Hortus Botanicus Amsterdam: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Bondiger, minder zijpaadjes en veronderstellingen
Regel 20: Regel 20:


==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
=== Reguliershof ===
De Reguliershof, de eerste plantentuin Amsterdamse hortus werd gesticht in 1638 om als 'Hortus Medicus' (een tuin met [[medicinale planten]]) te dienen voor [[chirurgijn]]s en [[apotheker]]s.<ref>Tussen 1633 en 1645 had de "apothecaris" Van Vleuten een kruidentuin aan het toenmalige einde van de Keizersgracht.</ref> Na enig aandringen betaalden ze mee aan het onderhoud. De hortus lag aanvankelijk ver buiten de Regulierspoort, op het terrein van een voormalig klooster, ter hoogte van de Utrechtsestraat en de [[Keizersgracht (Amsterdam)|Keizersgracht]]. De Reguliershof die na de [[Alteratie (Amsterdam)|Alteratie]] onder protest van de eigenaar, de Haarlemse geestelijke [[Jacob Zaffius]] in beslag was genomen, was omgebouwd tot herberg en lusttuin. [[Constantijn Huygens]] en [[P.C. Hooft]] bemoeiden zich met de herschepping van de tuin in een hortus. Vanwege de [[pest (ziekte)|pest]] waren de heren doktoren op zoek naar een kruid of geneesmiddel, zodat het schrikbarende aantal slachtoffers en de daarbij behorende angst zou afnemen, maar ook ziekte onder de schepelingen hadden de aandacht van de medici. [[Willem Piso]] en [[Georg Markgraf]] zaten in [[Nederlands-Brazilië]] op zoek naar inheemse planten met een geneeskrachtige werking.
De Amsterdamse 'Hortus Medicus', een tuin met [[medicinale planten]] ten dienste van [[chirurgijn]]s en [[apotheker]]s in de Reguliershof, de tuin van het voormalige [[Regulierenklooster (Amsterdam)|regulierenklooster]] ter hoogte van de Utrechtsestraat en de Keizersgracht, werd gesticht in 1638. [[Constantijn Huygens]] en [[P.C. Hooft]] bemoeiden zich met de herschepping van de tuin in een hortus. Vanwege de [[pest (ziekte)|pest]] waren doktoren op zoek naar een kruid als geneesmiddel, maar ook effectievere behandelwijzen van ziekten onder schepelingen op verre reizen hadden de aandacht van de medici. De eerste hortus was mogelijk ingericht naar voorbeeld van de [[Hortus botanicus Leiden]] waar [[Carolus Clusius]] werkte. Als extra kreeg de hortus een [[arboretum]] en een brede sloot om [[waterplanten]] te kweken.


Het aantal planten nam onder leiding van beheerder [[Johannes Snippendaal]] toe van 300 tot 800 rond 1646. De Amsterdamse hortus had al vroeg een verwarmde plantenkas. [[Isaac Commelin]] beschreef de hortus als in het bezit van tweeduizend planten. De hortus leverde profijt op voor het stadsbestuur door de productie en verkoop van inheemse kruiden en door het opkweken en verhandelen van exoten. Door internationale ruil en uitwisseling verspreidden nuttige planten zich over de hele wereld. Bij de vierde uitbreiding van de stad rond 1664 is het complex opgeheven. De hortus werd verplaatst naar het [[Binnengasthuis (Amsterdam)|Binnengasthuis]]terrein.
De eerste hortus is mogelijk ingericht naar het Leidse voorbeeld, de [[Hortus botanicus Leiden]] waar [[Carolus Clusius]] werkte. Als extra kreeg de hortus een [[arboretum]] en een brede sloot om [[waterplanten]] te kweken.


=== Plantage ===
Om aan allerlei onregelmatigheden en bedrog bij de bereiding van medicamenten te ontkomen, is tien jaar later besloten apothekersleerlingen beter op te leiden; het [[Athenaeum Illustre (Amsterdam)|Athenaeum Illustre]] werd bij het onderwijs betrokken. Het aantal planten nam toe van 300 naar 800 rond 1646 onder leiding van beheerder [[Johannes Snippendaal]]. De Amsterdamse hortus had waarschijnlijk als eerste hortus een stookkas geïnstalleerd. [[Isaac Commelin]] beschreef de hortus als in het bezit van tweeduizend planten. De hortus leverde profijt op voor het stadsbestuur door de productie en verkoop van inheemse kruiden en door het opkweken en verhandelen van exoten. Door internationale ruil en uitwisseling verspreidden nuttige planten zich over de hele wereld. Bij de vierde uitbreiding van de stad rond 1664 is het complex opgeheven. De hortus is verplaatst naar het Binnengasthuisterrein, waar [[Gerard Blasius]] colleges medicijnen gaf.
[[Jan Commelin]] en [[Joan Huydecoper van Maarsseveen (junior)]] waren in 1682 de oprichters en eerste bestuurders van een nieuwe Hortus in de [[Plantage (Amsterdam)|Plantage]]. In 1684 werden bij kwekers en handelaars tulpen, hyacinten en sinaasappelbomen gekocht. In 1685 werden er asperges, stokrozen en olijfbomen aangeschaft. In resp. 1685 en 1686 kreeg de hortus [[okra (plant)|okra]] en een [[ananas]]plant toegestuurd uit Suriname. Er groeiden ook planten die uit Japan waren gesmokkeld. In 1713 schonk [[Nicolaes Witsen]] twee [[koffieplant]]jes aan de hortus. [[Frederik Ruysch]], [[Caspar Commelin]] en [[Johannes Burman]] waren beroemde [[botanici]]. Twee [[drakenbloedboom|drakenbloedbomen]] trokken veel aandacht van buitenlanders.


Koning [[Lodewijk Napoleon]] had de hortus willen uitbreiden met een dierentuin. Zijn collectie dieren is een jaar lang in de orangerie gehuisvest geweest. Door zijn vertrek in 1810 verdwenen de plannen voor een dierentuin in de la en pas in 1838 werd [[Artis]] opgericht. In de tweede helft van de 19e eeuw zijn er allerlei uitbreidingen in de hortus aangebracht, zoals de Victoriakas. De hortus werd wereldberoemd door het onderzoek dat [[Hugo de Vries]] verrichtte naar [[teunisbloem]]en.
[[Jan Commelin]] en [[Joan Huydecoper van Maarsseveen (junior)]] waren in 1682 de oprichters en eerste bestuurders van de nieuwe Hortus in de Plantage. In 1684 werden bij kwekers en handelaars tulpen, hyacinten en sinaasappelbomen gekocht. In 1685 werden er asperges, stokrozen en olijfbomen aangeschaft. In resp. 1685 en 1686 kreeg de hortus [[okra (plant)|okra]] en een [[ananas]]plant toegestuurd uit Suriname. Er groeiden ook planten die uit Japan waren gesmokkeld. In 1713 schonk [[Nicolaes Witsen]] twee [[koffieplant]]jes aan de hortus. [[Frederik Ruysch]], [[Caspar Commelin]] en [[Johannes Burman]] waren beroemde [[botanici]]. Twee [[drakenbloedboom|drakenbloedbomen]] trokken veel aandacht van buitenlanders.

[[Lodewijk Napoleon]] had de hortus willen uitbreiden met een dierentuin. Zijn collectie dieren was een jaar lang in de orangerie gehuisvest en is vervolgens verkocht. (Door zijn vertrek in 1810 verdwenen de plannen voor een dierentuin in de la en pas in 1838 werd [[Artis]] opgericht.) In de tweede helft van de 19e eeuw zijn er allerlei verbeteringen in de hortus aangebracht, zoals de Victoriakas. De hortus werd wereldberoemd door het onderzoek dat [[Hugo de Vries]] verrichtte naar [[teunisbloem]]en.


==Collectie==
==Collectie==

Versie van 25 jan 2018 09:59

Hortus Botanicus Amsterdam
Hortus Botanicus Amsterdam
Locatie Plantage Middenlaan 2a, Amsterdam
Opgericht 1638
Personen
Directeur Taeke Kuipers
Lid van OAM, ICOM, Museumvereniging
Officiële website
(en) Atlas Obscura-pagina
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Drieklimatenkas
Een bloeiende Victoria in de Hortus Botanicus
Botanici aan het werk, door Gerbrand van den Eeckhout

De Hortus Botanicus Amsterdam is een botanische tuin. De tuin ligt aan de Plantage Middenlaan 2a, nabij Artis in de Plantagebuurt. De tuin is circa 1,2 ha groot.

De tuin is aangesloten bij Botanic Gardens Conservation International, de International Association of Butterfly Exhibitors and Suppliers, de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen en de Stichting Nationale Plantencollectie.

Gebouw

De monumentale palmenkas dateert uit 1912. Er is ook een oranjerie, waarin vanouds 's winters sinaasappelbomen en andere kuipplanten binnen worden gezet. Aangrenzend bevindt zich het Hugo de Vries-laboratorium van architect JM van der Mey.

Geschiedenis

Reguliershof

De Amsterdamse 'Hortus Medicus', een tuin met medicinale planten ten dienste van chirurgijns en apothekers in de Reguliershof, de tuin van het voormalige regulierenklooster ter hoogte van de Utrechtsestraat en de Keizersgracht, werd gesticht in 1638. Constantijn Huygens en P.C. Hooft bemoeiden zich met de herschepping van de tuin in een hortus. Vanwege de pest waren doktoren op zoek naar een kruid als geneesmiddel, maar ook effectievere behandelwijzen van ziekten onder schepelingen op verre reizen hadden de aandacht van de medici. De eerste hortus was mogelijk ingericht naar voorbeeld van de Hortus botanicus Leiden waar Carolus Clusius werkte. Als extra kreeg de hortus een arboretum en een brede sloot om waterplanten te kweken.

Het aantal planten nam onder leiding van beheerder Johannes Snippendaal toe van 300 tot 800 rond 1646. De Amsterdamse hortus had al vroeg een verwarmde plantenkas. Isaac Commelin beschreef de hortus als in het bezit van tweeduizend planten. De hortus leverde profijt op voor het stadsbestuur door de productie en verkoop van inheemse kruiden en door het opkweken en verhandelen van exoten. Door internationale ruil en uitwisseling verspreidden nuttige planten zich over de hele wereld. Bij de vierde uitbreiding van de stad rond 1664 is het complex opgeheven. De hortus werd verplaatst naar het Binnengasthuisterrein.

Plantage

Jan Commelin en Joan Huydecoper van Maarsseveen (junior) waren in 1682 de oprichters en eerste bestuurders van een nieuwe Hortus in de Plantage. In 1684 werden bij kwekers en handelaars tulpen, hyacinten en sinaasappelbomen gekocht. In 1685 werden er asperges, stokrozen en olijfbomen aangeschaft. In resp. 1685 en 1686 kreeg de hortus okra en een ananasplant toegestuurd uit Suriname. Er groeiden ook planten die uit Japan waren gesmokkeld. In 1713 schonk Nicolaes Witsen twee koffieplantjes aan de hortus. Frederik Ruysch, Caspar Commelin en Johannes Burman waren beroemde botanici. Twee drakenbloedbomen trokken veel aandacht van buitenlanders.

Koning Lodewijk Napoleon had de hortus willen uitbreiden met een dierentuin. Zijn collectie dieren is een jaar lang in de orangerie gehuisvest geweest. Door zijn vertrek in 1810 verdwenen de plannen voor een dierentuin in de la en pas in 1838 werd Artis opgericht. In de tweede helft van de 19e eeuw zijn er allerlei uitbreidingen in de hortus aangebracht, zoals de Victoriakas. De hortus werd wereldberoemd door het onderzoek dat Hugo de Vries verrichtte naar teunisbloemen.

Collectie

Coffea arabica

Eén enkele koffieplant, Coffea arabica, in de verzameling van de Hortus bracht alle nakomelingen voort voor de koffiecultuur in Centraal- en Zuid-Amerika.

Victoria amazonica

In de jaren 30 van de 20e eeuw bezochten veel mensen uit Amsterdam de hortus gedurende de nacht, als daar een exemplaar van Victoria amazonica in bloei kwam.

Wollemia noblis

In de botanische tuin is een exemplaar van Wollemia nobilis te zien. De plant is er ook te koop voor €450,-. Een deel van de opbrengst van de verkoop wordt gebruikt voor de bescherming en instandhouding van deze zeldzame boom uit Australië.

Heden

In de jaren 80 van de vorige eeuw verloor de hortus zijn wetenschappelijke belang voor de Universiteit van Amsterdam steeds meer en dreigde de tuin te worden opgeheven. Door een stichting van vrienden, opgericht in 1986, bleef de bijzondere tuin in hartje Amsterdam behouden. Sinds 1990 staat ze los van de universiteit. In 1993 is de nieuwe Drieklimatenkas opengesteld. Een aantal gebouwen staan op de Monumentenlijst.

Tegenwoordig bevat de tuin meer dan zesduizend tropische en inheemse bomen en planten.

Literatuur

  • Een sieraad voor de stad: de Amsterdamse Hortus Botanicus: 1638-1993, D.O. Wijnands, E.J.A. Zevenhuizen, J. Heniger, Amsterdam University Press (1994); ISBN 9053560483
  • De Hortus: Een Wandeling door de Hortus Botanicus in de Amsterdamse Plantage; Ko van Gemert; Fontaine Uitgevers (2006); ISBN 9059561538
  • Kruidenier aan de Amstel: De Amsterdamse Hortus volgens Johannes Snippendaal (1646); Onder redactie van Ferry Bouman, Bob Baljet en Erik Zevenhuizen; Amsterdam University Press (2007); ISBN 9789053569672

Externe links

Zie de categorie Hortus Botanicus Amsterdam van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.