9%D5%A5%D6%81%D5%B8%D6%81_%D4%B5%D5%AF%D5%A5%D5%B2%D5%A5%D6%81%D5%AB_09.jpg)
In tegenstelling tot de rest van Nagorno-Karabach woonden er in Sjoesji, tot aan het Nagorno-Karabach-conflict, in meerderheid Azeri. In 1979, ongeveer 10 jaar voor het einde van de Sovjet-Unie, woonden er 16.000 mensen, waarvan 12.950 Azeri, 2880 Armeniërs en 114 Russen. De oorspronkelijke Azeri-bewoners van het huidige gewest hebben het gebied (moeten) verlaten.[2][3] In 2015 woonden er 5400 mensen, allen Armeniërs.[4] Het gewest is bergachtig, van 1300 tot 1500 meter hoog, en rijk aan minerale bronnen.
Zie ook
- Şuşa met o.a. uitgebreide beschrijving van de geschiedenis.
- ↑ Rijksoverheid.nl Algemeen ambtsbericht Armenië, augustus 2010, p 17
- ↑ NKR office in Washington DC. Nagorno Karabakh Conflict. Facts and Evidence. Part 1 Geraadpleegd 31 december 2018
- ↑ Playing the "Communal Card". Communal Violence, Human Rights Watch Geraadpleegd 31 december 2018
- ↑ Statistisch jaarboek 2015, blz. 12 Geraadpleegd 1 januari 2019