Naar inhoud springen

Kapel in het Langeveld: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
M.Mommers (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Coördinaten, bronvermelding, bronvraag
Regel 3: Regel 3:


== Graaf Floris V van Holland ==
== Graaf Floris V van Holland ==
Volgens de schrijvers van ''Het verhaal van de kapel in het Langeveld'' is dit godshuis gesticht in opdracht van [[Floris V]].<ref>J. van der Elst en M. Mommers, ''Kasteel de Boekhorst. De geschiedenis van een Hollands pronkjuweel'' (Soesterberg 2020) 16.</ref> Deze Hollandse graaf bezat vanaf 1290 een slot bij [[Vogelenzang (Noord-Holland)|Vogelenzang]]. Hij jaagde onder meer graag in het dichtbij gelegen en zeer wildrijke gebied [[Langeveld (Noordwijk)|Langeveld]] dat deel uitmaakte van de ''grafelijke wildernisse''. Mogelijk diende het gebedshuis in dit destijds desolate gebied als dankzegging voor een geslaagde jachtpartij.<ref>H. Schelvis, ‘Terug in de tijd 2: de kapelle te Langeveld’, ''Blauwdotter'', 144 (2007) , 34.</ref> Op ongeveer anderhalve kilometer van de kapel stond in die tijd denkelijk al kasteel de [[Boekhorst (kasteel)|Boekhorst]] waar bloedverwanten van Floris V de scepter zwaaiden. Dat zij af en toe tot zijn jachtstoet behoorden, ligt voor de hand.
Volgens de schrijvers van ''Het verhaal van de kapel in het Langeveld'' is dit godshuis gesticht in opdracht van [[Floris V van Holland|Floris V]].<ref>J. van der Elst en M. Mommers, ''Kasteel de Boekhorst. De geschiedenis van een Hollands pronkjuweel'' (Soesterberg 2020) 16.</ref> Deze Hollandse graaf bezat vanaf 1290 een slot bij [[Vogelenzang (Noord-Holland)|Vogelenzang]]. Hij jaagde onder meer graag in het dichtbij gelegen en zeer wildrijke gebied [[Langeveld (Noordwijk)|Langeveld]] dat deel uitmaakte van de ''grafelijke wildernisse''. Mogelijk diende het gebedshuis in dit destijds desolate gebied als dankzegging voor een geslaagde jachtpartij.<ref>H. Schelvis, ‘Terug in de tijd 2: de kapelle te Langeveld’, ''Blauwdotter'', 144 (2007) , 34.</ref> Op ongeveer anderhalve kilometer van de kapel stond in die tijd denkelijk al kasteel de [[Boekhorst (kasteel)|Boekhorst]] waar bloedverwanten van Floris V de scepter zwaaiden. Dat zij af en toe tot zijn jachtstoet behoorden, ligt voor de hand.


== Kapel na de Reformatie ==
== Kapel na de Reformatie ==
Als gevolg van de [[Reformatie|calvinistische omwenteling]] werden in het kerkje jaarlijks nog slechts een paar diensten gehouden, doorgaans met Pasen en Pinksteren, afgaande op de notities van de achttiende-eeuwse Amsterdamse verzamelaar Andries Schoemaker.<ref>''Atlas Schoemaker'', deel Zuid Holland, Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam, 95r.</ref> Het bestuur van de Noordwijkse Jeroenskerk werd in de zeventiende eeuw door de Leidse classis verantwoordelijk gesteld voor het onderhoud van de Langeveldse kapel. De dominee van deze kerk had tevens als taak (tot ongeveer 1800) elk jaar enkele diensten te organiseren in het Langeveld.
Als gevolg van de [[Reformatie|calvinistische omwenteling]] werden in het kerkje jaarlijks nog slechts een paar diensten gehouden, doorgaans op [[Paasmaandag|tweede Paas]]- en [[Tweede Pinksterdag|Pinksterdag]], afgaande op [[Abraham Jacob van der Aa|Van der Aa's]] [[Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden]] en de notities van de achttiende-eeuwse Amsterdamse verzamelaar Andries Schoemaker.<ref>''Atlas Schoemaker'', deel Zuid Holland, Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam, 95r.</ref><ref name=":0">{{Citeer boek|titel=Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden|auteurlink=Abraham Jacob van der Aa|auteur=|voornaam=Abraham Jacob|achternaam=Van der Aa|taal=|url=https://books.google.nl/books?id=ZnwIAAAAIAAJ&hl=nl&pg=PA54#v=onepage&q&f=true|uitgever=J. Noorduyn|datum=1846|pagina's=p. 54–55}}</ref> Het bestuur van de Noordwijkse [[Oude Jeroenskerk|Jeroenskerk]] werd in de zeventiende eeuw door de Leidse [[Classis (religie)|classis]] verantwoordelijk gesteld voor het onderhoud van de Langeveldse kapel. De dominee van deze kerk had tot ongeveer 1800 tevens als taak elk jaar enkele diensten te organiseren in het Langeveld.


Van het kapelletje zijn geen besprekingen van het interieur bekend. Wel hebben een aantal achttiende-eeuwse tekenaars de buitenkant van het gebouw beschreven en in beeld vastgelegd, zoals [[Cornelis van Alkemade]], [[Abraham de Haen]] en diens leerling [[Hendrik Spilman]].
Van het kapelletje zijn geen besprekingen van het interieur bekend. Wel hebben een aantal achttiende-eeuwse tekenaars de buitenkant van het gebouw beschreven en in beeld vastgelegd, zoals [[Cornelis van Alkemade]], [[Abraham de Haen]] en diens leerling [[Hendrik Spilman]].
Regel 12: Regel 12:
Na de [[Franse Tijd in Nederland|inval der Fransen in 1795]] ontvingen de protestantse kerken in Holland geleidelijk steeds minder geld van de nationale overheid. Vermoedelijk heeft deze bezuiniging een rol gespeeld in het verval van het gebedshuis in het Langeveld.<ref>Van der Elst en Mommers, ''Het verhaal van de kapel in het Langeveld'', 81 en 91-92.</ref> Daarnaast liet graaf Wigbold van Limburg Stirum, de toenmalige heer van het Langeveld, het [[Legaat (uiterste wilsbeschikking)|legaat]] van baron Gerlach van der Does voor het behoud en restauratie van de kapel om onduidelijke redenen onbenut.<ref>Nationaal Archief, Den Haag, ''Huis Offem'', nummer toegang 3.19.66, inventarisnummer 519.</ref>
Na de [[Franse Tijd in Nederland|inval der Fransen in 1795]] ontvingen de protestantse kerken in Holland geleidelijk steeds minder geld van de nationale overheid. Vermoedelijk heeft deze bezuiniging een rol gespeeld in het verval van het gebedshuis in het Langeveld.<ref>Van der Elst en Mommers, ''Het verhaal van de kapel in het Langeveld'', 81 en 91-92.</ref> Daarnaast liet graaf Wigbold van Limburg Stirum, de toenmalige heer van het Langeveld, het [[Legaat (uiterste wilsbeschikking)|legaat]] van baron Gerlach van der Does voor het behoud en restauratie van de kapel om onduidelijke redenen onbenut.<ref>Nationaal Archief, Den Haag, ''Huis Offem'', nummer toegang 3.19.66, inventarisnummer 519.</ref>


Op een landkaart uit 1823 is de kapel al niet meer terug te vinden. [[Abraham van der Aa|Van der Aa]] vermeldt in zijn [[Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden]] (1846) een puinhoop op de plek waar ooit de kapel stond.<ref>A. van der Aa, ''Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden'', deel 7 (1846) 55.</ref> Omstreeks 1860 staat er op een landkaart een bos getekend. Dit bescheiden bos bestaat nog steeds en staat bekend als het Kapellebos. Graaf Frederik van Limburg Stirum, die zijn vader als heer van het Langeveld was opgevolgd, liet rond 1865 vier gedenkstenen plaatsen daar waar ooit het gebedshuis had gestaan.<ref>Van der Elst en Mommers, ''Het verhaal van de kapel in het Langeveld'', 84-85.</ref> Anno 2021 staan deze zerken bij de [[Maria ter Zeekerk]] te Noordwijk.
Op een landkaart uit 1823 is de kapel al niet meer terug te vinden. [[Abraham Jacob van der Aa|Van der Aa]] vermeldt in zijn Aardrijkskundig Woordenboek (1846) een puinhoop op de plek waar ooit de kapel stond.<ref name=":0" /> Omstreeks 1860 staat er op een landkaart een bos getekend.{{Bron?|Welke landkaart? Auteur? Topotijdreis?}} Dit bescheiden bos bestaat nog steeds en staat bekend als het Kapellebos. Graaf Frederik van Limburg Stirum, die zijn vader als heer van het Langeveld was opgevolgd, liet rond 1865 vier gedenkstenen plaatsen daar waar ooit het gebedshuis had gestaan.<ref>Van der Elst en Mommers, ''Het verhaal van de kapel in het Langeveld'', 84-85.</ref> Anno 2021 staan deze zerken bij de [[Maria ter Zeekerk]] te Noordwijk.{{Wanneer?}}


== Legendarische schipbreukeling ==
== Legendarische schipbreukeling ==
Regel 23: Regel 23:


{{Appendix}}
{{Appendix}}
{{Coor title dms|52|17|12.7|N|4|29|22.5|E|type:landmark_scale:3000_region:NL}}

[[Categorie:Noordwijk]]
[[Categorie:Noordwijk]]
[[Categorie:Kerkgebouw in Zuid-Holland]]
[[Categorie:Kerkgebouw in Zuid-Holland]]

Versie van 17 jun 2021 21:49

Prent van de kapel in het Langveld van Hendrik Spilman uit 1739

De kapel in het Langeveld is een verdwenen kapel die waarschijnlijk tegen het einde van de dertiende eeuw gebouwd werd. De eerste verwijzing naar dit gebedshuis in de Hollandse Duinen nabij Noordwijk staat in grafelijke rekeningen uit 1316.[1]

Graaf Floris V van Holland

Volgens de schrijvers van Het verhaal van de kapel in het Langeveld is dit godshuis gesticht in opdracht van Floris V.[2] Deze Hollandse graaf bezat vanaf 1290 een slot bij Vogelenzang. Hij jaagde onder meer graag in het dichtbij gelegen en zeer wildrijke gebied Langeveld dat deel uitmaakte van de grafelijke wildernisse. Mogelijk diende het gebedshuis in dit destijds desolate gebied als dankzegging voor een geslaagde jachtpartij.[3] Op ongeveer anderhalve kilometer van de kapel stond in die tijd denkelijk al kasteel de Boekhorst waar bloedverwanten van Floris V de scepter zwaaiden. Dat zij af en toe tot zijn jachtstoet behoorden, ligt voor de hand.

Kapel na de Reformatie

Als gevolg van de calvinistische omwenteling werden in het kerkje jaarlijks nog slechts een paar diensten gehouden, doorgaans op tweede Paas- en Pinksterdag, afgaande op Van der Aa's Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden en de notities van de achttiende-eeuwse Amsterdamse verzamelaar Andries Schoemaker.[4][5] Het bestuur van de Noordwijkse Jeroenskerk werd in de zeventiende eeuw door de Leidse classis verantwoordelijk gesteld voor het onderhoud van de Langeveldse kapel. De dominee van deze kerk had tot ongeveer 1800 tevens als taak elk jaar enkele diensten te organiseren in het Langeveld.

Van het kapelletje zijn geen besprekingen van het interieur bekend. Wel hebben een aantal achttiende-eeuwse tekenaars de buitenkant van het gebouw beschreven en in beeld vastgelegd, zoals Cornelis van Alkemade, Abraham de Haen en diens leerling Hendrik Spilman.

Na de inval der Fransen in 1795 ontvingen de protestantse kerken in Holland geleidelijk steeds minder geld van de nationale overheid. Vermoedelijk heeft deze bezuiniging een rol gespeeld in het verval van het gebedshuis in het Langeveld.[6] Daarnaast liet graaf Wigbold van Limburg Stirum, de toenmalige heer van het Langeveld, het legaat van baron Gerlach van der Does voor het behoud en restauratie van de kapel om onduidelijke redenen onbenut.[7]

Op een landkaart uit 1823 is de kapel al niet meer terug te vinden. Van der Aa vermeldt in zijn Aardrijkskundig Woordenboek (1846) een puinhoop op de plek waar ooit de kapel stond.[5] Omstreeks 1860 staat er op een landkaart een bos getekend.[bron?] Dit bescheiden bos bestaat nog steeds en staat bekend als het Kapellebos. Graaf Frederik van Limburg Stirum, die zijn vader als heer van het Langeveld was opgevolgd, liet rond 1865 vier gedenkstenen plaatsen daar waar ooit het gebedshuis had gestaan.[8] Anno 2021 staan deze zerken bij de Maria ter Zeekerk te Noordwijk.[(sinds) wanneer?]

Legendarische schipbreukeling

Zerk, nu naast de Maria ter Zeekerk te Noordwijk

De rooms-katholieke hoogleraar Joseph Alberdingk Thijm kwam in 1870 als eerste auteur met het relaas van een adellijke schipbreukeling voor de kust van het Langeveld, dat hij overigens zelf aanmerkt als een volkslegende. Als dank voor zijn redding door Maria, Sterre der Zee zou de edelman volgens eerdergenoemde geleerde een kapel hebben laten bouwen.[9] De bronloze bewering dat bij de kapel een kerkhof was gelegen, is evident onjuist gebleken. De slordige omgang met feiten doet niets af aan de ontroerende en fantasievolle vertelling over de edele schipbreukeling. Tot in de eenentwintigste eeuw werd deze mythe door diverse schrijvers verder verfraaid.[10]

Literatuur

  • J. van der Elst en M. Mommers, Het verhaal van de kapel in het Langeveld. Fabels en feiten (Noordwijk 2016)
  • H. Schelvis, ‘Terug in de tijd 2: de kapelle te Langeveld’, Blauwdotter, 144 (2007) 34-37