Bremen-Verden: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidombot (overleg | bijdragen)
k lf, Help mee! met AWB
k sp
Regel 35: Regel 35:


'''Bremen-Verden''' was een [[Bezittingen van Zweden|bezitting]] van [[Zweden]] van [[1648]] tot [[1719]].
'''Bremen-Verden''' was een [[Bezittingen van Zweden|bezitting]] van [[Zweden]] van [[1648]] tot [[1719]].
In atikel X, paragraaf 7 van de Vrede van Osnabrück in 1648 werd vastgelegd dat het voormalige [[prinsaartsbisdom Bremen]] en het voormalige [[vorstendom Verden|prinsbisdom Verden]] als [[Hertogdom Bremen en Vorstendom Verden|hertogdom Bremen-Verden]] aan de koning van Zweden werden afgestaan. De rechten van het aartsbisdom op 14 dorpen in de ambten Trittau en Reinbek werden afgestaan aan het hertogdom [[Holstein-Gottorp]]. De hoofdstad was [[Stade (stad)|Stade]].
In artikel X, paragraaf 7 van de Vrede van Osnabrück in 1648 werd vastgelegd dat het voormalige [[prinsaartsbisdom Bremen]] en het voormalige [[vorstendom Verden|prinsbisdom Verden]] als [[Hertogdom Bremen en Vorstendom Verden|hertogdom Bremen-Verden]] aan de koning van Zweden werden afgestaan. De rechten van het aartsbisdom op 14 dorpen in de ambten Trittau en Reinbek werden afgestaan aan het hertogdom [[Holstein-Gottorp]]. De hoofdstad was [[Stade (stad)|Stade]].


In [[1712]] werd het gebied door [[Denemarken-Noorwegen|Denemarken]] veroverd waarna Denemarken in [[1715]] het hertogdom aan het [[Keurvorstendom Hannover]] verkocht. In 1719/20 deed Zweden afstand van zijn aanspraken op het hertogdom. In 1803 werd Hannover en dus ook het Bremen-Verden bezet door Frankrijk, waarna het op 14 februari 1810 bij het [[koninkrijk Westfalen]] werd gevoegd. Op 10 december 1810 werd het bij het keizerrijk Frankrijk ingelijfd. Het [[Congres van Wenen]] herstelde inn 1815 de oude situatie, zodat het hertogdom tot het koninkrijk Hannover
In [[1712]] werd het gebied door [[Denemarken-Noorwegen|Denemarken]] veroverd waarna Denemarken in [[1715]] het hertogdom aan het [[Keurvorstendom Hannover]] verkocht. In 1719/20 deed Zweden afstand van zijn aanspraken op het hertogdom. In 1803 werd Hannover en dus ook het Bremen-Verden bezet door Frankrijk, waarna het op 14 februari 1810 bij het [[koninkrijk Westfalen]] werd gevoegd. Op 10 december 1810 werd het bij het keizerrijk Frankrijk ingelijfd. Het [[Congres van Wenen]] herstelde in 1815 de oude situatie, zodat het hertogdom tot het koninkrijk Hannover.


==Gouverneurs-Generaal==
==Gouverneurs-Generaal==

Versie van 12 nov 2009 22:57

Bremen-Verden
Deel van het Heilige Roomse Rijk
Bezitting van Zweden
 Prinsaartsbisdom Bremen
 Prinsbisdom Verden
1648 – 1715 Keurvorstendom Hannover 
(Details) (Details)
Algemene gegevens
Hoofdstad Stade
Talen Duits
Religie(s) Lutheraans
Munteenheid Riksdaler
Regering
Regeringsvorm Monarchie
Dynastie Wasa, Palts-Tweebruggen-Kleeburg
Staatshoofd Hertog (ook Koning van Zweden)

Bremen-Verden was een bezitting van Zweden van 1648 tot 1719. In artikel X, paragraaf 7 van de Vrede van Osnabrück in 1648 werd vastgelegd dat het voormalige prinsaartsbisdom Bremen en het voormalige prinsbisdom Verden als hertogdom Bremen-Verden aan de koning van Zweden werden afgestaan. De rechten van het aartsbisdom op 14 dorpen in de ambten Trittau en Reinbek werden afgestaan aan het hertogdom Holstein-Gottorp. De hoofdstad was Stade.

In 1712 werd het gebied door Denemarken veroverd waarna Denemarken in 1715 het hertogdom aan het Keurvorstendom Hannover verkocht. In 1719/20 deed Zweden afstand van zijn aanspraken op het hertogdom. In 1803 werd Hannover en dus ook het Bremen-Verden bezet door Frankrijk, waarna het op 14 februari 1810 bij het koninkrijk Westfalen werd gevoegd. Op 10 december 1810 werd het bij het keizerrijk Frankrijk ingelijfd. Het Congres van Wenen herstelde in 1815 de oude situatie, zodat het hertogdom tot het koninkrijk Hannover.

Gouverneurs-Generaal

  • Hans Kristoffer greve von Königsmarck (1645 - 1663)
  • Gustav Evertsson friherre Horn (1663 - 1666)
  • Henrik Henriksson friherre Horn (1668 - 1693)
  • Erik Jöhnson greve Dahlberg (1693 - 1696)
  • Jürgen greve Mellin (1696 - 1698)
  • Nils Carlsson greve Gyllenstierna af Fogelvik (1698 - 1710)
  • Mauritz greve Vellingk (1710 - 1712)
  • Deense bezetting (1712 - 1715)