Vanaf 1946 regeerden de CVP en de BSP samen en vestigden ze de basis van de verzorgingsstaat. Ondertussen wierp een ander groot probleem zich op: de Koningskwestie. De vraag werd gesteld of Leopold III opnieuw op de Belgische troon mocht komen. Aanvankelijk waren alle partijen daar intern verdeeld over. Uiteindelijk pleitte de CVP voor de terugkeer van Leopold, wat die laatste partij winst opleverde in de verkiezingen: een volstrekte meerderheid in de senaat en op twee zetels na een volstrekte meerderheid in de kamer. Dit waren de eerste Belgische wetgevende en provinciale verkiezingen waar het vrouwenstemrecht gold.